Heel de week is de wereld al in de ban van Syrië. Alle Journaals gaan erover, de kranten staan er vol over. Zijn Westerse raketten de oplossing voor het conflict in Syrië? Ik vrees van niet. De haat zal toenemen, de gevolgen zijn onvoorspelbaar, het zal alleen maar leed en lijden teweeg brengen. Wat is dan wel de oplossing? Stuur een Jona naar Damascus, met de boodschap: ‘Bekeer u, bekeer u, verwoesting is aanstaande’.
Al enkele dagen zijn mijn gedachten en gebeden bij Syrië. Ik bid dat Gods wil zal geschieden. Ik bid om bescherming van het Syrische volk, van de Syrische christenen. Ik bid om vrede. Ik bid dat Israel niet bij een mogelijk treffen betrokken wordt.
En opeens moest ik denken aan Jona. Jona werd door God naar Ninevé gestuurd. Ninevé lag in het Assyrische rijk, waartoe ook Syrië behoorde. Ninevé lag overigens in het huidige Irak.
In Bijbelse tijden kon er opeens een profeet op het toneel verschijnen. Stel dat er vandaag een profeet als Jona zou zijn, een ware profeet van God, die, gestuurd door de Here zelf, Syrië binnen zou trekken en op weg zou gaan naar Damascus om daar Gods woorden te spreken.
Toen Jona in Ninevé aankwam, sprak hij de woorden: ‘Nog veertig dagen en Ninevé wordt ondersteboven gekeerd’ (Jona 3:4).
De reactie van de bevolking van Ninevé was opzienbarend. ‘De mensen van Ninevé geloofden in God en riepen een vasten uit en trokken rouwgewaden aan, van de grootste tot de kleinste onder hen,’ zegt vers 5.
Wanneer de koning de woorden van Jona hoort, staat hij op van zijn troon, hult zich in een rouwgewaad en gaat in het stof zitten. De koning geeft opdracht tot een algemeen rouwen en vasten. ‘Mens en dier moeten in rouwgewaden gehuld zijn en met kracht tot God roepen. Ze moeten zich bekeren, ieder van zijn slechte weg en van het geweld dat aan zijn handen kleeft. Wie weet zal God Zich omkeren, berouw hebben en Zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet omkomen’ (vers 8 en 9).
De Here schenkt bekering en verootmoediging. In vers 10 staat: ‘Toen zag God wat zij deden, dat zij zich bekeerden van hun slechte weg. En God kreeg berouw over het kwade dat Hij gezegd had hun te zullen aandoen en Hij deed het niet.’
Is zoiets vandaag, anno 2013, ook mogelijk? Is het mogelijk dat Damascus zich bekeert? Dat geloof ik zeker. ‘De Here is immers genadig en barmhartig, geduldig en rijk aan goedertierenheid, Die berouw heeft over het kwaad’ (Jona 4:2). Als het in Ninevé kon, kan het nu ook. Ninevé was een buitengewoon zondige stad. Het kwaad van de stad was opgestegen voor Gods aangezicht (Jona 1:2).
Het is mijn hoop en mijn gebed dat de Here nog een Jona naar Damascus zal sturen, dat de crisis zal leiden tot bekering.
U reageert misschien: dat is wereldvreemde taal, dat is onmogelijk. Een ander zegt misschien: De Bijbel voorzegt in Jesaja 17 dat Damascus totaal zal worden verwoest. En misschien zit u wel voor de tv te wachten op het moment dat dat gebeurt. Net als Jona, die zat te wachten op de verwoesting van Ninevé.
Ik bid voor het volk van Syrië.
Ik bid om vrede.
Ik bid om bekering.
Ik bid om verzoening.
Tegelijk bid ik om wijsheid voor de wereldleiders, dat ze geen ondoordachte beslissingen zullen nemen.
Ik bid om bescherming van de christenen.
Ik bid dat de Here Zijn beschermende armen zal blijven uitstrekken over Israel.
Ook bid ik voor alle hulpverleners ter plaatse, die zich met gevaar voor eigen leven inzetten voor de slachtoffers van de strijd. Wat mij betreft, mag onze regering wel een extra bedrag overmaken om die mensen in nood te helpen. En laten de christenen, de kerken en gemeenten in ons land praktische hulp bieden aan de getroffen christenen en kerken in Syrië.
Dirk van Genderen