Dirk van Genderen.NL

Columnist, publicist, spreker

(Her)bouw uw tempel (9 reacties)

Geplaatst op donderdag 23 mei 2013, 17:38 door Dirk A A

Ik werd getroffen door de woorden van de profeet Haggaï. Door hem spoorde de Here het volk van Juda aan om de herbouw van de tempel de hoogste prioriteit te geven. Ze waren al wel aan die herbouw begonnen, ruim tien jaar eerder, maar het herbouwvuur was gedoofd en ze kozen voor hun eigen carrière: de bouw van eigen huizen en een goed salaris.

In het jaar 586 voor Christus was de tempel in Jeruzalem verwoest. Het volk van Juda verbleef in ballingschap in Babel. Dan, in 538 voor Christus, vaardigt Kores een decreet uit dat de ballingen terug mogen keren naar Jeruzalem om de tempel te herbouwen. Vol goede moed begonnen ze eraan, in het jaar 536 voor Christus.
Na de terugkeer bouwden de Joden onmiddellijk het brandofferaltaar weer op om de dagelijkse offers te brengen (Ezra 3:1-6). Het werk vond plaats onder leiding van de landvoogd (of gouverneur) van Juda en de hogepriester Jozua, maar zes jaar later stopten ze ermee, uit angst voor de buurvolken en uit gebrek van vertrouwen op God. Daar kwam nog bij dat de ouderen zeer teleurgesteld waren, omdat de oude tempel veel mooier was dan deze zou worden.

In het jaar 530 voor Christus kwam het woord van de Here tot Haggaï. Ook de Here had gezien dat de herbouw van de tempel gestopt was. Het volk was eerst huizen voor zichzelf gaan bouwen, in plaats van het huis van de Here.
De Here had al geprobeerd de aandacht van de volk te trekken, door Zijn zegen in te houden. Ze zaaiden wel op de akkers, maar de opbrengst viel zwaar tegen. Ze dronken wel, maar het leven gaf hun geen echte vreugde. Ze hadden wel kleding, maar ze voelden zich er niet prettig in, het gaf hun geen warmte. En het geld dat ze verdienden, verloren ze ongemerkt weer.

Maar het volk merkte de stem van de Here hierin niet op. Daarom schakelde de Here Zijn profeet in. Haggaï hoorde de stem van de Here wel en bracht vervolgens de boodschap van de Here over aan Zerubbabel, Jozua en het volk. We lezen in de verzen 7-11:

7 Zo zegt de HERE van de legermachten:
Let aandachtig op uw wegen.
8 Ga het gebergte in,
haal hout
en herbouw dit huis.
Dan zal Ik er behagen in scheppen,
en verheerlijkt worden,
zegt de HERE.
9 U rekent op veel, maar zie, het wordt weinig.
Wat u in huis bracht, daar blies Ik in.
Waarom?

spreekt de HERE van de legermachten.
Vanwege Mijn huis, dat verwoest ligt,
terwijl u zich uitslooft, ieder voor zijn eigen huis.
10 Daarom onthoudt de hemel u dauw,
en het land onthoudt u zijn opbrengst,
11 want Ik riep droogte uit over het land,
over de bergen en over het koren,
over de nieuwe wijn en over de olie,
en over wat het land oplevert,
over de mensen en over de dieren
en over al de inspanning van uw handen.

Heftig, vindt u niet? Het volk sloofde zich uit voor hun eigen huizen, terwijl het huis van de Here er nog verwoest bij lag. Daarom hield de Here Zijn zegen in.

Hoe is dat bij ons? Wij kunnen toch ook zo druk zijn met ons werk, met onze huizen, onze bankrekeningen, onze carrière…, dat we niet toekomen aan de dienst van de Here. En misschien probeert de Here ook wel onze aandacht te krijgen, opdat we het leren eerst het Koninkrijk van God te zoeken en Zijn gerechtigheid (Mattheus 6:33). Alle dingen die we dan nodig hebben, zal de Here erbij geven, zegt dat vers ook nog.

De boodschap van Haggaï raakt de hoorders. ‘Het volk was bevreesd voor het aangezicht van de HERE’ (Haggaï 1:12). Maar het volk wordt bemoedigd: ‘Ik ben met u, spreekt de HERE’.
Wonderlijk om te lezen hoe de Here de boodschap van Haggaï gebruikt om de geest van Zerubbabel, van Jozua en van het volk op te wekken om de herbouw van de tempel weer aan te pakken.

