Het valt mij telkens weer op dat het allergrootste deel van veel gebeden bestaat uit het opsommen van vragen en wensen aan de Here God. Slechts zelden wordt Hij gedankt voor wat Hij heeft gedaan en nog minder voor wat Hij nog gaat doen. Terwijl dat toch zo belangrijk is.
Het lijkt erop dat wij de Here weinig dankbaar zijn voor wie Hij is en wat Hij doet in ons leven en in de wereld. Onze gebeden bestaan voor een belangrijk deel uit vragen en smeken. Om Gods hulp, Zijn zegen, gezondheid, vrede, een wonder, vergeving, bekering…
‘Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God; en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus,’ lezen we in Filippenzen 4:6 en 7.
Het is opvallend hoe vaak de Bijbel ons oproept om te danken. En niet zelden al voordat een gebed is verhoord. Enkele voorbeelden.
In 2 Kronieken 20 lezen we over de strijd van de Moabieten en de Ammonieten tegen Israel. Koning Josafat is bevreesd en besluit de Here te raadplegen. Voor heel Juda wordt een vasten uitgeroepen.
In vers 15b-17 lezen we dat de Geest van de Here op de leviet Jahaziël komt. Zijn boodschap is helder: ‘Zo zegt de HERE tegen u: Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan God. Ga morgen op hen af. Zie, zij trekken nu over de pas van Ziz. U zult hen aantreffen aan het einde van het dal, vóór de woestijn van Jeruel. Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HERE dat met u is, Juda en Jeruzalem. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Trek morgen tegen hen op, want de HERE zal met u zijn.’
Wanneer het moment van de strijd is aangebroken, neemt Josafat het woord: ‘Vertrouw op de HERE, uw God, dan zult u standhouden. Vertrouw op Zijn profeten, dan zult u voorspoedig zijn’ (vers 20b).
Daarna worden mannen opgesteld die de Here gaan loven en prijzen. Zij trekken voor de gewapende mannen uit en zingen: ‘Loof de HERE, want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig!’ (vers 21b).
Op het moment dat er nog niets zichtbaar is van de overwinning, wordt de Here al geloofd en geprezen. Dat spreekt toch van vertrouwen op God!
Prachtig is het om dan te lezen wat de Here doet: ‘Juist op de tijd dat zij met gejuich en lofzang begonnen, legde de HERE hinderlagen tegen de Ammonieten, Moab en de bewoners van het Seïrgebergte die op Juda waren afgekomen, en zij werden verslagen.’ De Here geeft volkomen overwinning.
Ongeveer op dezelfde wijze vallen de muren van Jericho, waarover we lezen in Jozua 6. Nadat het volk Israel op de zevende dag voor de zevende keer om de stad is getrokken, blazen de priesters voor de zevende keer op de bazuinen en juicht het volk.
‘Het volk juichte, toen zij op de bazuinen bliezen. En het gebeurde, zodra het volk het bazuingeschal hoorde, dat het volk een luid gejuich aanhief. En de muur stortte in en het volk klom de stad in, ieder recht voor zich uit, en zij namen de stad in’ (vers 20).
Minder spectaculair maar zeker zo intens is de oproep om de Here te loven op tal van plaatsen in de Psalmen, niet zelden te midden van beroerde omstandigheden. Gaat u de Psalmen maar weer eens een keer lezen, dan zult u het zien. Misschien is deze vakantieperiode daar een goed moment voor.
Ook het Nieuwe Testament bevat deze oproep om de Here te loven en te danken. In het al genoemde Filippenzen 4 volgt na de oproep om al onze wensen door gebed en smeking bekend te laten worden bij God, de belangrijke aanvulling om de Here te danken.
Laat het echter geen geestelijk kunstje worden om dit uit te gaan proberen. Dan zal het zeker niet werken. Misschien bidt u al jaren ergens om, maar u hebt het idee dat de Here u niet hoort. Dat kan. Een oorzaak kan zijn dat er zonden in ons leven zijn die scheiding maken tussen God en ons. O, breek daarmee, belijd uw zonden en bekeer u.
Moet u nu dan alvast gaan danken voor het wonder dat de Here gaat geven? Zo bedoel ik het niet en ik geloof ook niet dat de Bijbel die weg wijst.
Het belangrijkste is dat we de Here Jezus kennen. Hij wil ons leiden door Zijn Woord en Zijn Geest. In de genoemde voorbeelden was de lofprijzing geen geheim wapen om de overwinning te forceren. Nee, er waren telkens mensen die de stem van de Here hoorden en deden wat Hij hun zei. Wanneer de Here dan leidt om Hem te gaan loven en prijzen, dan zal Hij zelf ook voor de uitkomst, de overwinning zorgen. Hem komt dan toe alle lof, eer, dank en aanbidding, tot in eeuwigheid.
Dirk van Genderen