‘Het moeilijkste gedeelte van het geloof is het laatste halve uur, voordat Gods antwoord komt’, schreef iemand mij. Wellicht kennen we dit wel uit ons eigen leven, en ook de Bijbel laat zien dat niet iedereen het volhoudt om dit laatste halve uur te blijven geloven.
Eerst een paar voorbeelden uit de Bijbel. Om te beginnen Sara. Zij kon niet wachten op de vervulling van Gods belofte aan Abram dat Hij hem een ontelbaar groot nageslacht zou geven (Genesis 16). Zij kwam daarom met het alternatief Hagar op de proppen.
Een ander voorbeeld vinden we in Exodus 32. Toen het volk Israël vond dat Mozes te lang bij God op de berg bleef, eisten ze van Aäron dat hij goden zou maken die ze konden aanbidden, wat uitmondde in het gouden kalf.
Denk ook eens aan de geschiedenis van Saul in 1 Samuël 13. Voordat hij de strijd aan mocht gaan met de Filistijnen moest hij wachten op Samuël, die eerst offers zou brengen. Nadat ze al zeven dagen hadden gewacht en het leger angstig werd en weg begon te lopen, bracht Saul zelf die offers. Nauwelijks was hij daarmee klaar, of Samuël kwam alsnog. In sterke bewoordingen keurt Samuël Sauls handelen af en kondigt aan dat zijn koningschap geen stand zal houden.
Ook in het Nieuwe Testament vinden we de gedachte terug dat het aankomt op het laatste moment, op het volharden in het geloof. Het geloof in en vertrouwen op God tot het einde vasthouden (Hebreeën 3). Niet zien en toch geloven (Hebreeën 11). De beproefdheid van uw geloof werkt volharding uit (Jakobus 1).
Deze boodschap zou wel wat krachtiger gebracht mogen worden door predikanten en voorgangers. We leven in een tijd waarin geloven vooral prettig en aangenaam moet zijn. Wij willen geloven en direct zien. Net zoals Sara, het volk Israël en Saul. Wanneer we ziek zijn, willen we nu genezing ontvangen. Wanneer we een probleem hebben, moet God liefst vandaag nog antwoorden. En wanneer dit niet gebeurt, gaan we onze toevlucht zoeken bij eigen wijsheden en eigen oplossingen.
Soms zit er een lange tijd tussen de belofte van God en de vervulling van die belofte. Dan komt het aan op het wachten op God, op het vertrouwen op Hem, omdat Hij de absoluut Betrouwbare is. En dat wachten kan lang duren. Dat laatste halve uur duurt in uw situatie misschien al vele jaren.
Laten we ons ook maar niet verheffen boven mensen die dit wachten niet vol (hebben) kunnen houden omdat ze niets van God zagen of ervaarden. Door ons ongeloof kan Hij vaak weinig krachten doen. We hebben heel veel genade van God nodig om wel op Hem te blijven vertrouwen.
Ik besef dat u dit mogelijk weinig concreet vindt. U zegt misschien: ‘Je zou mijn situatie eens moeten kennen… Ik zie geen uitkomst meer’.
God kent onze strijd en onze pijn. Hij kent elk detail van ons leven. Hij hoort zelfs de niet uitgesproken schreeuw uit een gebroken hart.
Ons probleem is dat wij meestal niet zien wat God achter de schermen al aan het doen is, maar misschien wel anders dan wij voor ogen hebben. Lees Psalm 56 eens. De dichter, David, die bang is, spreekt zichzelf aan om op God te vertrouwen. Die weg mogen ook wij gaan. Dan kan het gebeuren dat de Here ons wijsheid en kracht geeft om noodzakelijke stappen te zetten in bepaalde situaties. Misschien wel om naar een dokter of een pastoraal werker te gaan. In andere omstandigheden wil Hij op andere wijzen voorzien.
Het komt aan op wachten, op volharding, maar de Here kan ook direct antwoorden. Hij laat geen bidder staan. Nooit kan het geloof teveel verwachten. Zijn striemen brachten ons immers genezing (Jesaja 53).
Dirk van Genderen