Onlangs was ik op een verdiepingsconferentie van HeartCry. Als spreker was aanwezig ds. Conrad Mbebe uit Zambia. Een paar weken geleden schreef ik er al iets over in de Nieuwsbrief.
Hij wordt wel de Afrikaanse Spurgeon genoemd. Heel raak was zijn lezing over christelijk leiderschap. Belangrijke kenmerken van geestelijke leiders zijn volgens hem: Ootmoed en nederigheid. En juist daar ontbreekt het nogal eens aan.
Mbebe sprak aan de hand van Markus 10:35-45, waar Jakobus en Johannes, de zonen van Zebedeüs, aan de Here Jezus vragen of ze elk aan een kant van Hem mogen zitten in Zijn Koninkrijk. ‘Dat zal gegeven worden aan hen voor wie het bestemd is,’ krijgen ze echter te horen. Dat zal een streep door hun rekening zijn geweest.
Daarop roept Hij Zijn discipelen bij Zich en zegt: ‘U weet dat zij die geacht worden leiders te zijn van de volken, heerschappij over hen voeren, en dat hun groten gezag over hen uitoefenen. Maar zo zal het onder u niet zijn; maar wie onder u belangrijk wil worden, die moet uw dienaar zijn. En wie van u de eerste zal willen worden, die moet slaaf van allen zijn. Want ook de Zoon des mensen is niet gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, en Zijn ziel te geven als losprijs voor velen’ (vers 42-45).
In de pauzes op die studiedag sprak ik met verscheidene aanwezigen. Het was opmerkelijk dat ik tot twee keer toe een vrijwel identiek verhaal kreeg te horen. Over de pijn die ze hadden doorgemaakt in hun gemeenten. Over leiders die hoogmoedig waren geworden en zichzelf zo belangrijk vonden. Die de alleenheerschappij in de gemeente naar zich toe trokken. Die minstens tien procent van de inkomens van de gemeenteleden eisten. Die volkomen toewijding vroegen.
‘Het erge is,’ zeiden ze, ‘dat we pas te laat ontdekten wat er aan de hand was.’ Ze voelden zich gemanipuleerd. Ze waren gehersenspoeld. Omdat het zo geleidelijk was gegaan. Op een gegeven moment kwamen de twijfels naar boven. En dat zorgde voor veel pijn. Ze voelden zich schuldig, ze waren er immers zelf in meegegaan. Meestal kostte het veel tijd en strijd om uit zo’n situatie vrij te komen.
‘Ook geestelijk was het een heel zware tijd,’ vertelden deze mensen. ‘Het werd geestelijk donker in ons leven. Het licht verdween. Het duurde jaren voordat we geestelijk weer adem konden halen.’
Wat een drama’s vinden er plaats in de christelijke wereld. Omdat geestelijke leiders de woorden van de Here Jezus in Marcus 10 aan hun laars lappen. Ze willen groot zijn, belangrijk, eer en applaus ontvangen. Ze willen op de eerste plaats staan, de grote geestelijke leider zijn, de ‘gezalfde des Heren’. Wat zij zeggen, is Gods woord, geloven ze. Hun mening, is Gods mening, denken ze.
En iedereen die het anders ziet, is een vijand van God en van Zijn gemeente, vinden zij. Zo iemand moet zich bekeren, anders kan hij of zij vertrekken. Wee degene die de ‘gezalfde des Heren’ aanraakt.
Leiders, voorgangers: toets uw houding aan de woorden van de Here Jezus. Wordt uw houding gekenmerkt door ootmoed, door nederigheid? Wanneer uw eigen eer op de voorgrond staat, steelt u de eer die alleen God toekomt. Maar wanneer we Zijn heerlijkheid, Zijn glorie laten schitteren, komen we zelf op de achtergrond te staan.
Voor geestelijke leiders dreigt het gevaar dat ze blind zijn voor hun eigen houding. Daarom is het belangrijk alert te zijn. Te prijzen is de leider die zich laat corrigeren. Toets uw leiders, uw voorgangers, maar ook uzelf aan de woorden van de Here Jezus in Markus 10. Alleen Hem komt toe alle eer, glorie, lof en aanbidding.
Dirk van Genderen
Geplaatst op donderdag 22 november 2012 om 21:14
Het zijn helaas niet alleen de “leiders” die zichzelf groot maken, maar helaas ook de “goegemeente” die alles maar over zich heen laat komen. In de traditionele kerken wordt dat nog ingedamd door de kerkeraad gelukkig, maar in die “feestgemeenten” gaat het zeer vaak fout.
