Heel de wereld viert straks het Loofhuttenfeest

Israel viert momenteel het Loofhuttenfeest (Soekot). Ook veel Joodse mensen elders in de wereld vieren het feest, evenals duizenden gelovigen uit de volken. Duizenden van hen zijn juist deze dagen in Israel om daar het feest mee te vieren. Als een bemoediging voor Israel, als een getuigenis.

Tijdens het Loofhuttenfeest woont men in een hut van takken en bladeren, een zogenoemde soeka (hut; met als meervoud: soekot). Het feest is allereerst een herdenking aan de tocht door de woestijn van het uit Egypte bevrijde volk. Tijdens de woestijnreis woonde het volk echter in tenten, maar hut en tent mag je als synoniem zien, zoals ook gebeurt in de Septuaginta, de oude Griekse vertaling van de Hebreeuwse Bijbel.

De tempel van Salomo werd ingewijd tijdens het Loofhuttenfeest (1 Koningen 8:2). In Nehemia 8 horen we dat Ezra in de zevende maand de wet voorleest ten aanhoren van het volk en dat het volk het Loofhuttenfeest gaat vieren (verzen 14-19). Wellicht werd ook de Heere Jezus geboren tijdens dit feest.

De instelling van het Loofhuttenfeest vinden we in Leviticus 23:33-36:
33 De HEERE sprak tot Mozes:
34 Spreek tot de Israëlieten en zeg: Vanaf de vijftiende dag van deze zevende maand is het zeven dagen lang Loofhuttenfeest voor de HEERE.
35 Op de eerste dag is er een heilige samenkomst. Geen enkel dienstwerk mag u doen.
36 Zeven dagen lang moet u de HEERE vuuroffers aanbieden. Op de achtste dag moet u een heilige samenkomst houden en de HEERE een vuuroffer aanbieden. Het is een bijzondere samenkomst. U mag geen enkel dienstwerk doen.

En in de verzen 39 – 43:
39 Maar vanaf de vijftiende dag van de zevende maand, wanneer u de opbrengst van het land ingezameld hebt, moet u het feest van de HEERE zeven dagen lang vieren. Op de eerste dag is het rustdag en op de achtste dag is het rustdag.
40 Op de eerste dag moet u voor uzelf vruchten van sierlijke bomen, takken van palmbomen, takken van loofbomen en van beekwilgen nemen, en u moet zich zeven dagen lang voor het aangezicht van de HEERE, uw God, verblijden.
41 Dat feest voor de HEERE moet u per jaar zeven dagen lang vieren. Het is een eeuwige verordening, al uw generaties door. In de zevende maand moet u het vieren.
42 Zeven dagen moet u in de loofhutten wonen. Alle ingezetenen van Israël moeten in loofhutten wonen,
43 zodat de generaties na u weten dat Ik de Israëlieten in loofhutten liet wonen, toen Ik hen uit het land Egypte geleid heb. Ik ben de HEERE, uw God.

Het Loofhuttenfeest, dat uitbundig wordt gevierd, begint op de 15e van de maand Tisri en duurt acht dagen. Het feest begint met een rustdag (sabbat) en eindigt met een rustdag. Velen zetten hun loofhut in de tuin, maar wie geen tuin heeft, zet de hut op het platte dak, op het balkon en soms in de woonkamer. Door het dak van de soeka moeten ’s nachts de sterren te zien zijn. In de hut beseft de mens zijn kwetsbaarheid en de noodzaak van bescherming door God. Vaak versiert men de hut, waarvoor takken en gebladerte (loof) zijn gebruikt, met vruchten en groenten, als dankbaarheid voor de oogst.