In vers 1 lezen we dat de Here tot Haggaï sprak op de eerste van de zesde maand. Vers 1 van hoofdstuk 2 zegt dat de herbouw een vervolg krijgt op de 24e van de zesde maand, dus 23 dagen nadat de Here tot Haggaï heeft gesproken.

Als wij aangeraakt zijn door een preek of door iets wat we horen of lezen, dan gaan we daarna vaak weer over tot de orde van de dag. We zijn ‘bijna bewogen’, maar er gebeurt vaak niets.
O, lieve mensen, stellen we ons hart wel echt open voor de boodschap van de Here? Jazeker, ik weet het, de Here moet het doen, door Zijn Heilige Geest. U bent me al voor. Maar is er ook gebed voor dat de Here het zal doen? We verwachten vaak zo weinig van Hem. Terwijl Hij zo graag geeft…

Op de 21e dag van de zevende maand kwam het woord van de Here opnieuw tot Haggaï. Het volk wordt aangespoord om de herbouw van de tempel krachtig ter hand te nemen. ‘Werk door, want Ik ben met u, spreekt de HERE van de legermachten’ (vers 5b).
Dan worden de woorden van de profeet één grote profetie, die heenwijst naar wederkomst van de Here Jezus, naar Zijn Rijk van vrede en gerechtigheid. Er wordt een geweldig heerlijke toekomst geschilderd. Lees maar:

7 Want zo zegt de HERE van de legermachten:
Nog één ogenblik, en dat is een korte tijd,
dan zal Ik de hemel, de aarde,
de zee en het droge doen beven.
8 Ik zal alle heidenvolken doen beven.
Zij zullen komen naar het verlangen van alle heidenvolken
en Ik zal dit huis vullen met heerlijkheid,
zegt de HERE van de legermachten.
9 Van Mij is het zilver en van Mij is het goud,
spreekt de HERE van de legermachten.
10 De heerlijkheid van dit toekomstige huis zal groter zijn
dan die van het eerste,
zegt de HERE van de legermachten.
In deze plaats zal Ik vrede geven,
spreekt de HERE van de legermachten.

Verderop in hoofdstuk 2 lezen we dat het volk met grote inzet werkt aan de tempel. Ze zoeken, om het in de woorden van het Nieuwe Testament te zeggen, eerst Gods Koninkrijk en Zijn gerechtigheid. Ze wijden hun leven opnieuw toe aan de Here en gaan aan de slag. En wat gebeurt er dan? De Here ziet het en schenkt opnieuw Zijn zegen.

Ligt er nog zaad in de schuur?
Zelfs tot de wijnstok, de vijgenboom, de granaatappelboom toe,
En de olijfboom, die geen vrucht gedragen heeft,
Die zal Ik vanaf deze dag zegenen
(vers 20).

Wat een rijke boodschap ligt er in dit kleine Bijbelboekje. Er zou nog veel meer over te zeggen zijn, maar daar is hier de ruimte niet voor.
Leest u zelf deze beide hoofdstukken nog maar eens door. Biddend. En vraag of de Here door Zijn Woord en door de Heilige Geest tot u spreken wil. ‘Spreek Here, Uw knecht hoort.’
Het kan goed zijn dat de Here laat zien dat we onze tempel moet (her)bouwen…