De fout van Rechabeam, die zich door zijn jonge raadgevers liet aanpraten dat “zijn pink dikker zou zijn dan zijn vaders lendenen” zie je zich voortdurend herhalen, met uiteindelijk scheuring als gevolg. Salomo zei het al, “Er is niets nieuws onder de zon”. Overigens is de “goegemeente” zich totaal niet meer bewust van de “gezonde leer” zoals Paulus die aan de gemeenten voorhield.
Men “samenkomt” er maar wat op los. Alsof er geen Heer meer is over Zijn Huis. Geen interesse meer helaas, want men kan de gezonde leer niet meer verdragen en zoekt zichzelf leraars uit.
Geen wonder dan men dan “andere heren” krijgt. Kijk naar de Tabernakel en je weet wat er mis is.
De katholieken hebben het wasvat de voorhof uitgegooid, de Protestanten hebben het altaar verwijderd en de baptisten hebben de voorhof verwijderd. De charismatische gemeenten aanbidden de gouden kandelaar in plaats van hun offeranden te brengen op het verzoendeksel.
De Heer van de kerk staat buiten en klopt op de deur. Wie weet, doet er iemand open.
Geplaatst op donderdag 22 november 2012 om 21:17
Beste Dirk, als ik zo over jouw woorden nadenk dan vind ik het inderdaad ook best wel treurig, ‘christelijk leiderschap’. In mijn navolging van Jezus, nu alweer meer dan veertig jaren, was er nooit een geestelijke die mijn werk wilde bespreken en als je er daarom dus alleen voor staat ben je vooral verplicht om de bijbel te lezen en naar de Heer te luisteren in gebed.
Het kan niet anders of wij, christenen, staan in de sociaal-democratie en de opkomende islam onder zware druk. Het enige antwoord dat wij hebben, is de wet.
Om leiding te kunnen geven, moet je de minste zijn, de deurmat en de voetveeg, tot je in jouw relatie met Jezus de eis der wet hebt vervuld en Zijn liefde jou aandoet in opstandingskracht en de Heerlijkheid der wet.
Kinderen vinden dat heel normaal, dat je ‘m gewoon goed hebt.
Zij hoeven niet te weten dat de macht van Jezus WET is geworden in jouw priesterschap en dat het (hallelujah!) Zijn Geest is die verder het lichaam, de Gemeente, bouwt. dag
Geplaatst op donderdag 22 november 2012 om 21:55
Beste Dirk,
Over het punt van de eerste te willen zijn en te heersen over anderen, heb ik een tijdje geleden ook
nagedacht. Het lijkt mij als je iets dergelijks doet, voor wie doe je het dan? Natuurlijk voor jezelf
maar in ieder geval niet voor God. En wat niet voor God is, is tegen God en voor de tegenstander de
satan. De wereld is in twee kampen verdeeld. Alles wat van God is en bij God hoort en de rest die van
de zonde, de wereld en de duivel is. Met het laatste bedoel ik dan het wereldsysteem in de wereld.
Verder lijkt mij dat dan zinloos als je ijdele eer najaagt en de eer die van de enige God komt, niet
zoekt. Want wat kunnen die dingen nu voortbrengen die niets met God te maken hebben? Het loon van de
zonde is de dood (Rom 6:23). Heersen over anderen is wat de satan ook doet. Degenen die dat (nog) niet
begrepen hebben, missen de leiding van de Geest op dit gebied en het zicht op wie Jezus in werkelijk-
heid is. Hij waste de voeten van Zijn discipelen (Joh 13:1-20). Hij wil dat wij zo leren elkaar te
dienen en niet over elkaar te heersen. In het NT staat op verschillende plaatsen om onszelf te
vernederen. De verhoging komt van God en niet van onszelf (1 Petr 5:6).
Groeten van San
Geplaatst op zaterdag 24 november 2012 om 17:47
Beste Dirk,
De leiding van de kerk bestaat uit meer mensen dan de dominee. Dat wordt weleens vergeten. De ouderlingen zijn er ook nog. Verder kunnen gewone gemeenteleden de ouderlingen corrigeren vanuit de Bijbel. Een dominee moet in zijn preken echter wel de weg van God aanwijzen en aandringen op gehoorzaamheid. Ook mag een dominee financieel om offers vragen.
Geplaatst op zaterdag 24 november 2012 om 19:01
Sjalom,
Het leiderschap dient een afgeleide te zijn van dienstbaarheid. De instructies die Yeshua aan Zijn discipelen geeft worden ondubbelzinnig weergegeven in Mattheus 10. Afhankelijkheid van de Zender zorgt ervoor dat de antenne goed gericht op de Zender. De geringste afwijking geeft een vervaagd beeld of een ruis op de lijn. Een grotere afwijking doet alles vervagen en de glans van het Evangelie wordt dof en klinkt als een dissonant.
