Geestelijke hongersnood en geestelijke zegen

In Haggaï 1:9 werd ik geraakt door de woorden ‘Om mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl gij draaft, ieder voor zijn eigen huis.’ Dit hoofdstuk is een krachtige aansporing van de HERE om de tempel te herbouwen. De tempel ligt nog steeds in puin, ook al zijn de Joden alweer teruggekeerd uit de Ballingschap. Ze wonen in hun weldoortimmerde huizen, zoals het in vers 3 staat, terwijl het huis van de Here verwoest is.

Ze hadden al wel een altaar opgericht en de fundamenten van de tempel gelegd (Ezra 3:10), maar daarna waren ze ermee gestopt toen ze een verbod van het Perzische hof kregen. Vandaar dat de Here hun Zijn zegen niet kan geven. Daarom kwam er droogte over het land, werd de regen ingehouden en gaf de aarde haar opbrengst niet meer. Hongersnood als gevolg van ongehoorzaamheid aan God. Vandaar de oproep om aan de slag te gaan. ‘Dan zal Ik er welgevallen aan hebben en verheerlijkt worden, zegt de HERE’ (vers 8).

Toen ik deze verzen las, werd ik getroffen door de gelijkenis tussen toen en nu. Hoe staat het ervoor met onze tempel? Dan denk ik niet in de eerste plaats aan onze kerken en de ruimten waarin wij samenkomen. Dat hebben we vaak wel goed voor elkaar.
Maar ik denk dan aan ons eigen lichaam, dat in de brief aan de Korinthiërs een tempel van de Here wordt genoemd.
1 Korinthe 3:16 – ‘Weet gij niet, dat gij Gods tempel zijt en dat de Geest Gods in u woont? Zo iemand Gods tempel schendt, God zal hem schenden. Want de tempel Gods, en dat zijt gij, is heilig’.
1 Korinthe 6:19 – ‘Of weet gij niet, dat uw lichaam een tempel is van de Heilige Geest, Die in u woont, die gij van God ontvangen hebt, en dat gij niet van uzelf zijt?’
Denk hierbij ook aan een tekst als 1 Timotheüs 3:14 waar Paulus aan Timotheüs schrijft: ‘Mocht ik nog uitblijven, dan weet gij, hoe men zich behoort te gedragen in het huis Gods, dat is de gemeente van de levende God.’

Hoe staat het ervoor met onze tempel? Ook al hebben we door genade de Here Jezus als onze Redder en Verlosser leren kennen, dan kan het toch zo zijn dat onze tempel verwoest ligt.
We zwoegen en draven voor onze aardse huizen, onze carrière, onze baan, onze dure auto, onze kinderen, onze vakanties… en misschien ook wel voor de kerk.
Is dat dan verkeerd? Dat hoeft niet, maar het kan goed zijn dat onze prioriteiten volkomen verkeerd liggen. We kunnen zo gericht zijn op al die aardse dingen, dat we onze geestelijke tempel totaal verwaarlozen. Dan kan, zoals voor Juda gold – lees Haggaï 1 maar – (geestelijke) hongersnood en tegenslag het gevolg zijn.
Filippenzen 2:21 zegt in dit verband heel treffend: ‘Allen zoeken zij hun eigen belang, niet de zaak van Christus.’

Misschien vragen we ons wel verwonderd af hoe het toch komt dat we zo weinig van de Here ervaren in ons leven en in onze kerken en gemeenten. Bekijk uw eigen leven eens kritisch. Onderzoek uzelf. Waar maakt u zich druk over? Waar bent u op gericht? Op aardse bezittingen, op de dingen van deze wereld, of op de Here Jezus. O, kon ik uw oog maar richten op de Here Jezus alleen… Het is mijn gebed dat de Here door Zijn Woord en door de Heilige Geest het verlangen naar Hem krachtig in u zal werken.

Als het gaat over Gods tempel denk ik ook aan al het werk in Gods Koninkrijk, wereldwijd. Hoe gaan we om met ons geld, onze tijd? Is Romeinen 12:1 werkelijkheid in ons leven – ‘Ik vermaan u dan, broeders, met beroep op de barmhartigheden Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levend, heilig en Gode welgevallig offer…’
Als we ons leven, ons lichaam op Gods altaar leggen, dat dan ons gebed daarbij zal zijn: ‘Here, hier is mijn leven, mijn alles, het is voor U.’ Dan kan het zijn dat Hij uw leven wil gebruiken of misschien wel uw financiën in Zijn dienst.

Als we zo in Zijn weg gaan, Zijn huis bouwen, zal Hij ons Zijn zegen schenken. Hoe Hij dat doet, dat is aan Hem. Weet wel, dat een leven met Hem oneindig veel rijker is dan een leven zonder Hem.

Dirk van Genderen