Dirk van Genderen

9 Reacties

  1. San zegt:
    Geplaatst op donderdag 23 mei 2013 om 20:23

    Beste Dirk,

    Rijke mensen mogen er best zijn, zolang het geen nadelige invloed heeft op het geestelijke leven. Echter dat zijn er maar
    zeer weinigen. De discipelen vragen dan ook wie er dan behouden kunnen zijn; zie Mattheus 19:25. Zo moeilijk is dat.
    Jezus antwoordt dat alle dingen bij God mogelijk zijn; zie Mattheus 19:26. Mijns inziens moet dat een gave zijn, dat je met
    heel veel rijkdom godvruchtig kan leven; zie Prediker 5:18. Dat geldt eveneens voor allerlei soorten van rijkdom. Het is een
    gave van God. Want vanuit de mens gezien is dit onmogelijk. Spreuken 30:7-9 zegt dat het beter is de middenweg te
    bewandelen voor de meeste gelovigen. Dat wil zeggen dat te weinig hebben ook niet goed is; zie Jacobus 2:5 voor een
    andere mening. God doet in dat opzicht recht aan allen. Geestelijke rijkdom is belangrijker dan materiele rijkdom. Maar de
    een ontvangt zijn deel in dit leven, anderen krijgen hun beloning na dit leven. Hierin is bij God geen onrechtvaardigheid.
    Als Hij komt, zal hij ieder belonen naar wat hij gedaan heeft. Daarom is het wijs om reeds in dit leven de tempel te herbouwen
    en niet te makkelijk te denken over onze materiele en geestelijke rijkdom. De Here vraagt van ons om getrouwe rentmeesters
    te zijn van onze materiele rijkdom. In dat opzicht moet ons oog alleen op de Here Jezus gericht zijn.

    Als wij de Here niet (willen) dienen, zijn wij dan wel wedergeboren? Want op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen wij
    ook niet stilzitten. Ons leven hier is een voorbereiding op de eeuwigheid. Soms is er een stukje heerlijkheid te ervaren over
    het leven dat ons te wachten staat. Zie Openbaring 22:3, HSV. Daar staat geschreven dat de dienstknechten van God Hem
    zullen dienen. Wat voor werk staat dan ons te wachten? Ik geloof zelf dat ons aardse werk een weerspiegeling is van ons
    hemelse werk. En wij zullen beloond worden naar de mate van getrouwheid. Wij kunnen dat nu niet voorstellen wat het is
    om de Eeuwigheid door te brengen in Gods aanwezigheid. Soms krijgen wij daar iets van te ervaren. Genoeg om de hoop
    op Zijn komst levend te kunnen houden. De Here stelt het op prijs als wij een persoonlijke omgang met Hem hebben en niet
    op de wijze van de wereld die met het geloof anders omgaat dan de echte kinderen Gods. Het is allemaal genade maar wij
    moeten het wel willen aannemen, want in Gods Koninkrijk is geen plaats voor eigen werken en eigen roem. Wij moeten dan
    de tempel herbouwen. De juiste kijk op het leven zien te ontvangen. Ook de juiste prioriteiten zien te krijgen. Het juiste plaatje
    van wat God werkelijk van ons vraagt, zien te krijgen. Dan zullen wij waarlijk de Here kunnen dienen. Geloof zonder de goede
    werken is een dood geloof. Het zou weleens kunnen zijn, dat als de werken juist zijn, wij de Here gaan zien met de ogen van
    ons hart. Wij ontvangen de juiste visie op Wie God werkelijk is. En dan wordt ons geloofsleven een heerlijke ervaring die wij
    van dag tot dag mogen ontvangen. Er staat geschreven in Spreuken dat voor de blijmoedige het altijd feest is. Zie Spreuken 15:15; NBG.

    Groeten van San

  2. Elisabeth zegt:
    Geplaatst op vrijdag 24 mei 2013 om 12:07

    Beste Dirk,

    Amen! Amen! Amen! Hij is het zo waard om gediend te worden!!
    Hij heeft alles wat wij niet hebben. Hij is te vertrouwen, Hij is barmhartig, Hij is lankmoedig, Hij is goedertieren. Hij zegt: “Leert van mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart”. Hij is heilig en ook rechtvaardig. Er zijn niet genoeg woorden voor om Hem te loven en te prijzen.
    Drie enig God, Vader, Zoon en Heilige Geest. Aards schatten verblinken en zijn niets waard vergeleken bij wat God te bieden heeft. Halleluja, prijst Hem!
    Dank je Dirk voor dit stuk.

    Elisabeth

  3. Robbert zegt:
    Geplaatst op zaterdag 25 mei 2013 om 15:07

    Beste Dirk

    We leven in een vreemde en heel onzekere tijd. Toch mogen we weten dat de Here Zijn belofte houdt. Ik denk wel eens dat God toelaat dat al die moskeeën hier gebouwd kunnen worden om zo te laten zien wat er gebeurt als mensen zich van Hem afkeren. Ik doel dan op de toenemende kerkverlating en de daarmee gepaard gaande processen als de ontheiliging van de Zondagsrust en bij medisch-ethische kwesties op Gods ‘stoel’ willen gaan zitten. Ik denk ook daarom ook D’66-SP-PvdA en meer van die goddeloze politiek partijen zo’n grote vinger in de pap hebben. Het zijn maar gedachtes maar als ik zie hoe snel de islamisering toeneemt dan denk ik dat Hij laat zien dat er maar Een Weg is en barmhartig en liefdevol als Hij is, wil dat de Nederlanders weer alleen op Hem gaan vertrouwen.

