Ontsnappingsroute naar de hemel?

De afgelopen dagen werd in Biddinghuizen de conferentie New Wine gehouden. Misschien zijn er ook wel Nieuwsbrief-lezers geweest. Via de media kon ik de conferentie enigszins volgen. Donderdag schrok ik van een verslag in het Reformatorisch Dagblad. Drs. Robert Doornenbal had op de conferentie verkondigd dat God het oprecht zoekend geloof van een niet-christen kan rekenen tot een rechtvaardigend geloof.

Doornenbal is docent theologie aan de Christelijke Hogeschool Ede (CHE). Het seminar van Doornenbal ging over de verhouding tussen de christelijke godsdienst en andere godsdiensten. Duidelijk stelde hij dat niet alle godsdiensten gelijk zijn. ‘We zijn aangewezen op Gods openbaring.’
Toch houdt hij de mogelijkheid open dat mensen die buiten het christendom om in waarheid God zoeken, behouden worden en in de hemel zullen komen. Hij noemde een gebed van een boeddhistische vrouw die bad: ‘Ik ben zondig en heb geen hoop in mezelf. Mijn hele hoop gaat uit naar Boeddha Amida.’

‘Het oordeel gaat over het verborgene in het hart dat oprecht kan zijn. God kan het oprecht zoeken van een niet-christen rekenen tot een rechtvaardigend geloof. Het gaat om een oriëntatie op God, een vertrouwen op genade en het verlangen naar een ontmoeting met Hem. Deze houding tref je ook aan bij niet-christenen’, zei hij. Als een soort ontsnappingsroute naar de hemel.

Wel voegde hij eraan toe dat hij niet weet hoe God zal oordelen. Om zijn betoog te ondersteunen wees hij op de vele christenen die geen bewust geloof hebben en voor wie toch goede hoop is, zoals verstandelijk gehandicapten, jonggestorven kinderen en geaborteerde foetussen. Verder verwees hij naar de Joden van het Oude Testament die Jezus niet kenden en de ”godzoekers” onder de Grieken, zoals Socrates.

Analyse
Tot zover het verslag. De heer Doornenbal brengt onder woorden wat velen denken en hopen. Dat bleek wel uit het applaus dat hij na zijn lezing kreeg. Steeds meer christenen kunnen niet geloven dat mensen die – in hun ogen – oprecht zoeken te leven en naar God op zoek zijn in hun eigen religie, verloren zullen gaan.
Aan de ene kant houden ze vast aan de Bijbelse boodschap dat er alleen maar heil is in Christus, aan de andere kant worden openingen gemaakt voor mensen die oprecht God zouden zoeken, ook al is het in een andere religie.
Hier staat de kern van het Evangelie op het spel. Wat Doornenbal hier zegt, staat op gespannen voet met Handelingen 4:12, dat er maar één Naam onder de hemel is gegeven, waardoor mensen behouden moeten worden, de Naam van de Here Jezus. En denk ook eens aan wat Hij zei tegen Nicodemus, toen die in de nacht bij Hem kwam: ‘Tenzij iemand wederom geboren wordt, hij kan het Koninkrijk Gods niet zien’ (Johannes 3:5).
Wanneer Doornenbal stelt dat God het oprecht zoeken van een niet-christen rekent tot een rechtvaardigend geloof, ook al is zo iemand een boeddhist, dan kan ik dat nergens terugvinden in de Bijbel. Oprecht zoeken zou in zijn visie iemand rechtvaardigen, ook als hij of zij niet in Christus gelooft. En wat is dan oprecht zoeken? Wie bepaalt dat? Alleen wie in Hem gelooft, heeft eeuwig leven, benadrukt Johannes 3:16. Er is toch maar één weg tot God? De Here Jezus zegt toch zelf: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Johannes 14:6)? En Hij voegt eraan toe: ‘Niemand komt tot de Vader dan door Mij.’ Dat is toch duidelijke taal! Het geloof en de zaligheid verdienen wij niet door ons zoeken, het is een gave van God, aldus Efeze 2:8.
En zeker, Handelingen 2:21 zegt dat ieder die de naam des Heren aanroept, behouden zal worden. Zo ging het ook bij de moordenaar aan het kruis. Maar het is wel noodzakelijk om de Naam van de Here aan de roepen, en een beroep te doen op Zijn genade, Zijn barmhartigheid, Zijn vergeving. ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie’, Marcus 1:15. ‘En hoe,’ zegt Romeinen 10:14, ‘zullen zij Hem aanroepen, in wie zij niet geloofd hebben? En hoe geloven in Hem, van wie zij niet gehoord hebben?’ Laat dit ons aansporen het Evangelie te verspreiden, waar dan ook, tot aan het einde van de wereld. Omdat God niet wil dat sommigen verloren gaan, maar dat allen tot bekering komen (2 Petrus 3:9).

Hoe noodzakelijk blijft het om alles te toetsen aan de Bijbel. ‘Beproeft de geesten of ze uit God zijn,’ zegt 1 Johannes 4:1. En daarvoor is het noodzakelijk dat we de Bijbel kennen en ons laten leiden door de Heilige Geest. Hij zal ons leiden in alle waarheid (Johannes 16:13).

Dirk van Genderen