Van hemelvaart naar wederkomst

Ons besef van Gods heerlijkheid en Zijn majesteit is vaak zo klein. Anders zou onze vreugde over de hemelvaart van de Here Jezus wel groter zijn. Bij de hemelvaart zien we Zijn verhoging, Zijn verheerlijking.

De Here Jezus had Zijn taak op aarde volbracht. Lees maar wat de Bijbel zegt over Zijn verheerlijking:
‘Hij is de Here, sterk en geweldig in de strijd’ (Psalm 24).
‘Wij zien Jezus, (…) met heerlijkheid en eer gekroond’ (Hebreeën 2:9).
‘Alle dingen hebt Gij onder Zijn voeten onderworpen’ (Hebreeën 2:8).
‘Hij zit aan de rechterhand van God’ (1 Petrus 3:22).
‘Hij heeft Zich gezet aan de rechterhand van de Majesteit in de hoge’ (Hebreeën 1:3).
‘God heeft Hem gezet aan Zijn rechterhand in de hemelse gewesten’ (Efeze 1:20).
‘En Hij heeft alles onder Zijn voeten gesteld’ (Efeze 1:22).
‘Hij is gezeten ter rechterzijde van de troon van God’ (Hebreeën 12:2).

Weet u dat er nog iemand was die op de troon in de hemel wilde plaatsnemen? Gods grote tegenstander, de satan. Jesaja 14:12-14 zegt: ‘Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij morgenster, zoon des dageraads; hoe zij gij ter aarde geveld, overweldiger van de volken. En gij overlegde nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen, boven de sterren Gods mijn troon oprichten en zetelen op de berg der samenkomst, ver in het noorden; ik wil opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.’

Die droom van satan om op die troon te zitten, is op die Hemelvaartsdag in het jaar 33 definitief in duigen gevallen. Aan de Here Jezus is toen gegeven alle macht in de hemel en op de aarde.

Direct nadat de Here Jezus naar de hemel was gegaan, stonden er twee vreemdelingen bij de discipelen: twee engelen. ‘Wat staan jullie toch omhoog te kijken?’ vroegen ze. ‘Deze Jezus zal net zo terug komen als jullie Hem hebben zien heengaan naar de hemel’ (Handelingen 1:11).
Een jaartal noemden ze niet. Dat zouden we wel graag hebben gewild. Stel je voor dat ze gezegd zouden hebben: Hij komt terug in het jaar 2016…

De afgelopen eeuwen zijn er tal van mensen geweest die dachten te kunnen berekenen wanneer Hij zou komen. Maar al die berekeningen bleken fout te zijn. De Here Jezus zei zelf al: ‘Doch van die dag en van die ure weet niemand, ook de engelen der hemelen niet, ook de Zoon niet, maar de Vader alleen’ (Mattheüs 24:36).
En wie weet, wordt op dit moment in de hemel alles al wel in gereedheid gebracht voor Zijn terugkeer. Want Hij komt…

Weet u waarom de Here Jezus naar de hemel ging? Omdat dan de Heilige Geest zou komen. En dat is beter voor u dan dat Ik blijf, had Jezus gezegd. De Heilige Geest zou komen wonen in iedereen die in Hem gelooft. Hij wil ons leiden, de weg wijzen, Gods vrede in ons hart geven, ons moed en kracht geven. Ons helpen de Bijbel te begrijpen en de Here Jezus beter te leren kennen.

En wat doet de Here Jezus in de hemel? Hij is daar om een plaats te bereiden voor de Zijnen. Hij zit aan de rechterhand van God de Vader. Hij regeert. Hij is Koning. En wat ook belangrijk is: Hij bidt voor ons. Hij pleit voor ons, is onze Advocaat in de hemel (Romeinen 8:34). Door Zijn offer hebben wij vrije toegang tot de hemel, tot de Vader, onze Vader. En nu al mag onze wandel in de hemelse gewesten zijn (Efeze 2:6).

De boodschap van Zijn hemelvaart is: Zoals Hij naar de hemel is gegaan, zo zal Hij ook weer naar de aarde komen. Zijn voeten zullen eenmaal staan op de Olijfberg (Zacharia 14). Daar mogen we verlangend naar uitzien.

Toen de discipelen in het jaar 33 weer terugkeerden vanaf de Olijfberg naar Jeruzalem, gingen ze in gebed en zagen ze uit naar de komst van de Heilige Geest, de Trooster. Tien dagen lang. Toen was het zover. Toen ontvingen ze de Heilige Geest. Op het Pinksterfeest.
Hij kwam om in hen te wonen. En toen konden ze – bij wijze van spreken – de straat weer op. Vervuld met de Geest, in Zijn kracht, waren ze niet bang meer. Dat was maar goed ook. Want ze werden opgepakt, gevangen genomen. Stefanus werd gestenigd. Jakobus werd onthoofd. Maar door Gods genade hielden ze vol, bleven ze geloven.
Gods kracht in hen was sterker dan alle duistere machten en krachten die zich tegen hen verzetten.

Dat is nog steeds zo. Laten we ons eigen leven hier maar naast leggen. Hoe zwak is ons geloof niet vaak. Durven wij ons geloof in praktijk te brengen, in het open veld? Hoezeer hebben ook wij de Heilige Geest nodig.
In landen waar mensen worden vervolgd vanwege hun geloof, zie je vaak dat ze het in Gods kracht aandurven om trouw te blijven aan God. Dat is iets wat wij ook moeten leren.
Het is niet uitgesloten dat het ons in de toekomst ook wat gaat kosten om trouw te blijven aan God en aan Zijn Woord.

De Heilige Geest verlangt naar de wederkomst van de Here Jezus. Luister maar, in Openbaring 22:17 staat: ‘En de Geest en de bruid zeggen: Kom.’
Laten we niet stil blijven staan bij de hemelvaart van de Here Jezus, maar elkaar toeroepen: Jezus komt terug! Hij zal komen als Koning en Heer om Zijn rijk van vrede en gerechtigheid op te richten.

Misschien zegt u: dat verlangen heb ik werkelijk niet. Ik heb nog zoveel plannen en ik weet niet eens of ik wel blij ben wanneer Hij komt. Ik weet niet eens zeker of ik wel geloof. Hij komt toch ook om te oordelen.
Wees ervan doordrongen dat Hij niets liever wil dan dat ook u Hem zult leren kennen. Hij wil u redden, u behouden. Hij wil uw zonden vergeven en u eeuwig leven geven.
En als u vraagt hoe u tot geloof kunt komen, mag ik u de weg wijzen: bekeert u en gelooft het Evangelie. Ga tot Hem, belijd uw zonden. Hij wil al uw zonden vergeven en u eeuwig leven schenken.

Stel dit niet uit. We leven in ernstige tijden. We weten niet hoeveel tijd we nog hebben voordat de Here Jezus komt. Zijn komst is nabij! En als we Hem dan niet kennen, zijn we voor eeuwig verloren, zegt de Bijbel, en zullen we de eeuwigheid doorbrengen in de hel. Dat verzin ik niet, dat zegt de Bijbel.
Laat u niet door Zijn wederkomst verrassen, maar wees bereid Hem te ontmoeten. Breek met uw zonden. ‘Daar wij nu weten dat de komst van de Here Jezus nabij is, hoedanig behoort gij te zijn in heilige wandel en godsvrucht. Beijvert u om onbevlekt en onberispelijk te blijken voor Hem in vrede (2 Petrus 3:11 en 14).

Dirk van Genderen