  4. San zegt:
    Geplaatst op zaterdag 25 mei 2013 om 19:08

    Beste Dirk,

    Zoals je uitgelegd hebt in Haggai, is leven terwijl het huis van de Here niet afgebouwd is, geen echt leven. Want Gods zegen
    rustte er niet op. Zo is het ook met de mensen van deze wereld. Zij kunnen alles hebben maar als de Here niet centraal staat
    in hun leven, dan is het leven van de armste, die wel God kent en op de eerste plaats heeft gezet, nog rijker dan de multi-
    miljardair zonder God. Wij hoeven niet jaloers te zijn op de mensen van deze wereld die alles hebben wat er te koop valt en
    zwemmen in het geld dat ze nooit kunnen opmaken. De psalmist van Psalm 73 zegt dat ook in de verzen18-20. Hun deel is
    in dit leven, maar hun einde zal verschrikkelijk zijn als zij zich niet willen bekeren. Wij moeten de meerderheid in het kwade
    niet volgen. Zie Exodus 23:2. Zij zijn alsmaar bezig met geld te vergaren maar zij weten niet wie het zal krijgen. Dat is een
    ijdele bezigheid en een kwaad.

  5. O.Nauta zegt:
    Geplaatst op zaterdag 25 mei 2013 om 22:56

    Wat een oproep(en) om God toch boven álles te dienen. Ons, mijn hart mag door genade Zijn woning zijn.
    Maar wat zijn daar veel (ver)schuilhoeken aanwezig zeg! ,,Ken en doorgrond mijn hart o Heer”! Ja de HERE der Heirscharen toetst onze harten en beproeft de nieren, geen enkele schuilhoek van ons hart is bij Hem onbekend, daarvan ben ik heilig overtuigd.
    Wij wederomgeborenen leven niet meer voor onszelf, en hebben als onderpand de Heilige Geest binnenin ons. Door de kracht v/d Heilige Geest zijn wij dus verzegeld, en worden ook overtuigd van zonden. Alle lasten die ons zo gemakkelijk in de weg staan, mogen we afleggen. Zonden mogen we belijden en nalaten. We moeten nooit denken:,,zo slecht ben ik nog niet” of:,,leugentjes om bestwil vasthouden”. Jezus zegt, wees oprecht wanneer je Mij wilt volgen. Struikelen kunnen we allemaal, en de aanklager der broed’ren is er als de kippen bij, om aan te klagen, te ontmoedigen, dat het nooit wat met je wordt. We hebben een Hogepriester welke met ons kan meevoelen; Hij leert en onderwijst ons, gaat het werk dat Hij in ons begonnen is, ook steevast afmaken. Wat een rijkdom om van Hem te zijn en voor Hem te mogen leven.

  6. Troost Mijn Volk zegt:
    Geplaatst op zondag 26 mei 2013 om 11:16

    Sjalom allen,

    De aanpak om de tempeldienst op te pakken was zeer noodzakelijk. Daar werden immers de offers gebracht, de feesten centraal gevierd. Het werk stagneerde omdat men helaas een andere prioriteit aan gaf. Vanwege het inhouden van de opdracht om de tempel te herbouwen en de dienst van G’d een centrale plaats te geven werd het omgekeerde bereikt. G’d hield de regen en de oogst in. De inwoners waren gezegend dat ze in het land woonden, echter de opbrengst viel gewoon tegen. Door het ontbreken van het aanschouwelijk onderwijs deed men vooral G’d tekort. Dat keerde op hum hoofden en gezinnen neer. Een wijze les die G’d mijn volksgenoten in die dagen gaf. Maar zijn werkelijk de tijden veranderd? Maken we vandaag de dag niet dezelfde fout om ons eigen heilige huisje te bouwen. We denken aan de torenhoge hypotheekschulden die menig huishouden treft. De enorme geldontwaarding en het feit dat zomaar een bank zijn verplichtingen niet meer kan nakomen en ons opgepotte spaargeld verdampt. Dat is een grote realiteit waarin deze wereld nu verkeert. De armen worden armer, de rijke worden rijker. Helpt het ons om daarover te klagen? Als we de kans zouden krijgen dan jagen we naar rijkdom. Slechts een enkeling is en blijft bescheiden in hetgeen zij ontvangt en daarvan uit mag delen.