In de soekot worden dagelijks de Hallel (Psalm 113 – Psalm 118) uitgesproken. Toen de tempel er nog was, liep men dagelijks rond het brandofferaltaar, om daar de Hallel te reciteren. Ook worden het Bijbelboek Prediker gelezen en Zacharia 14.
Op de laatste dag van het feest liep men zeven keer om het brandofferaltaar en werden er veel offers gebracht, gezangen gezongen en op de zilveren trompetten van de priesters geblazen. ’s Avond werd de tempel schitterend verlicht door de grote kandelaars. Het was een echt lichtfeest. Later werd ook water uit de Siloambron geschept en naar het tempelplein gebracht. Men besefte dat men voor de nieuwe oogst afhankelijk was van voldoende water.

Het was tijdens de viering van het Loofhuttenfeest dat de Heere Jezus in Johannes 7:37 en 38 riep, met een verwijzing naar het water dat naar de tempel werd gebracht:
37 En op de laatste, de grote dag van het feest, stond Jezus daar en riep: Als iemand dorst heeft, laat hij tot Mij komen en drinken.
38 Wie in Mij gelooft, zoals de Schrift zegt: Stromen van levend water zullen uit zijn binnenste vloeien.

En in Johannes 8:12, tijdens de laatste dag van het feest, zei de Heere Jezus, met een verwijzing naar de brandende kandelaren:
12 Jezus dan sprak opnieuw tot hen en zei: Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.

Duizenden christenen uit de heidenen wereldwijd vieren al het Loofhuttenfeest. Velen zijn ook naar Israel getrokken om daar het feest mee te vieren. En hoewel we in de Bijbel geen opdracht vinden aan de gelovigen uit de heidenvolken om het Loofhuttenfeest te vieren, is dit wel een duidelijke ondersteuning voor het Joodse volk, en tegelijk ook een getuigenis.

Het Loofhuttenfeest verwijst naar de tijd na de wederkomst van de Heere Jezus naar deze aarde. Heel nadrukkelijk vermeldt Zacharia 14 dat dan ook de heidenvolken jaarlijks op zullen trekken naar Jeruzalem om er het Loofhuttenfeest te vieren. Wel drie keer wordt in de laatste verzen van dit hoofdstuk het Loofhuttenfeest genoemd. Leest u maar:

16 Het zal geschieden dat al de overgeblevenen van alle heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren.
17 Het zal geschieden dat er geen regen zal vallen op hem die uit de geslachten van de aarde niet zal opgaan naar Jeruzalem om zich voor de Koning, de HEERE van de legermachten, neer te buigen.
18 Als het geslacht van de Egyptenaren, waarop geen regen is gevallen, niet zal opgaan en komen, dan zal de plaag komen waarmee de HEERE de heidenvolken zal treffen die niet zullen optrekken om het Loofhuttenfeest te vieren.
19 Dit zal de straf zijn voor de zonde van Egypte en de straf voor de zonde van alle heidenvolken die niet zullen opgaan om het Loofhuttenfeest te vieren.

Wonderlijk, vindt u niet, dat na de wederkomst, wanneer de HEERE Koning zal zijn over heel de aarde (Zacharia 14:9), allen van de heidenvolken die overgebleven zijn van de strijd om Jeruzalem – waarover het gaat in Zacharia 14 – jaarlijks zullen optrekken naar Jeruzalem om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, om er het Loofhuttenfeest te vieren.

Op de volken die niet op zullen trekken om het Loofhuttenfeest te vieren, zal geen regen vallen. Het Loofhuttenfeest is dan met name bedoeld om zich voor de HEERE neer te buigen en Hem lof en eer te brengen.

Het is een geestelijke verrijking om de betekenis van het Loofhuttenfeest tot ons door te laten dringen. Ook wij zijn onderweg naar de finish, het einddoel, met de woorden van 1 Petrus 1:9: ‘…en verkrijgt het einddoel van uw geloof, namelijk de zaligheid van uw zielen’. Onderweg zijn ook wij afhankelijk van Zijn zegen en bescherming.
Het Loofhuttenfeest richt onze blik op de toekomst, op de wederkomst van de Heere Jezus. Dan wordt het Loofhuttenfeest een feest voor heel de wereld. Duizend jaar lang. Wat een feest zal dat zijn!

Dirk van Genderen