God leeft en Hij spreekt

Sommigen beweren dat God Nederland verlaten heeft of bezig is te verlaten. Ons land is zo zondig geworden, dat wij ieder moment Gods oordeel kunnen verwachten. Door zo te denken en zo te spreken, doen wij de Here enorm tekort.

Zijn zegen zal niet rusten op ons negatieve spreken over wat Hij doet in ons land. Er zijn vele duizenden prachtige verhalen te vertellen van mensen die de Here Jezus hebben leren kennen. Soms leest u zo’n verhaal in de Nieuwsbrief, en daar wil ik graag mee doorgaan, ter bemoediging.

Te weinig horen we God loven en prijzen voor Zijn werk in mensen. Het is toch werkelijk wonderbaar wat Hij doet in levens van mannen en vrouwen, jongeren en kinderen.
En natuurlijk, we mogen ernaar verlangen en erom bidden dat daar meer zichtbaar van zal worden, maar laten we niet doen alsof het werk van God in Nederland een aflopende zaak is.

Regelmatig word ik bemoedigd door kostbare kinderen van God, mensen die ik niet eens ken, die reageren op wat ik heb geschreven en gezegd. Ik hoor over bidstonden en Bijbelstudies, gewoon bij mensen thuis. Over mensen die hun hele leven al in de kerk komen en op een dag een ontmoeting hebben met de Here Jezus en werkelijk tot persoonlijk geloof in Hem komen. Over mensen die opeens gaan zien in welke tijd we leven, dat de wederkomst van de Here Jezus aanstaande is. Over mensen die opeens liefde krijgen voor Israel, Gods volk, waarmee Hij nog grootse plannen heeft.

Er is zoveel goed en mooi nieuws. We hebben een levende God. Hij spreekt. In het Journaal en in de meeste kranten lees je hier helaas zelden iets over. Het beste nieuws wordt verzwegen!
Juist dit moeten de mensen weten. Zo was het ook in de tijd van het Bijbelboek Handelingen, na de uitstorting van de Heilige Geest. Alle aanwezigen in Jeruzalem hoorden de volgelingen van de Here Jezus spreken over de grote werken van God. Wat een getuigenis!

Duizenden kwamen er tot geloof. Een echte opwekking. ‘En zij loofden God en vonden genade bij heel het volk. En de Here voegde dagelijks mensen die zalig werden, aan de gemeente toe’ (Handelingen 2:47).
God leeft en Hij spreekt. In de Bijbel kom je dat zo vaak tegen, bijvoorbeeld in Psalm 85. Daar klinkt het: ‘Ik zal horen, wat God, de HEERE, spreken zal, want Hij zal tot Zijn volk en tot Zijn gunstelingen van vrede spreken’ (vers 9a).

Soms ontmoet je mensen die zo vol zijn van de Here Jezus, dat hun mond ‘overloopt’ van Hem. Dat is zo heerlijk. Ze kunnen niet zwijgen. Ze leven met Hem en spreken over Hem. En Hij spreekt tot hen. Als je erop gaat letten, ontdek je dat ook gelovigen in de Bijbel zo met Hem leefden. ‘Wee mij, als ik het Evangelie niet verkondig,’ lezen we van Paulus in 1 Korinthe 9:16b. En dan niet alleen in de kerk, maar ook in de samenleving. In Handelingen 17 bijvoorbeeld lezen we dat Paulus zijn boodschap ook bracht aan de wijze mensen op de Areopagus, in Athene.

Dat wij soms te klein denken van Gods werk in de tijd waarin we leven, vinden we ook in de Bijbel terug. ‘Grote’ Godsmannen dachten soms dat Hij Zich had teruggetrokken en dat zij de enigen waren die Hem nog dienden. Zo iemand was Elia. Vorige week schreef ik nog over hem. Hij kreeg van de Here te horen dat er in Israel nog 7000 mensen waren die de knieën niet gebogen hadden voor Baäl.

We doen het werk van God ernstig tekort als we alleen maar spreken over kerkverlating en de afval van het geloof. Dat is ernstig, zonder meer, en daarmee roepen we Gods oordelen over ons heen. Maar er is méér: God leeft en Hij spreekt. Wij kennen de aantallen niet, dat weet de Here alleen, maar ik ben er vast van overtuigd dat er in ons land nog heel wat meer dan 7000 mensen zijn die de knieën niet buigen voor afgoden van onze tijd.

Veel gelovigen voelen zich eenzaam, soms in hun eigen kerk of gemeente, of in hun eigen gezin. Ze verlangen naar eenheid met anderen. Ik denk dat de Here in deze tijd gelovigen naar elkaar toe gaat brengen. Kerkmuren zullen minder belangrijk worden. Het verlangen naar geestelijke eenheid wordt sterker en we hebben de luxe toch niet meer om nog langer gescheiden op te trekken.

Moeten we zo’n eenheid dan gaan organiseren? Wellicht wordt er al teveel georganiseerd en vergaderd. Laten we het van de Here verwachten en ons laten leiden door de Heilige Geest. Als we al die vergadertijd eens met elkaar door zouden brengen op de knieën, dan zou de huidige situatie er heel anders uitzien. Daar ben ik vast van overtuigd. Dan verheffen we ons niet meer boven de ander, ‘maar dan zal, in nederigheid, de één de ander voortreffelijker achten dan zichzelf’ (Filippenzen 2:3b).

De Here wil ons hierin leiden. En misschien komt dan ook het moment dat Hij mensen roept om iets nieuws tot stand te brengen. Dan moeten onze oren wel open zijn om Zijn stem te verstaan…

Dirk van Genderen