    Dat brengt mij op de gedachte hoe sta ik in deze wereld. Ben ik ook niet bezig mijn eigen zekerheid te bouwen met aardse zekerheden. Eens moet je alles loslaten en dien je verantwoording af te leggen aan G’d. Hij had onze voorouders de opdracht gegeven het bouwen en bewaren van deze aarde. Dat bouwen en bewaren was de hechte relatie die er was tussen G’d en mens in het paradijs. De verstoorde relatie heeft ons niet veel goeds gebracht. We bouwen aan ons eigen huis in plaats van een goede relatie met onze hemelse Vader.

    De terugweg naar dat paradijs is heropend door het werk van onze Messias Yeshua. Hij hield ons voor het onderhouden van alle geboden, dat wil zeggen G’ds eigen spelregels.

  7. T vd Have zegt:
    Geplaatst op maandag 27 mei 2013 om 9:23

    Beste Dirk,

    Ik ben getroffen door de nieuwsbrief. Zo moet ik ook weer aangespoord worden. Zo zegt de Here van de legermachten: Let aandachtig op uw wegen.

  8. Ernst van Olffen zegt:
    Geplaatst op donderdag 30 mei 2013 om 22:53

    Was het niet het boek Ezra, dat de herbouw van de tempel na de Babylonische Ballingschap beschrijft? Het werk lag zelfs twee jaar stil door de grote weerstand van de volken rondom. Ezra vindt op de plek van de tempel (wordt in Nehemia beschreven) een originele oude boekrol met de Thora, waarop het Loofhuttenfeest volgde (hoofdstuk 8). Theologie studenten leren, dat de Thora pas TIJDENS de Ballingschap werd geschreven!!!!). Moeten wij onze tempel nog herbouwen?? Zijn we dan nog niet Gods Tempel?? Als het goed is, heeft God zijn woonplaats in ons lichaam verkozen!! En Haggaï 2, geeft “iets” weer van Gods heerlijkheid en wat ons nog te wachten staat!! In Rom.8: 18 spreekt Paulus daar ook van: “Want ik ben er zeker van, dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid, die over ons geopenbaard zal worden.”
    Angst is een hele slechte raadgever!! Jammer dat zelfs veel christenen angst voor de toekomst hebben….
    Ik denk daarbij aan de tocht van de Israëlieten door de woestijn…… Een zware tocht vol van ontberingen en angst, maar WEL een God, Die niet alleen zichtbaar aanwezig was en bovendien voor hen zorgde!! Maar DOOR ALLES HEEN, hadden de Israëlieten het Beloofde Land voor ogen!! Dat maakt voor mij GELOVEN = VERTROUWEN, VERTROUWEN = volledige overgave aan Hem, die Zichzelf volledig gaf (inclusief zijn leven!!) aan u en aan mij!!! Is Hij niet ons vertrouwen waard??

  9. jan van egmond zegt:
    Geplaatst op maandag 6 februari 2017 om 12:29

    Ja, inderdaad, ik werd er ook door aangespoord, de oproep van Haggai. Als kerk zijn we bezig met ‘het gat van de kerk’. De 25-45 jarigen hebben het moeilijk. Hun prioritering is niet meer vanzelfsprekend de kerk, het huis van God, de eredienst, maar vaak hun zoektocht in de wereld om alles klaar te krijgen; baan, hypotheek, studie, kinderen, sport etc etc.
    Deze oproep wordt voor mij een aansporing als een Haggai, te vertellen wat prioriteit mag hebben in levens van de jonge generatie. Dit: het bouwen aan Gods huis, dat is als levende stenen gebruikt te mogen worden tot het bouwen van Zijn Tempel. Het is zeer de vraag hoe wij dat communiceren. Ik hoop met liefde en met bewogenheid. Want het evangelie is nergens anders te vinden dan bij Jezus, wiens tempel in drie dagen weer werd opgebouwd, hoop voor een zoekende medemens, die z’n bestemming vindt in Christus, door het geloof in Hem, het gebouw, niet met handen gemaakt. Jan van Egmond

Laat een reactie achter

0 / 350 woorden