Preken voor 16+

Bij films worden de leeftijdsaanduidingen 6+, 12+ of 16+ gebruikt. Daarboven kan ‘veilig’ worden gekeken, daaronder kan men beter niet kijken. Met onze preken doen we het net zo. In de ene gemeente is de preek voor 6+, in weer een andere voor 12+, 14+ en zelfs 16+.

Is het bij u in de gemeente ook gebruikelijk dat er een hele uittocht plaatsvindt van jeugd, net voordat de preek begint? Alle kinderen en jongeren, soms wel tot 18 jaar aan toe, gaan dan naar hun eigen samenkomsten. Zeker, ook daar krijgen ze, naar ik hoop en verwacht, over de Here Jezus te horen. Veel vrijwilligers zetten zich elke week weer in om hun iets mee te geven. Dat is mijn punt niet. Maar waarom mogen zij niet naar de preek luisteren? Ik heb er steeds meer moeite mee dat dit gebeurt.

Voor de peuters, kleuters en de allerjongsten tot een jaar of 5, 6 is het goed wanneer er voor hen oppas is. Maar hoe komen we er toch bij om onze jongeren te verbieden naar de preek te luisteren? Ik stel het bewust erg zwart-wit, opdat we wakker zullen schrikken. Denken we dat ze de preek niet begrijpen? Dat het niet interessant voor hen is? Dat ze er een afkeer van de kerk door krijgen? Dat God niet tot hen kan spreken door de preek?

In onze samenkomsten mogen we de Here ontmoeten. We zijn daar voor Zijn aangezicht, in Zijn tegenwoordigheid. Als gemeente, jong en oud. De Here wil daar tot ons spreken, door Zijn Woord en door Zijn Geest. Altijd zal de prediking van het Woord centraal moeten staan. Het woord van God is immers levend en krachtig. Juist de preek is het centrum van de samenkomst.

Gods Geest is niet aan een leeftijd gebonden. U zegt misschien: ‘God kan toch ook in de kindersamenkomst werken.’ Dat is ook zo en dat gebeurt zeker ook. Toch geloof ik dat onze kinderen en jongeren ook de preek moeten horen. Het is echt niet erg als ze niet alles begrijpen. Ze moeten ook leren luisteren. U zult ook niet alles begrijpen.
Het is heel goed mogelijk dat er iets gezegd wordt, wat hen raakt, dat de Here iets in de preek gebruikt om tot hen te spreken. En laat het voor de voorgangers en predikanten een uitdaging zijn om ook de jeugd aan te spreken.

Onze jongeren horen er toch helemaal bij. Een preek wordt nu bijna iets geheimzinnigs, waar in veel kerken en gemeente geen kind bij aanwezig mag zijn.
Dat is geen goed signaal wat we afgeven naar onze kinderen en onze jeugd toe. Ik vermoed dat het één van de oorzaken is dat jongeren op een gegeven moment afhaken. Wellicht is het een idee om hier eens uitgebreider onderzoek naar te doen.

Wat is er heerlijker dan met onze kinderen – als de Here ons die gegeven heeft – de preek te beluisteren en er thuis ook over na te praten. Dat vraagt de nodige inzet van ouders, maar we hebben toch ook de verantwoordelijkheid hen op te voeden in de vreze des Heren?

Is het u wel eens opgevallen dat in Ezra, bij de beschrijving van de grote verootmoedigingsbijeenkomst, de aanwezigheid van kinderen expliciet wordt vermeld?
We lezen in hoofdstuk 10:1: ‘Terwijl Ezra zo bad en deze belijdenis deed en zich huilend voor het huis van God liet neervallen, voegde een zeer grote gemeente van mannen, vrouwen en kinderen uit Israël zich bij hem; want ook het volk huilde luid.’
Stel je eens voor dat die kinderen in een aparte kindersamenkomst waren gebracht waar ze knutselwerkjes zouden doen…

Ik woon in de Alblasserwaard, waar 250 jaar geleden een opwekking plaatsvond. Het waren juist de kinderen van 5 en 6 jaar bij wie de opwekking begon. Zij riepen het uit: ‘Weg duivel, weg, weg; ik moet de Here Jezus hebben.’ Deze kinderen vielen op de knieën en begonnen onder tranen te bidden om bekering en genade. In plaats van te spelen, begonnen deze kinderen om elkaars bekering te bidden.
Laten we maar niet te snel denken dat de Here onze kinderen en jongeren in de kerkdiensten niet zou kunnen aanraken. Laten we ze ook niet de kans onthouden om geraakt te worden door Gods Woord, door Zijn Geest. Stuur ze maar niet weg voordat de preek begint!

Dirk van Genderen

(Dit commentaar staat eveneens in het laatste nummer van Het Zoeklicht)