Het is dus zaak dat de verkondiger er doorlopend op gespitst te blijven om ruis te voorkomen. Een sluipend proces is de verkondiger zichzelf aan het oppoetsen door zijn succesvol optreden. Een overbekende valkuil die versterkt wordt als de verkondiger niet open staat voor correctie.
Wanneer iemand ruis op de lijn vaststelt heeft hij zeer veel wijsheid van G’d nodig om de verkondiger op een liefdevolle en directe manier te corrigeren. Komt dat over dan zijn zowel de verkondiger en degene die corrigeert op de plaats waar G’d hen wil hebben, namelijk de positie van afhankelijkheid aan G’d.
De ruis is er weer vanaf, het beeld is weer scherp, de glans van de voorganger verbleekt ten gunste van de Zender die hem daarvoor heeft bestemd. Als gastspreker moet ik ook oppassen om niet met mijn kennis te pronken. Kennis is immers de basis om het woord van G’d in al zijn schoonheid, diepte en rijkdom te verkondigen. De glanzende parels die daarin ontdekt worden lagen er al lang in. Wanneer G’d met Zijn Geest mijn ogen opent glanzen deze voor mij persoonlijk. De vreugde daarvan wil je graag met anderen delen. Het zijn echter niet jouw parels maar die van G’d. Laat je die zien aan je toehoorders dan ben ik een instrument in de hand van G’d.
Het is goed dat ook dit deel, de afhankelijkheid van de Zender, naar voren wordt gehaald. Het laat voorgangers zien dat ze met beide benen op de grond moeten blijven staan. Voor gemeenteleden: eer je voorgangers maar zet ons niet op een voetstuk.
Geplaatst op zaterdag 24 november 2012 om 22:53
Even iets m.b.t. de video met ‘verdraaide’ beelden waarin o.a foto’s en beelden uit Syrië worden getoond als waren het foto’s of beelden van de Gazastrook.
Zou het niet goed zijn als je deze video ook doorstuurt naar de div. politieke partijen opdat zij, die meer Gaza gericht zijn en Israël steeds weer als de schuldige willen aanwijzen, dit als een stukje wakkerschudding mogen ontvangen?
Ik ga er daarbij wel vanuit dat het betrouwbare informatie is, want anders zou het alleen maar schaden.
Geplaatst op zondag 25 november 2012 om 2:34
Shalom broeder Dirk,
Ik ben het helemaal eens met het commentaar en de reactie daar op.
Zelf mag ik mede leider zijn van een gemeente, gelukkig zonder titel.
Een leider moet naast de mensen gaan staan en niet er boven. Eisen stellen over geld en dergelijke vind ik helemaal uit den boze. Natuurlijk heeft een gemeente financiële steun nodig
maar daar kan alleen zegen op rusten als de giften van harte gegeven zijn aan de gemeente.
De gemeente hoeft niet voor de voorganger te zorgen, wij moeten voor elkaar zorgen indien nodig
zo als in de eerste gemeente die in Handelingen genoemd wordt.
Geplaatst op zondag 25 november 2012 om 15:30
Beste Dirk,
Ik ben het er mee eens, dat een leider, en niet alleen een leider, maar ook de gemeenteleden, nederig en dienstbaar moeten zijn.
Tienden mag je niet afdwingen, o.k., maar hoe bedoel je dat met die totale toewijding? Die kun je ook niet afdwingen van de gemeenteleden; maar als je jezelf niet volkomen wilt toewijden en ook wat betreft geld geven meer aan je eigen portemonnee denkt dan aan het werk van de Heer, mag je jezelf dan wel christen noemen? Ik mag natuurlijk niet een ander veroordelen, ook al vermoed ik dat er mogelijk nog wel het één en ander schort aan zijn/haar toewijding. Een ander manipuleren is ook uit den boze. Het begint altijd bij mezelf: Ben ik volkomen toegewijd aan de Heer? Geef ik werkelijk wat God wil dat ik geef?
Ik vind dat gemeenteleden ook nog wel eens irreële verwachtingen hebben van hun voorganger. Hij moet altijd klaar staan, al is het midden in de nacht, en o wee, als hij een foute inschatting maakt…dan is de gemeente te klein en dan begint de roddel. Er zijn ook voorgangers die kapot gemaakt worden door hun gemeenteleden.
