Een gebed aan het begin van een nieuw jaar

‘O Here God, wees ons land en ons volk genadig. Ontfermt U Zich over ons. Er gebeurt zoveel dat het daglicht niet kan verdragen. Ook in kerken, in gemeenten. Ook onder christenen. Velen keren zich af van U en van Uw Woord. We hebben Uw oordelen verdiend.’

Het leven dat U geeft, hebben we in eigen hand genomen. Velen verkiezen de dood boven het leven. De seks boven de liefde. Materialisme boven Uw Koninkrijk. Eigen eer boven Uw eer.
We houden geen rekening meer met U. We proberen U soms nog wel te dienen, maar vaak is het niet meer dan schone schijn. Wel aardig aan de buitenkant, maar U ziet ons hart aan…

We buigen ons voor U neer en belijden onze zonden en de zonden van ons volk. Want het zijn onze zonden die scheiding maken tussen U en ons, tussen U en ons volk.
Het is genade van U, Here, dat U ons land nog niet voorgoed in de steek hebt gelaten. Nog houdt U hier Uw gemeente in stand. Nog mag Uw Evangelie worden verkondigd.

Vader in de hemel, we zien op naar U. We smeken U ons land en ons volk te herstellen. We voelen ons machteloos, maar U bent de almachtige.
Here, wilt u ingrijpen in ons volksleven? We zien ons volk ten onder gaan, maar verlangen dat het zich tot U bekeert. We roepen tot U. Genees ons volk. Breng het terug tot U.
De tijden zijn spannend. Er is veel in beweging. Oude zekerheden wankelen. Er komen dit voorjaar weer nieuwe verkiezingen aan. We leggen alles voor U neer. Opdat U de eer en de glorie zult ontvangen.

O Here, hoor. O, Here, vergeef. O Here, merk op. O Here, treed handelend op. Open Uw ogen en zie hoe diep ons land gevallen is. In honderden kerken, waar eens Uw Woord klonk, zwijgt de bazuin van het Evangelie. Doe Uw aangezicht weer lichten over ons volk.

We pleiten op Uw eigen Woord. ‘En Mijn volk, waarover Mijn Naam is aangeroepen, verootmoedigt zich, en zij bidden en zoeken Mijn aangezicht, en bekeren zich van hun boze wegen, dan zal Ik uit de hemel horen, en hun zonde vergeven en hun land herstellen (2 Kronieken 7:14).
En op 1 Johannes 1:9: ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.’

O Here, schenk een herleving in Uw gemeente, onder de christenen, die zich uit zal breiden over land en volk. Vervul ons met Uw Geest, zodat Uw heerlijkheid weer zichtbaar zal worden.

We verootmoedigen ons voor U. We belijden onze zonden. We belijden onze verdeeldheid. We belijden dat we vaak meer bezig zijn met ons eigen gelijk, dan met het dienen en eren van U. We belijden dat we zoveel kansen laten voorbijgaan om anderen over U te vertellen en hun te laten zien wat het inhoudt om U te kennen en te dienen, ook in het open veld, buiten de muren van de kerk.

Ontfermt U Zich ook over deze wereld, die bloedt uit duizend wonden. De velden zijn wit om te oogsten. Here, zend arbeiders uit om de oogst binnen te halen.
We danken U dat we wereldwijd mogen zien dat U werkt. Vele tienduizenden, ja honderdduizenden mensen komen tot geloof in U en ervaren dat U de levende God bent.
We bidden om vrede en verzoening in deze wereld. Om de vrede van Jeruzalem. Om wijsheid voor de wereldleiders.

Dank U wel, Vader, dat we mogen weten dat U heel de wereldgeschiedenis in Uw hand hebt. Evenals ons leven. Het loopt U nooit uit handen, hoewel wij dat wel eens denken.
U kent ons. U ziet ons hart, zoals niemand anders het ziet. U verlangt ernaar dat Uw heerlijkheid zichtbaar wordt in ons. Opdat Uw grote Naam alle eer en lof zal ontvangen.

Zo gaan we 2010 in. In vertrouwen op U. Een uitziende naar Uw aanstaande wederkomst, Here Jezus.
U zij alle lof, eer en aanbidding, tot in eeuwigheid. Halleluja. Amen!’

Dirk van Genderen
(Dit is een enigszins aangepaste versie van één van de 60 commentaren uit mijn boek ´Spannende tijden´, een uitgave van Uitgeverij Van Wijnen, www.uitgeverijvanwijnen.nl, prijs: 12,50 euro).

(Houdt u er rekening mee dat u vanaf heden slechts 1 x per commentaar kunt reageren, met een maximum van 350 woorden.)