Wie zonder zonde is…

Telkens weer komen nieuwe schandalen en onthullingen in het nieuws: van frauderende wetenschappers, met de waarheid sjoemelende eindtijdpredikers, dubbelspel spelende televisiedominees en andere leiders die van hun voetstuk vallen. Dubbel pijn doet het wanneer het christenen betreft, zeker als het christelijke leiders zijn.

U kent vast wel de geschiedenis van de overspelige vrouw in Johannes 8. Zij is betrapt op het plegen van overspel. Vervolgens komen de Schriftgeleerden en de Farizeeën op het idee haar naar de Here Jezus te brengen.
Ze hebben hun aanklacht snel rond: de wet van Mozes zegt dat ze moet worden gestenigd. Wat zal Zijn oordeel zijn? Zo proberen ze Hem in verzoeking te brengen, opdat ze Hem kunnen aanklagen (Johannes 8:6).

Aan dit gedeelte moest ik de afgelopen dagen denken. Hoe zou de Here Jezus reageren op mensen die ernstige misstappen hebben begaan?
Zijn reactie op de aanklacht van de Farizeeën is zonder meer opmerkelijk. Hij zegt niets. Hij buigt Zich en schrijft met Zijn vinger in de grond. Zo maakt Hij duidelijk dat Hij geen oordeel wil uitspreken.

De Farizeeën en de Schriftgeleerden zullen, als kenners van de Schriften, direct gedacht hebben aan Jeremia 17:13: ‘HERE, Hoop van Israël, allen die U verlaten, zullen beschaamd worden. Wie zich van mij afkeren, zullen in de aarde worden geschreven, want zij hebben de bron van het levende water, de HERE, verlaten.’
Wellicht schreef de Here Jezus hun namen in de grond. Wie is hier eigenlijk de schuldige? Deze boodschap zal hun niet ontgaan zijn…

Dan spreekt de Here Jezus: ‘Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen’ (vers 7). Door te zeggen dat alleen iemand die zonder zonde is, de eerste steen mag werpen, benadrukt Hij het belang van barmhartigheid en vergeving. En tegelijk geeft Hij aan dat de aanklagers zelf ook schuldigen zijn. Hij laat hun zien dat zij niet het recht hebben deze vrouw te veroordelen.

De reacties op de recente onthullingen en schandalen tonen aan dat wij erg snel klaar staan met ons oordeel als anderen op hun zonden en misstappen worden betrapt. Soms lijken we er zelfs een behagen in te hebben om die ander in het openbaar aan de schandpaal te nagelen. Misschien lijken we in dit opzicht wel op de Farizeeën. Alsof wij zonder zonde zijn en het recht hebben de ander te veroordelen.

Begrijp me niet verkeerd. Het gaat er niet om zulke daden goed te praten. Dat doet de Here Jezus ook niet. Want als de Schriftgeleerden en de Farizeeën beschaamd het toneel hebben verlaten en daarmee aangeven zelf niet zonder zonde te zijn, zegt Hij tegen de vrouw: ‘Dan veroordeel Ik u ook niet; ga heen en zondig niet meer’ (vers 11).
De werken van de duisternis moeten ontmaskerd worden. En ik hoop en ik bid dat degenen die in opspraak komen of zijn gekomen, tot inkeer komen en zich bekeren. Bij de Here is toch vergeving…

Opnieuw de vraag: Hoe zou de Here Jezus vandaag reageren in genoemde situaties? En denk dan niet alleen aan de onthullingen en schandalen, maar maak het eens breder. Naar onze eigen gemeente, familie, werksituatie, onszelf.
Wie voor de Here Jezus komt te staan, zal er diep van doordrongen zijn dat Hij de zonden in ons leven niet kan gedogen. Zijn heiligheid biedt geen enkele ruimte voor onze onheiligheid.

Dat zal de overspelige vrouw ook beseft hebben. Vol verbazing zal ze de reactie van de Here Jezus hebben gezien en aangehoord. Hij laat geen millimeter ruimte voor haar daad, maar is tegelijk vol liefde en ontferming. En reken maar dat ze erdoor is geraakt tot in het diepste van haar innerlijk.

Wie beseft hoe zwaar de Here Jezus heeft moeten lijden voor onze zonden, zal het wel uit zijn of haar hoofd laten om liefdeloos te oordelen over de ander die in zonden is verstrikt geraakt. De vraag komt op ons af of we reageren zoals de Farizeeën en de Schriftgeleerden of dat er iets van de Here Jezus in ons zichtbaar is. Plus een besef dat ook wij niet zonder zonde zijn. Alleen wie zonder zonde is, mag een steen werpen.

Dirk van Genderen