Geplaatst op maandag 26 november 2012 om 0:23
Ik draai in de “christelijke wereld” al meer dan 50 jaar mee. Ik heb veel dingen zien gebeuren. Helaas zijn het vaak juist de gemeenteleden, die hun voorganger op een voetstuk zetten….. Het zijn sterke schouders, die deze “weelde” kunnen dragen. Dagelijks bid ik er voor om niet hoogmoedig te worden als de Heer weer eens wat voor mij geregeld heeft of mijn getuigenis blijkt aan te slaan. Je wordt oh, zo gauw de hemel in geprezen. Wie gevoelig is voor “macht” zal van die macht gebruik zo niet zelfs misbruik maken. Wie kan zeggen, de vruchten van de Geest (Gal. 5) te hebben ontvangen, die eigenlijk het karakter van Jezus Christus Zelf uitmaken? Dit zijn ze alle negen op een rijtje: 1. Liefde; 2. Blijdschap; 3. Vrede; 4. Lankmoedigheid; 5. Vriendelijkheid; 6. Goedheid; 7. Trouw; 8. Zachtmoedigheid; 9. Zelfbeheersing. De laatste ervaar ik vaak als het moeilijkste…. Ik ben er van overtuigd, dat wie leeft naar dat rijtje, als voorganger niets te vrezen heeft. Ook gemeenteleden moeten hun voorganger steeds toetsen naar dat rijtje, ook al is hij nog zo aardig. Het is een regelrechte ramp voor de gelovigen en voor de buitenstaanders, als men een afwijking of afwijkend gedrag uit dat rijtje laat escaleren in een gemeente. Elke voorganger heeft een voorbeeldfunctie, een hele grote verantwoording!!
Geplaatst op maandag 26 november 2012 om 11:57
Graag wil ik ingaan op de eerste rectie van Duinsnip nl dat niet alle Baptisten gelijk denken en dat is soms wel eens moeilijk en zoek je een Gemeente die bij jou past.
Geplaatst op maandag 26 november 2012 om 18:48
Ik kan in het N.T. nergens het “ambt” van “voorganger” vinden, in de zin van een “hogepriester” die de hele dienst leidt.
Matt.23:8-12
1Kor.3:16,6:19,14:26
Efeze2:18-22
1Kol.3:16
Hebr.3:6,10:19-25
1Petrus2:3-10
Openb.1:5-6
Wel zijn er herders, leraars en evangelisten, maar die zijn nu juist om de gelovige op te voeden tot volwassenheid in Christus, die het Hoofd is, tot priesters en leden van het Lichaam,
maar dat is een “levietendienst”.
Waarom keren we terug tot de O.T. tempeldienst en doen we net of de voorhang er nog is.
Geplaatst op maandag 26 november 2012 om 20:27
Beste Dirk,
Ik ben het met br Duinsnip eens dat er in het NT nergens gezegd wordt dat een voorganger
de gehele dienst moet leiden. Dit is een onbijbels principe. Wat dit betreft, kunnen wij nog van
“de Broeders” wat leren. Ook ben ik van mening dat een theologische opleiding iemand nog niet
gezag moet geven om een gemeente te leiden. Want Bijbelse zaken gaan over geestelijke zaken en
geen verstandelijke. Zij die veel van de Here hebben, hebben veel door te geven. En wij moeten
geestelijk inzicht niet verwarren met verstandelijke prestaties. Geestelijk inzicht komt door
openbaring en niet door intelligentie. Zelf maakte ik onlangs mee, dat een eenvoudige broeder die
geen hoge opleiding heeft genoten, meer inzicht heeft in de Schrift dan menig voorganger. Maar naar
de wijsheid van de onaanzienlijke wordt meestal niet geluisterd. Prediker 9:16 (NBG)
Groeten van San
Geplaatst op maandag 26 november 2012 om 23:49
Lieve medebroeders en zusters.
Graag willen wij anderen toetsen maar dit geldt ook voor onszelf. Willen wij ook getoetst worden op ons christenzijn. Onze Heer Jezus Christus vraagt ons alles voor Hem op te geven, Matth.10:37 en 19:29 en 30. Ook in zijn tijd waren er leerlingen die Hem verlieten omdat ze zijn rede zo hard vonden, Joh. 6:60. Daarom moeten wij voorzichtig zijn in ons oordeel en onze voorgangers respecteren, letten op hun levenswandel en hun geloof navolgen, Hebr. 13:7. Wij moeten nooit mensen navolgen en op een voetstuk zetten, maar Christus navolgen en daar heb ik voor mijzelf meer dan genoeg aan.
