‘Waarom horen wij hier nooit over?’ Ik hoor dit wel eens na afloop van een lezing over Israel of over de eindtijd. ‘Bij ons in de kerk wordt hier bijna nooit over gesproken. Heel goed dat we dit eens horen’. Hoe is het toch mogelijk, vraag ik me af, dat er nog steeds kerken en gemeenten zijn waar zelden over de eindtijd en over de aanstaande wederkomst van de Here Jezus wordt gepreekt en waar ook Israel maar uiterst sporadisch of helemaal niet aan bod komt.
En dat, terwijl we in de tijd leven dat tientallen profetieën, die duizenden jaren geleden al zijn opgeschreven in de Bijbel, voor onze ogen werkelijkheid worden. Het lijkt wel alsof veel voorgangers en predikanten als het over deze onderwerpen gaat, ziende niet zien en horende niet horen.
Het blijft nodig hier de aandacht op te vestigen. Omdat we wakker moeten zijn! Wakker geschud moeten worden. Zolang er nog predikanten zijn die in het meest gelezen christelijke magazine in ons land dingen schrijven als ‘De laatste dagen? Laat me niet huilen’, blijft het dringend noodzakelijk de alarmbel te luiden.
Ik ken de tegenwerpingen. ‘Rampen zijn van alle tijden. De kerken lopen hier leeg, maar stromen vol in Azië en Afrika. Ga maar rustig slapen. Vooralsnog verandert er toch niets. En de wederkomst van de Here Jezus, dat kan nog heel lang duren.’
Als u dat zo graag wilt, gaat u dan maar slapen. Volg de dwaze maagden maar (Mattheus 25), die dachten dat het nog heel lang zou duren voordat de bruidegom zou komen.
Sinds enkele tientallen jaren is er echter een totaal nieuwe situatie ontstaan. Dat heeft alles te maken met het Joodse volk, met Israel en met Jeruzalem. Sinds het Joodse volk weer thuiskomt in het eigen thuisland, kon de vervulling van tientallen profetieën van start gaan. Helaas zien heel veel christenen, die trouw willen zijn aan de Bijbel, dit (nog) niet.
En tegen wie opmerkt: ‘Is dat nu zo belangrijk om te weten’, wil ik zeggen: het is wel degelijk belangrijk om oog te hebben voor de grote daden van de Here. Al 2500 jaar geleden werd voorzegd wat we nu zien gebeuren. Vanuit de hele wereld komt het Joodse volk thuis, als vervulling van vele tientallen profetieën.
Een voorbeeld van zo’n profetie vinden we in Jeremia 16:15 – 17a: ‘Zo waar de HERE leeft, Die de Israëlieten heeft doen optrekken uit het Noorderland en uit al de landen waarheen Hij hen verdreven had; ja, Ik zal hen terugbrengen in het land dat Ik aan hun vaderen gegeven had. Zie, Ik ontbied vele vissers, luidt het woord des HEREN, die hen zullen opvissen, en daarna zal Ik vele jagers ontbieden, die hen zullen opjagen van elke berg en elke heuvel, en uit de rotskloven, want Mijn ogen zijn op al hun wegen.’
En tegen wie zegt: ‘God zal Zijn volk toch terugbrengen op Zijn tijd’, zeg ik: Ik geloof dat Gods tijd nu is. En zeker, Hij brengt Zijn volk thuis, maar dat sluit toch niet uit dat Hij daar mensen bij inschakelt’? Lees de verzen die hiervoor zijn geciteerd uit Jeremia 16, daar wordt duidelijk gesproken over vissers, die hen opvissen en thuis brengen en over jagers, die hen zullen opjagen. In dit verband denk ik onder meer aan de toenemende haat tegen Joodse mensen.
God brengt Zijn volk thuis en tegelijkertijd verzamelt hij wereldwijd Zijn gemeente, allen die geloven in de Here Jezus als hun Here en Heiland, uit het Joodse volk en uit de heidenvolken.
Weet u, wanneer je er oog voor krijgt in wat voor tijd we leven, dan ga je steeds meer Gods hand zien in de dingen die gebeuren. Dat maakt je leven geestelijk gezien zoveel rijker.
Laten we ondertussen niet met onze armen over elkaar gaan zitten wachten op de verdere vervulling van de profetieën. Op onze knieën zijn we veel sterker en kunnen we staande blijven in de geestelijke strijd.
Ik kom ze tegen, mensen die elke dag de opname verwachten en zich terugtrekken in hun eigen huis en kerk. Ik geloof niet dat dit Gods bedoeling met ons leven is.
Daarom klinkt het appèl om ons christen-zijn zichtbaar te laten worden in het dagelijkse leven, zowel in woord als in daad, in de kerk en in het open veld. Er is geen enkele reden om ons te schamen voor het Evangelie van de Here Jezus. In Romeinen 1:16 zegt Paulus immers: ‘Want ik schaam mij het Evangelie niet; want het is een kracht Gods tot behoud voor een ieder die gelooft, eerst voor de Jood, maar ook voor de Griek.’
Dirk van Genderen