Strijd in de gebeden voor Israel

Hoe moet het verder in Israel, nu de kiezer heeft gesproken? De verdeeldheid is groot. Met zijn combinatie Likud/Beitanu is Benjamin Netanyahu wel de grootste gebleven en de kans groot is dat hij opnieuw premier zal worden. Verder is het schokkend dat juist deze week, waarin ook de Holocaust werd herdacht, oud-premier Dries van Agt namens ‘Sloop de muur’ met 65.000 handtekeningen naar de Tweede Kamer kwam.

De rechtse partijen samen hebben 61 zetels gehaald, een nipte meerderheid in de 120 zetels tellende Knesset. Maar nu al klinken waarschuwende geluiden dat een te rechtse regering de jaarlijkse miljardensteun van Amerika aan Israel op het spel zal zetten.

Het is schokkend dat juist in deze week, in de week van de verkiezingen in Israel en in de week van de herdenking van de Holocaust, oud-premier Dries van Agt namens de organisatie ‘Sloop de muur’ 65.000 handtekeningen aan kwam bieden in de Tweede Kamer. Met dit zogenaamde burgerinitiatief probeert hij de Tweede Kamer zover te krijgen dat Nederland Israel zal gaan straffen voor de Veiligheidsmuur.
Tal van lezers van de Nieuwsbrief mailden of belden mij hierover. ‘Wij kunnen toch niet zwijgen, wat kunnen we doen,’ is wat terugkomt in veel reacties.

En zeker, ik pleit ervoor dat we laten zien en horen dat we achter Israel staan en voor Israel opkomen: in de samenleving, in de politiek, in onze kerken en gemeente, ook al betekent dat lijden.

Terwijl ik bezig was met dit commentaar, kwamen voortdurend de volgende woorden mij in gedachten: ‘Strijd in de gebeden voor Israel’. De woorden ‘Strijd in de gebeden…’ vinden we in de Bijbel, in Kolossenzen 4:12. Daar staat: ‘Epafras groet u, die er een van u is, een dienstknecht van Christus, die altijd voor u strijdt in de gebeden, opdat u, volmaakt en volkomen, vaststaat in heel de wil van God.’

Van Epafras wordt dus gezegd dat hij een dienstknecht is van Christus en altijd voor de gemeente in Kolosse strijdt in de gebeden. En wel met een doel, namelijk ‘dat u, volmaakt en volkomen, vaststaat in heel de wil van God.’

In de Bijbel worden we ook opgeroepen om te bidden voor Israel. Denk maar aan de bekende tekst uit Psalm 122:6a: ‘Bid om vrede voor Jeruzalem.’
Paulus gaat ons voor in het gebed voor het Joodse volk, waarbij hij nadrukkelijk bidt om hun zaligheid, hun behoud: ‘Broeders, de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israël is gericht op hun zaligheid’ (Romeinen 10:1).

Ook elders in de Bijbel klinkt de oproep tot gebed en voorbede voor Israel, voor het Joodse volk en voor Jeruzalem.
Denk eens aan Jesaja 62:6 en 7: ‘Op uw muren, Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld.
Nooit zullen zij zwijgen, heel de dag en heel de nacht niet. U die het volk aan de HEERE doet denken, gun u geen rust.
Ja, geef Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem gegrondvest heeft en gesteld heeft tot een lof op aarde.’

Opnieuw hoor ik de woorden: ‘Strijd in de gebeden voor Israel’. Ik geloof dat de Here ons daartoe roept. Als ik zie naar het Israel anno 2013, dat weet ik dat Israel Gods land is, dat het Joodse volk Gods volk is en dat Jeruzalem Gods stad is. Als we met onze natuurlijke ogen kijken, zien we dat lang niet altijd. Er is ook in dat land, in dat volk, in die stad, zoveel zonde, ongerechtigheid en wetteloosheid. Dan huilt mijn hart.

Maar als we met geloofsogen kijken, dan gaan we zien dat het Gods land, Gods volk en Gods stad is. En juist daarom heeft het zin om te bidden voor land, volk en stad. En niet zomaar een keertje, maar ‘strijden in de gebeden’, zoals we van Epafras lazen.

Wie van u kan de Here zo aanraken, dat u het zegt: ‘Ja Here, zo iemand wil ik zijn, door Uw genade, een bidder, een voorbidden, om te strijden in de gebeden.
Nogmaals luisteren we naar Paulus in Romeinen 10:1: ‘…de oprechte wens van mijn hart en mijn gebed tot God voor Israel is gericht op hun zaligheid’.

Weet u, als wij als Nederlandse christenen of in welk ander land u ook woont, zo in ootmoed en nederigheid tot de Here naderen en op de knieën liggen voor Zijn land, Zijn volk en Zijn stad, dan zal de Here dat zegenen, in uw eigen leven, maar ook voor ons eigen land.

Ik hoop en bid dat de Here u aan mag raken door Zijn Woord en met Zijn Geest. Nu kunnen we nog bidden, nu mogen we nog bidden. We weten niet hoeveel tijd er nog is. Dit zijn geen dramatische woorden, dit is de realiteit. Het is een voorrecht om door Hem ingeschakeld te mogen worden als ‘een strijder in de gebeden.’ En ondertussen luisteren we naar Zijn stem. En wie weet, welke taak Hij voor ons heeft… ingeschakeld in Zijn Koninkrijk.

Dirk van Genderen