sjalom, Maggie
Geplaatst op woensdag 28 november 2012 om 18:23
Sjalom
Onder mijn volksgenoten was het de taak van de Levieten om mijn volk te onderwijzen. G’d had deze stam apart gezet voor deze taak. De overige stammen kregen de verplichting om de stam van Levi financieel te onderhouden en dat met een eeuwigdurende inzetting, de tienden. Zij, de Levieten, waren de ambassadeurs van G’d. Daarnaast werden er oudsten aangesteld die mijn volksgenoten staatkundig en rechtskundig moesten leiden. Dat het hier en daar behoorlijk mis is gegaan is grotendeels te wijten aan de houding die mijn volksgenoten aannamen tegenover onze leiders en leermeesters. Luxe en welvaart brachten ons vaak op verkeerde gedachten. Het sanhedrin bestond in de dagen van Yeshua nagenoeg uit de Sadduceeën, een groep die de opstanding loochent. Een kleiner deel was de Farizeeën. Een groep die uit alle macht probeerde te tempeldienst zo zuiver mogelijk te houden. Dat de tienden niet meer werd gegeven heeft zeer nadelige gevolgen gehad. Micha spreekt daar heel duidelijk mijn volksgenoten op aan. Yeshua heeft het regelmatig aan de stok met de geestelijke leiders van mijn volk. Men roept wel wat en men handelt niet naar de geboden die G’d aan ons heeft gegeven. De corrigerende woorden van Yeshua worden vaak door de gelovigen uit de volkeren geciteerd: het zijn de Joden die het niet goed doen. Het kan er bij mij niet in dat de gelovige uit de volkeren het beter zou doen. Het corrigerende optreden van Yeshua was zeer heilzaam, want velen van de priesters zijn tot erkenning gekomen dat Yeshua de Messias is. Over de voorhang valt het volgende te zeggen: het was de hogepriester niet toegestaan om zijn kleed te scheuren. Deed hij dat wel dan stopte met die daad zijn hogepriesterschap. Het scheuren van een kleed is een teken van rouw. Als het voorhang van boven naar beneden door G’d gescheurd wordt is dat een teken van rouw van G’d. Hij betreurt de dood van Zijn Zoon. Door de dood van Yeshua is de weg geopend. Dat is wat anders dan onder het voorhang leven.
Geplaatst op zondag 2 december 2012 om 6:24
Er stond een stukje over deze ‘Afrikaanse Spurgeon’ in De Oogst. Het ging ook over de valse profeten van het welvaartsevangelie. Vreemd hoe men soms met de meest vreemde uitleggingen komt om rijkdom te beloven voor de ware gelovige, terwijl een Paulus juist had geleerd om in alles tevreden te zijn, ook in armoede. Je merkt soms dat bepaalde teksten verzwegen of weggemoffeld worden.
Zelf ben ik onlangs bezig geweest met een boekje over Robert Chapman, getiteld ‘Agapè Leadership – Spiritual Lessons from the Life of R. C. Chapman’. De échte Spurgeon noemde Chapman ‘de heiligste man die ik ooit heb gekend’. Ik hoop eind januari de Ned. editie uit te geven. Wat mij bij het vertalen erin aansprak, waren de korte gezegden of uitspraken die hij vaak deed. Zijn zachtmoedige leiderschap wordt samengevat in een van zijn uitspraken:
‘Het beeld van de splinter en de balk (Matt. 7) maakt duidelijk hoe vaardig en zachtmoedig iemand moet zijn die zijn broeder wil bestraffen. Wie zou een zo kostbaar lid (lichaamsdeel) als het oog toevertrouwen aan een ruwe, ongeoefende hand?’
Zijn reactie op Darby, nadat deze zich van Newton had afgesplitst en tegenwierp dat hij zes maanden had gewacht voordat hij wegging, toont ons zijn geduld en verlangen naar eenheid:
‘Als die problemen zich in Barnstaple hadden voorgedaan, hadden we zes JAAR gewacht.’
Een ander citaat:
‘Vergeleken met de verdeeldheid tussen een handvol zondaren die verlost Zijn door het bloed van Christus, is de ondergang van een koninkrijk niet zo belangrijk in Gods ogen.’
De problemen onder ons worden veelal alleen veroorzaakt doordat we Gods werk als het onze zien. We claimen het voor onszelf. Leiders moeten niet zichzelf opwerpen (een manco van vandaag), maar dat moet spontaan gebeuren, zoals met de bloeiende staf van Aäron. Ze manifesteren zich vanzelf door het opstandingsleven, niet door zelf op de voorgrond te treden. Een waar leider geeft ook de ‘geur’ af van gewoon een broeder onder de broeders te zijn.
‘Blijf nederig, kijk omhoog en ga door.’ R. C. C.