Extra gebedsdagen

Afgelopen woensdag werd in veel kerken en gemeenten de dankdag voor gewas, arbeid en visserij gehouden. In sommige gemeenten gebeurt het deze zondag nog of op een ander moment. Een dankdag, waarop de Here gedankt wordt voor het afgelopen seizoen. Danken voor voorspoed is niet zo moeilijk, maar danken als het tegenzit, dan komt het erop aan hoe onze relatie met de Here is.

Al in de Middeleeuwen werden er gebedsdagen georganiseerd wanneer het land getroffen werd door grote rampen, zoals oorlogen of overstromingen. De Synode van Dordrecht bepaalde in 1578 dat er tijdens een oorlog en andere rampen massaal gebeden en gedankt moest worden. Als zo’n situatie zich voordeed, werd in die tijd zo’n bid- of dankdag uitgeschreven door de landelijke en provinciale overheden.
In 1658 stelde de provincie Overijssel een dag vast waarop voortaan gedankt zou worden: ‘Dat alle jaren op den 1sten Donderdag in de Mey door de geheele Provintie een Algem. Vast- en Bededag tot afweeringe van Godes Plagen en het verkrygen van een gezegende Somer zal worden geholden,- en dat op den eersten Donderdag in September weder een Generale Dankdag voor de veelvoudige verkregen segeningen en weldaaden zal worden gecelebreert.’

Met name in de zogenaamde Bible Belt, die vanuit Zuidwest-Nederland, omhoog loopt, door de Alblasserwaard en over de Veluwe heen naar het noorden van het land wordt nog jaarlijks de biddag (2e woensdag in maart) en dankdag (1e woensdag in november) gehouden. Veel gemeenteleden nemen dan een dag vrij en soms zijn ook de scholen gesloten.
Ik hoop en bid dat het de liefde van en tot Christus is die hen dringt om deze gebedsdag apart te zetten voor Hem. Dat de Heilige Geest in en door hen heen bidt.

En zeker, het is goed om zo’n jaarlijkse bid- en dankdag te houden. De vraag is wel hoezeer het bidden en het danken nog bij ons leeft. Zo’n dag kan traditie zijn. Een soort extra zondag, middenin de week. Met diensten die vergelijkbaar zijn met de zondagse diensten. Het heet dan wel bid- en dankdag, maar veel extra tijd wordt er meestal niet besteed aan de gebeden. Dat zou wel wat meer kunnen, denk ik vaak. Waarom noem je het anders een bid- dan wel dankdag? Wel proberen de voorgangers/predikanten in de keuze van het Schriftgedeelte waarover zij spreken, aan te sluiten bij de aard van de dag.

Gelet op de ernst van de tijd waarin we leven, pleit ik voor extra gebedsdagen. We leven in een tijd waarin ‘de aarde is ontwijd door haar bewoners, omdat zij de wetten overtreden hebben, de inzetting ontdoken, het eeuwig verbond verbroken. Daarom verslindt een vloek de aarde en moeten haar bewoners boeten’ (Jesaja 24:5 en 6a).
De aarde wordt getroffen door rampen. Volg het nieuws maar. De economische crisis is kennelijk dermate ernstig dat in Amerika weer 600 miljard dollar in de economie wordt gepompt. Het kruitvat Midden-Oosten kan opeens ontploffen. Er is veel groot leed, maar ook klein leed, in onze eigen omgeving, misschien in ons eigen leven.

Ik moest denken aan de voorbede van Abraham voor Sodom en Gomorra. We lezen erover in Genesis 18. De HERE vertelde aan Abraham dat ‘het geroep over Sodom en Gomorra voorwaar groot is en dat haar zonde voorwaar zeer zwaar is. Ik wil nederdalen om te zien, of zij inderdaad gedaan hebben naar het geroep dat tot Mij gekomen is, of niet; Ik wil het weten’ (vers 20 en 21).
Abraham valt dan voor de HERE op zijn knieën en vraagt of Hij de stad wil sparen als er nog vijftig rechtvaardigen zijn. En uiteindelijk vraagt hij of Hij de stad wil sparen als er nog tien rechtvaardigen zijn, waarop de HERE zegt: ‘Ik zal haar niet verwoesten ter wille van de tien’ (vers 32).
De stad wordt toch verwoest. Er zullen minder dan tien rechtvaardigen in de hele stad geweest zijn. Lot, zijn vrouw, zijn dochters en zijn schoonzoons worden de stad uitgeleid, maar Lots vrouw komt alsnog om, omdat zij omkeek tijdens de vlucht, wat de engelen hun verboden hadden. Echt gered, geestelijk gezien dan, is Lot. Dat is zeker. Over zijn schoonzoons lezen we niet meer en de daden van zijn dochters waren niet erg verheffend.

Zijn wij als Abraham, liggen wij voor de Here op de knieën voor ons land, ons volk, onze gemeente, voor degenen die verloren dreigen te gaan? En denk niet te snel: Abraham bad wel, maar Sodom en Gomorra werden toch verwoest.
Kan het zijn dat Abraham te snel met bidden is gestopt… Hij bad zes keer (50, 45, 40, 30, 20, 10). Had hij langer door moeten bidden?
Tegelijk blijft staan: de zonde van de inwoners van Sodom en Gomorra was zeer zwaar. Genesis 19:13 zegt: ‘Want wij gaan deze plaats verwoesten; want groot is het geroep over haar voor de HERE; daarom heeft de HERE ons gezonden om haar te verwoesten.’

´Here God, trouwe Vader in de hemel, wij smeken U dat U Zich over ons ontfermt, over ons land en over ons volk, over Israel en over de wereld. We zien dat de wereld getroffen wordt door rampen. Wij, in Nederland, zijn niet beter, ook de zonden van ons land en ons volk roepen tot U in de hemel. Ontfermt U Zich over ons, wees ons genadig. Wij hebben gezondigd en gedaan wat kwaad is in Uw ogen. Vergeef ons onze zonden en werk zo krachtig met Uw Heilige Geest in ons midden, dat nog velen de Here Jezus zullen leren kennen, voordat Hij wederkomt. Onze verwachting is van U alleen. Geprezen zij Uw heilige Naam. Amen.’

Dirk van Genderen