Het gebeurde een aantal jaar geleden. Iemand zei tegen mij: ‘Ik wil voor je bidden. Ga mee, naar de kamer hiernaast.’ Iemand anders ging ook mee. Met zachte dwang werd ik naar de andere kant van die kamer geleid, tot voor het bankstel. Eén van de twee ging naast mij staan, met één arm achter mij. De ander bleef voor mij staan en begon te bidden. Ondertussen was er een gebed in mij: ‘Here, als dit niet van U is, bescherm mij.’ Degene die voor mij aan het bidden was, begon tegen mij te blazen. Mijn gebed om bescherming werd intenser. Toen stopten ze en zeiden verbaasd: ‘U hebt wel een zeer sterke Geest in u’.
Toen ik de afgelopen week een bericht las over weer een ‘opwekking’ ergens en de opnamen ervan op internet bekeek, moest ik opnieuw aan dit voorval denken. Voor de duidelijkheid: Nu zou ik dit niet weer laten gebeuren. Ik ben er zeker van dat het hun opzet was mij te laten vallen in de geest. Daarom moest ik voor die bank plaatsnemen, daarom hield één van de twee zijn arm achter mij, daarom blies die ander tegen mij.
Bewust schrijf ik hier geest met een kleine g. Het is voor mij zeer de vraag of dit wel de Heilige Geest is. Temeer daar die twee lieten merken dat de Geest in mij sterker was dan hun geest.
Die beelden op internet toonden opnieuw wat voor velen als het bewijs van een echte opwekking geldt: ‘Veel geschreeuw vanaf het podium, een zaal die wordt opgezweept door de voorganger, mensen die bij bosjes ondersteboven vallen en allerlei rare manifestaties, zoals de meest vreemde geluiden en bizarre bewegingen die mensen dan maken. Voor velen is dat het bewijs dat het echt van God is. Bovennatuurlijk. Een werk van de Geest, wordt gezegd.
Veel christenen verlangen naar opwekking. Als ze dan horen over een opwekking ergens ter wereld, dan willen ze daarbij zijn, daarover lezen, dat zien. Dat begrijp ik. Maar juist al die vreemde verschijnselen moeten ons alert maken. Het blijft zeer belangrijk om de geesten te toetsen, of ze uit God zijn, waartoe ook 1 Johannes 4:1 ons toe oproept: ‘Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten in de wereld uitgegaan.’
En zeker, als God Zich openbaart kan er van alles gebeuren. Dat zie je ook in de Bijbel, dat mensen dan op de knieën vallen of voorover, maar nooit achterover, zoals gebeurt in tal van hedendaagse opwekkingssamenkomsten. De enige keer dat je leest dat mensen achteruit deinzen en ter aarde vallen, is wanneer de soldaten met vertegenwoordigers van de overpriesters en Farizeeën, met Judas, in Gethsemane de Here Jezus gevangen willen nemen (Johannes 18:6).
Opwekkingen gingen in de tijd van de Bijbel al gepaard met verootmoediging, met belijdenis van schuld en zonde, met een diep ontzag voor de heiligheid van God en met bekering. Ook in voorgaande eeuwen was dat zo. Ook nu, anno 2012, zijn dit de kenmerken van ware opwekkingen.
Niet het zogenaamde vallen in de geest, niet het uitstoten van vreemde geluiden, niet de ongecontroleerde bewegingen die mensen dan maken, maar de uitroep, gewerkt door de Heilige Geest: ‘Ik heb gezondigd, wat moet ik doen om behouden, om gered te worden?’
Dat lezen we toch ook in Handelingen 2, als reactie op de toespraak van Petrus na de uitstorting van de Heilige Geest: ‘En toen zij dit hoorden, werden zij diep in het hart geraakt en zeiden tegen Petrus en de andere apostelen: Wat moeten wij doen, mannenbroeders?’ (vers 37).
In het volgende vers klinkt dan het antwoord: ‘En Petrus zei tegen hen: Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen.’
Dan kan er van alles gebeuren: genezing, bevrijding, herstel, vergeving. Dan kan het zijn dat je op je knieën valt, omdat je zo onder de indruk van de heiligheid van de Here bent. Dan barst je misschien in tranen uit. Dan word je misschien heel stil, in stille aanbidding en verwondering. Laat de Heilige Geest Zijn werk doen in uw leven.
Manipuleer nooit de Heilige Geest. Pas op wanneer grote nadruk wordt gelegd op tekenen en wonderen. Niet elke genezing die als wonder wordt gepresenteerd, is een echte genezing. Altijd zal de Here Jezus centraal moeten staan.
Kijk eens naar de geschiedenis van Israel. Is er een volk dat meer wonderen heeft gezien dan juist dat volk? En wat werkte het uit? Vaak geen geloof. Het is maar de vraag hoeveel mensen er door tekenen en wonderen tot geloof komen.
Het grootste wonder is niet wanneer iemand wordt opgewekt uit de dood, maar wanneer iemand de Here Jezus leert kennen als zijn of haar Heiland en Verlosser. Dat is pas echt leven uit de dood.
Dat leven mag zichtbaar worden in ons leven, de Here Jezus Zelf, door ons heen. Op de plaats waar Hij ons geplaatst heeft. In de kerk, in de politiek, in de samenleving, in de familie, in het open veld. Tot eer van Hem en tot zegen van velen.
Dirk van Genderen