Joden en christenen onder vuur

In Nederland maken we ons druk over van alles en nog wat. Dan vraag ik me af: waar is onze bewogenheid met onze christelijke broeders en zusters wereldwijd, waarvan velen vandaag niet zeker zijn of ze morgen nog leven? En waar is onze bewogenheid met onze Joodse medemensen die wereldwijd worden geconfronteerd met vijandschap en discriminatie?

De haat tegen christenen en Joden neemt in onwaarschijnlijk tempo toe. Christenen ervaren dit letterlijk aan den lijve in met name moslimlanden, alsmede Noord-Korea en Joden ervaren het wereldwijd. Deze haat is niet anders te verklaren dan geestelijk.
Ik ben er vast van overtuigd dat de haat tegen christenen, het ‘hemelse’ volk van God, en Joden, het ‘aardse’ volk van God, ten diepste een haat is tegen God zelf. Het is de strijd tussen Licht en duister, de strijd van de satan tegen God.

In Johannes 16:2 en 3 voorzegt de Here Jezus het al: ‘Ja, de ure komt, dat een ieder, die u doodt, zal menen Gode een heilige dienst te bewijzen. En dit zullen zij doen, omdat zij noch de Vader, noch Mij kennen.’ Maar hoe fel de satan ook woedt en aanvalt, de belofte in Mattheus 16:18 staat: ‘…Ik zal Mijn gemeente bouwen en de poorten van het dodenrijk zullen haar niet overweldigen.’ Gods gemeente groeit, wereldwijd. Dat mag ons verblijden. Er is geen reden om bij de pakken neer te gaan zitten. Met name in het Midden-Oosten, in Azië, Afrika en in Zuid-Amerika komen velen tot geloof in Christus.

De satan richt zijn pijlen op de mensen van het Boek en het volk van het Boek. Hij weet dat hij nog maar een kleine tijd heeft. Zijn ondergang staat echter vast. De overwinning van de Here Jezus is zeker en gegarandeerd. Dat getuigt Hij in Zijn Woord, de Bijbel. En wij weten dat Zijn getuigenis waar en betrouwbaar is.

Wij horen er zelden over in het Journaal, maar wanneer je de nationale en internationale nieuwssites op internet volgt, gaat er geen dag voorbij of je komt berichten tegen dat er weer ergens christenen zijn gedood en opgepakt. Uitsluitend omdat ze christen zijn, omdat ze geloven in de Here Jezus. Vrijwel altijd betreft het aanslagen en vervolgingen in moslimlanden, zoals Iran, Irak, Nigeria of Pakistan of in het totalitaire Noord-Korea. Christenen zijn er hun leven niet zeker. En de daders denken dat ze hun god, of het nu Allah of hun totalitaire leider is, een heilige dienst bewijzen.
Maar al deze aanslagen krijgen Gods Gemeente niet klein. Integendeel, naarmate de vervolging sterker wordt, komen er meer mensen tot geloof. ‘Het bloed der martelaren is het zaad der kerk.’

Het lijkt erop dat de haat tegen christenen en Joden hand-in-hand gaat. Ten diepste is het dezelfde haat, haat tegen God. De haat tegen het Joodse volk is echter veel meer wijdverspreid. Antisemitisme. Antizionisme. Tegen Israel, en ook tegen de Joden in Zweden, Amsterdam, Parijs… wereldwijd. Haat, niet uitsluitend van moslims, maar ook van autochtonen.
Laten we er maar rekening mee houden dat deze haat tegen het Joodse volk verder toe zal nemen. Ik geloof dat God het zal gebruiken om Zijn volk thuis te brengen, in Israel. Het kunnen de jagers zijn waarover Jeremia 16:16 spreekt: ‘Zie, Ik ontbied vele vissers, luidt het woord des HEREN, die hen zullen opvissen, en daarna zal ik vele jagers ontbieden, die hen zullen opjagen…’

En hier komt nog iets anders bij. In deze eindtijd, waarin Gods oordelen over de aarde gaan, ben ik er vast van overtuigd dat landen zich op gevaarlijk terrein begeven wanneer ze overgaan tot het erkennen van een zelfstandige Palestijnse staat op grondgebied dat God aan Israel heeft toegezegd: Judea, Samaria en het oostelijk deel van Jeruzalem. Die landen moeten ernstig rekening houden met de consequenties die genoemd worden in Joel 3:2 en 3: God zal in het gericht treden met de volken, ‘ter oorzake van Zijn volk en Zijn erfdeel Israel, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij Mijn land verdeelden, en over Mijn volk het lot wierpen…’

Ik begon met de vraag: ‘Waar is onze bewogenheid…’ Onze bewogenheid met het Joodse volk, Gods oogappel: ‘…wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan…’ (Zacharia 2:8).
Laten we bidden voor de vrede van Jeruzalem, voor de vervulling van Gods beloften, de redding van het Joodse volk. Heel Israel zal zalig worden (Romeinen 11:26).

En ook onze bewogenheid met alle christenen die vervolgd en gemarteld worden, wereldwijd. ‘Als één lid lijdt, lijden alle leden’, zegt 1 Korinthe 12:26. Weet u, dat christenen in werkkampen, concentratiekampen, martelkamers en gevangenissen het merken wanneer wij voor hen bidden? Dan ontvangen ze kracht en genade van de Here en wijsheid om te spreken of te zwijgen van de Heilige Geest.
Onze betrekkelijke vrijheid van geloof is niet gegarandeerd voor de toekomst. Hun lijden kan ook ons lijden worden. Hoe dan ook, ‘niets kan ons scheiden van de liefde van Christus. Verdrukking of benauwdheid, of vervolging, of honger, of naaktheid, of gevaar, of het zwaard (…) maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars door Hem, Die ons heeft liefgehad’ (Romeinen 8:35-37).

En laten we ons, in de tijd die de Here ons nog geeft, inspannen tot het uiterste om de boodschap van het Evangelie door te geven. Op welke wijze dan ook, biddend, daadwerkelijk en door financiële ondersteuning aan de werkers in het veld. Tot Gods eer en tot zegen van velen.

Dirk van Genderen