Pasen: De overwinning door onze Here Jezus Christus

‘De dood is verslonden tot overwinning. Graf, waar is uw overwinning? De prikkel nu van de dood is de zonde en de kracht van de zonde is de wet. Maar God zij dank, Die ons de overwinning geeft door onze Here Jezus Christus.’ Woorden vol van troost en bemoediging uit 1 Korinthe 15:54-57. Woorden die gezegd kunnen worden omdat de Here Jezus dood en graf heeft overwonnen. Hij leeft!

We kunnen erg opzien tegen de dood, tegen het sterven. Dat is heel begrijpelijk. De dood hoort niet bij het leven. Maar de dood is wel de enige mogelijkheid om voor altijd bij de Here te komen, tenzij we de wederkomst van de Here Jezus meemaken. In Psalm 73:24 lezen we: ‘U zult mij leiden door Uw raad, daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen.’

Er is goed nieuws. De Here wil ons verlossen van de angst voor dood. Dat zegt immers in Hebreeën 2:13b-15: ‘Zie, Ik en de kinderen die God Mij gegeven heeft. Omdat nu die kinderen van vlees en bloed zijn, heeft Hij eveneens daaraan deel gehad om door de dood hem die de macht over de dood had – dat is de duivel – teniet te doen, en allen te verlossen die door angst voor de dood gedurende heel hun leven aan slavernij onderworpen waren.’

Direct na ons sterven zullen we, als we de Here Jezus mogen kennen, voor altijd bij Hem zijn. Terwijl onze nabestaanden treuren en huilen, zijn we al ingegaan in Zijn heiligdom. Denk maar eens aan de woorden die de Here Jezus sprak tegen de moordenaar die met Hem gekruisigd was en die aan Hem vroeg of Hij hem wilde gedenken als Hij in Zijn Koninkrijk gekomen zou zijn: ‘Heden zult gij met Mij in het Paradijs zijn’ (Lucas 23:43). Heden, vandaag, direct.

De Here Jezus is ons voorgegaan. Met Zijn eigen bloed is Hij voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht (Hebreeën 9:12).
‘Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons,’ klinkt het in Hebreeën 9:24. ‘Hij is bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijn offer’ (vers 26).

Paulus spreekt in 2 Korinthe 5:1 over de dood als het afbreken van onze aardse tent. ‘Wij weten immers dat, wanneer ons aardse huis, deze tent, afgebroken wordt, wij een gebouw van God hebben, een huis niet met handen gemaakt, maar eeuwig in de hemelen.’ Wij verlangen er vurig naar om met deze woning die uit de hemel is, overkleed te worden, zegt het volgende vers. De hemel is ons ware thuis.
Paulus verlangde ernaar om zijn intrek te nemen in zijn hemelse woning. Hij wist dat het daar oneindig veel beter zou zijn dan op aarde, maar hij wist tegelijk dat hij nog een taak had op aarde. We zijn immers slechts pelgrims, vreemdelingen en bijwoners op deze aarde.

Het is mooi wat we daarover lezen in Johannes 14:2 en 3, woorden van de Here Jezus Zelf: ‘In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken. En als Ik heengegaan ben en plaats voor u gereedgemaakt heb, kom Ik terug en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.’
Verlangt u daar ook naar, net zoals we bij Paulus lezen, in 2 Korinthe 5:8: ‘Maar wij hebben goede moed en wij hebben er meer behagen in om uit het lichaam uit te wonen en bij de Here in te wonen.’

Wellicht zullen we direct na onze dood door engelen naar onze plaats van bestemming worden gebracht, waar we bij Christus zullen zijn. Onze ziel zal dan in de hemel overkleed worden met witte klederen (zie de brieven aan de zeven gemeenten in Openbaring 2 en 3).
Ik geloof ook dat er in de hemel herkenning zal zijn. Onze geliefden, die de Here Jezus kenden en lief hadden, zijn er al, ze zijn ons voorgegaan. Ik hoorde een moeder een keer zeggen: ‘We hebben zeven kinderen, zes op aarde en één in de hemel’. Wat mooi, om dat te kunnen zeggen en dat te weeten. De scheiding is slechts tijdelijk.

