In ‘Visie’ schreef ik een serie over de ‘7 gemeenten’ in Openbaring 2 en 3. Omdat veel mensen naar de teksten vroegen, plaats ik ze hier bij elkaar.
Ik durf de stelling aan dat veel christenen – geestelijk gezien – wel eens te snel tevreden zijn. Ze kennen God, weten dat de Here Jezus hun zonden vergeven heeft en genieten van de gaven die God hun geeft. En het moment komt dat ze meer genieten van de gaven dan van de Gever.
Zo’n moment was er ook in de woestijn. Het volk Israël stortte zich op de kwakkels die God hun gaf (Numeri 11) en ze vergaten Hem ervoor te danken en zich in Hem te verheugen. De afloop was niet zo best. De toorn van de Here ontbrandde tegen het volk en Hij sloeg het met een zware slag.
Denk eens aan Salomo. Ook in zijn leven komt het moment dat hij meer gericht is op de gaven dan op de Gever. Wanneer de koningin van Seba komt, laat hij haar al zijn schatten zien, de gaven. Hij neemt vreemde vrouwen, gaat hun goden dienen en ‘doet wat kwaad is in de ogen van de Here, Zijn God’, zegt vers 4 van 1 Koningen 11. Dan wordt de Here zo vertoornd op Hem dat Hij het koninkrijk van hem zal afscheuren.
Wanneer je de geschiedenis van het volk Israël bekijkt, zie je dit telkens gebeuren. De Here zegent het volk, waarna het geniet van de zegeningen en de Here vergeet. Het wonder is wel dat de Here Zijn volk nooit definitief vaarwel zeg. Dat geeft veel hoop voor de toekomst.
Ook in het Nieuwe Testament zie je telkens dit drama plaatsvinden. Heel goed zichtbaar wordt dat in de ‘Brieven aan de zeven gemeenten’ in Openbaring 2 en 3. Treffend is wat in de brief aan Efeze staat: ‘Ik heb tegen u dat gij uw eerste liefde verzaakt hebt. Gedenk van welke hoogte gij gevallen zijt en doe weer uw eerste werken.’ Een oproep om terug te keren tot God zelf.
Door tal van oorzaken kan onze aandacht afgetrokken worden van de Here Jezus. Het kan komen doordat we een ander evangelie zijn gaan volgen dat geen evangelie is (Galaten 1:7). Het kan ook zijn dat onze liefde voor de tegenwoordige wereld groter is geworden dan onze liefde voor de Here Jezus (2 Timotheüs 4:10). Het is ook mogelijk dat de zorg van de wereld en het bedrog van de rijkdom het Woord verstikt, waardoor ons leven onvruchtbaar wordt (Mattheüs 13:22). Misschien zijn we wel in contact gekomen met het occulte, waardoor ons zicht op de Here Jezus is verduisterd.
Denk niet dat ik dit gemakkelijk zeg. Ik besef en weet hoe snel ons zicht op de Here Jezus verduisterd kan worden. Dat kan komen door zorgen waarmee we worden geconfronteerd. Je moet je maar in een situatie bevinden waarin je geen uitweg ziet. Dan kan het heel goedkoop overkomen wanneer iemand zegt: ‘Richt je oog maar op de Here Jezus en vertrouw op Hem, want Hij zorgt voor je.’
Een antwoord kan het juiste antwoord zijn, maar wijs pastoraat is meer dan het geven van het juiste antwoord. Pastorale gesprekken kunnen heel heilzaam zijn, maar kunnen ook veel kapot maken.
Hoe kan het verlangen om de Here Jezus beter te leren kennen, bij ons worden aangewakkerd? Allereerst komt het aan op een persoonlijke keuze. Door de Bijbel te lezen en te bidden of de Heilige Geest dit verlangen in je hart wil geven. Dan zou je de ‘smaak’ wel eens te pakken kunnen krijgen… En misschien moet je breken met bepaalde zaken die je aandacht afleiden van de Here Jezus.
Dirk van Genderen