Een gebroken droom

De werkelijkheid was al mooier dan de oorspronkelijke droom. Toch droomde hij een nog grotere droom. En hij zag uit naar het moment dat ook die droom realiteit zou worden. Bijna was het zover, maar toen brak die droom. En dat deed pijn, heel veel pijn, ook geestelijk…

Veel mensen hebben een droom. Iets wat ze willen bereiken, willen realiseren in dit leven. Dat kan een huwelijk zijn, kinderen, een huis, gezondheid, een carrière, rijkdom. Misschien heb je wel de droom iets groots voor God te gaan doen, in Zijn Koninkrijk.
Zolang ons leven maar richting de droom ontwikkelt, is er niet zoveel aan de hand. Maar wanneer de droom breekt, kan onze wereld totaal in elkaar storten. Dat kan door een ziekte zijn, een ontslag, een ongeluk, een verlies van een geliefde of vul maar in. Misschien schreeuw je het wel uit: ‘Waarom moet mij dit overkomen?’ Ook van God krijg je geen antwoord op  deze vraag. En je beseft: Hij had dit toch ook kunnen voorkomen… Wanhoop en hoop strijden met elkaar. Wie weet, keert de situatie zich nog ten goede.

Ik begrijp je wanhoop, zeker zolang je je krampachtig blijft vastklampen aan die gebroken droom. Ik ben daar de afgelopen twee jaar zelf dwars doorheen gegaan. Eerst de hoop dat alles weer goed komt. En als dat niet lijkt te gebeuren, volgt de confrontatie met je gebroken droom, waarvan jij dacht dat het de beste droom was die je kon dromen. Maar je realiseert je steeds meer dat het niet meer lukt om die droom weer terug te krijgen, hoe graag je dat ook zou willen en hoe veel je er ook om gebeden hebt. En het besef dringt tot je door dat je ten diepste ook geen recht hebt op die droom.

Ook in de Bijbel lees je over mensen die geconfronteerd werden met een gebroken droom. Denk eens aan Jozef. Zijn droom brak toen de vrouw van Potifar hem vals beschuldigde, waardoor hij voor jaren de gevangenis in moest. Maar God gaf hem een nieuwe droom, toen hij onderkoning van Egypte werd.
De droom van Naomi viel eveneens in stukken, toen haar man en zonen stierven in een vreemd land. Ook zij kreeg van God een nieuwe droom. Denk verder maar eens aan Job. Zijn droom werd ruw gebroken toen hij alles kwijtraakte. Maar later ontving hij een nieuwe droom toen God hem veel meer gaf dan hij ooit had gehad.
Paulus had de droom veel te doen in Gods Koninkrijk. Maar een doorn in zijn vlees dreigde zijn droom te breken. Door Gods genade kon hij zijn droom blijven dromen, maar wel in het besef dat Gods kracht zich in zijn zwakheid zou openbaren.

Pas wanneer je je ‘oude’ droom los kunt laten, komt er ruimte voor een nieuwe droom. Mag ik je de gedachte aanreiken dat God een betere droom voor je kan hebben? ‘Dat is onmogelijk’, reageer je misschien heftig. Schuif deze gedachte niet te snel aan de kant. Dwars door je tranen over je gebroken droom heen kan Gods licht toch weer gaan schijnen.
Dat klinkt makkelijker dan het is. Ik weet dat uit ervaring. Zelf heb ik door Gods genade mijn gebroken droom los kunnen laten. Gods Geest kan het verdriet over gebroken dromen gebruiken om het verlangen op te wekken naar de Here Jezus Zelf. En wie weet, wil Hij jou wel een nieuwe droom geven, een droom die beter is dan je vorige droom.

Dirk van Genderen