Met Pasen vieren we de opstanding van de Here Jezus. Dood en graf overwon Hij. Eenmaal – wie weet hoe spoedig al – breekt het moment aan dat allen die in de Here ontslapen zijn, zullen opstaan uit de dood, wanneer Hij terugkeert naar deze aarde. Daarover lezen we in 1 Thessalonicenzen 4:13-18: ‘Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben. Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem. Want dit zeggen wij u met een woord van de Here, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Here, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan. Want de Here Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan. Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Here in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Here zijn. Zo dan, troost elkaar met deze woorden.’

Ook 1 Korinthe 15 spreekt heel rijk over de opstanding. Leest u maar wat vers 50-53 zegt: ‘Maar dit zeg ik, broeders, dat vlees en bloed het Koninkrijk van God niet kunnen beërven, en de vergankelijkheid beërft de onvergankelijkheid niet. Zie, ik vertel u een geheimenis: Wij zullen wel niet allen ontslapen, maar wij zullen allen veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, bij de laatste bazuin. Immers, de bazuin zal klinken en de doden zullen als onvergankelijke mensen opgewekt worden, en ook wij zullen veranderd worden.
Want dit vergankelijke moet zich met onvergankelijkheid bekleden en dit sterfelijke moet zich met onsterfelijkheid bekleden.’

Ons dode lichaam wordt gezaaid in oneer, in vergankelijkheid en opgewekt in heerlijkheid. De opstanding van de Here Jezus is de absolute garantie voor onze opstanding. Nogmaals 1 Korinthe 15, nu de verzen 20 en 21: ‘Maar nu, Christus ís opgewekt uit de doden en is de Eersteling geworden van hen die ontslapen zijn. Want omdat de dood er is door een mens, is ook de opstanding van de doden er door een Mens.’

Ons toekomstig lichaam zal hetzelfde zijn als het lichaam van de Here Jezus na Zijn opstanding. Afstanden zijn dan geen probleem meer, muren en deuren ook. Na Zijn opstanding verscheen de Here en verdween Hij. Hij kwam zo door de dichte deur naar binnen. 1 Johannes 3:2b zegt immers: ‘Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn.’

Het gaat in de hemel om de schoonheid en de heerlijkheid van Christus. Ons nieuwe thuis is het hemelse Jeruzalem. Openbaring 21:1 en 2 zegt: ‘En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde waren voorbijgegaan. En de zee was er niet meer. En ik, Johannes, zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, neerdalen van God uit de hemel, gereedgemaakt als een bruid die voor haar man sierlijk gemaakt is.’

De afmetingen van dit nieuwe Jeruzalem zijn onvoorstelbaar groot. Wanneer je de maten omrekent, kom je op 2500 kilometer lang, 2500 kilometer breed en 2500 kilometer hoog (zie vers 16 van Openbaring 21). De stad is gemaakt van zeer kostbaar gesteente. Openbaring 21:11: ‘Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis.’

We zullen er de Here loven, prijzen en aanbidden (Openbaring 22:3 en 4). We zullen als koningen met Christus regeren, duizend jaar lang, zegt Openbaring 20:4. Openbaring 21 spreekt vervolgens over de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. ‘De tent van God is dan bij de mensen, Hij zal bij hen wonen, en zij zullen Zijn volk zijn, en God Zelf zal bij hen zijn en hun God zijn’ (Openbaring 21:3).
De dood zal er niet meer zijn, geen ziekte, geen verdriet, geen tranen, geen pijn, meldt Openbaring 21, en ook geen zon, geen maan, geen leugen, geen gruwel, geen honger en ook geen tempel, want de Here, de almachtige God, is haar tempel en het Lam. Het zal er volmaakt zijn!

O, welk een uitzicht, welk een verwachting voor ieder die de Here Jezus mag kennen en liefhebben. Dit leven op deze aarde duurt maar een ogenblik. Hoe heerlijk zal het zijn om de eeuwigheid door te brengen in de tegenwoordigheid van de Here Jezus, in Zijn heerlijkheid!

Iedereen van harte rijk gezegende paasdagen toegewenst!

Dirk van Genderen