De tien dagen tussen het Joodse Nieuwjaar (Rosj Hasjana) en de Grote Verzoendag (Yom Kippoer, aanstaande woensdag) worden wel de ‘Tien ontzagwekkende dagen’ genoemd. In deze periode bevinden we ons nu. Het zijn dagen van inkeer, verootmoediging en schuldbelijdenis. Niet alleen voor Israel, maar ook voor ons is dit noodzakelijk. Verootmoediging voor de Heere, in het diepe verlangen dat Hij ons genadig zal zijn, verzoening en herstel zal schenken, voor ons persoonlijk, onze gemeente, ons land en ons volk.
Lijden we geestelijk aan onze onderlinge verdeeldheid? Beseffen we hoe groot onze onheiligheid is in het oog van Gods heilige ogen? Voelen we onszelf misschien beter dan andere christenen? Zijn we vergeten Israel lief te hebben?
Ik denk aan het gebed van Daniël, in Daniël 9. Daniël bevond zich in een belabberde situatie. Het volk was in ballingschap. En wat deed hij? Hij verootmoedigde zich voor de Heere, zijn God. Hij wees niet met de vinger naar de zondaren, naar de mensen die Gods wetten hadden overtreden en zo Gods oordeel over het volk hadden opgeroepen.
Daniël had in de Schriften ontdekt dat de 70 jaren van ballingschap bijna voorbij waren. Hij ging toen geen feest of dankdienst organiseren, maar deed schuldbelijdenis. ‘Wij hebben gezondigd (…) door af te wijken van Uw geboden en bepalingen. Wij hebben niet geluisterd naar Uw dienaren, de profeten’ (vers 5 en 6).
Dit gaat heel diep. Hoe gemakkelijk leggen wij de schuld bij de ander. ‘Hij leeft in strijd met Gods geboden’. ‘Zij roepen, door hun daden, Gods oordelen over ons heen’. Misschien wijzen we wel naar onze kerk, die keuzes maakt die volgens ons tegen Gods Woord ingaan.
Schaamte op het gezicht
Niets van dat alles vind je bij Daniël. Wel schaamte op zijn gezicht (vers 7). Vanwege de zonden van zijn volk. Hij belijdt ze als zijn zonden. Even verderop zegt hij het nogmaals: ‘Heere, bij ons staat de schaamte op het gezicht (…) omdat wij tegen U gezondigd hebben’ (vers 8).
Als er iemand was die zou mogen wijzen naar zijn zondige volksgenoten, dan was het Daniël wel. Hij, die zo met God leefde en door Hem werd gebruikt in Zijn dienst en in dit hoofdstuk en in het volgende hoofdstuk zelfs ‘zeer gewenste man’ (Daniël 10:11) wordt genoemd.
Maar niets daarvan. Daniël bidt en smeekt tot God, in vasten en in zak en as. Hij doet een beroep op Gods barmhartigheid en op Zijn vergeving, ‘hoewel wij tegen U in opstand zijn gekomen. Wij hebben niet geluisterd naar de stem van de HEERE onze God om volgens Zijn wetten te wandelen die Hij ons heeft gegeven door de hand van Zijn dienaren, de profeten. (…) Wij hebben tegen Hem gezondigd’ (vers 9-11).
Daniël doet een dringend beroep op zijn God om te horen. Hij beseft ten volle dat alleen Hij nog herstel kan geven. ‘Nu dan, onze God, luister naar het gebed van Uw dienaar en naar zijn smeekbeden. Doe, omwille van de Heere, Uw aangezicht lichten over Uw heiligdom, dat verwoest is. (…) Heere, luister. Heere, vergeef. Heere, sla er acht op en doe het, wacht niet langer – omwille van Uzelf, mijn God’ (vers 15-19).
En dan, terwijl Daniël nog spreekt, bidt en zijn zonde en de zonde van het volk belijdt, komt de engel Gabriël tot hem. Toen Daniël begon met zijn verootmoediging voor God, was er al een woord van God uitgegaan en nu was het moment dat Gabriël het kwam meedelen aan Daniël.
Zullen we als christenen de weg van Daniël gaan? De weg van verootmoediging en schuldbelijdenis, juist nu, in deze dagen. Dat we het uitroepen naar de Heere Jezus toe en belijdenis doen van onze zonden, en ook van de zonden van land, kerk en volk. Dat we ons niet langer als heiligen verheffen boven de zondaren om ons heen, maar dat we tot Hem gaan roepen om vergeving en genade. En in Gods kracht breken met de zonde en de ongerechtigheid in ons leven.
Of voelt u zich hier te goed voor?
Ik zie en hoor dat veel christenen zich te goed voelen om deze weg te gaan. ‘Wij zijn zo slecht toch niet… Onze zonden zijn toch al verzoend door het bloed van Christus… Moeten wij belijdenis doen van die grote zondaren… Laat ze dat zelf doen… De Heere zal ons zegenen…’
Toch zie je in de Bijbel telkens weer dat de weg van verootmoediging en schuldbelijdenis de weg is die de Heere wil zegenen. En altijd zijn het Gods kinderen die voorop gaan.
Denk aan Ninevé, dat zich bekeerde in zak en as toen het oordeel door Jona werd aangekondigd. En de Heere was de stad en het inwoners van Ninevé genadig. Tal van opwekkingen in het verleden ontstonden op het aanhoudend gebed en de verootmoediging.
Ook Nehemia gingen deze weg
Eenzelfde verootmoediging komen we tegen bij Nehemia. Hoe diep zijn zijn woorden, die we lezen in het eerste hoofdstuk, nadat hij van Hanani, een van zijn broers, hem vertelde over de erbarmelijke situatie van Jeruzalem.
‘Het gebeurde, toen ik deze woorden hoorde, dat ik ging zitten en begon te huilen. Ik bedreef enkele dagen rouw, terwijl ik voor het aangezicht van de God van de hemel vastte en bad.
Ik zei: Och, HEERE, God van de hemel, de grote en ontzagwekkende God, Die het verbond en de goedertierenheid in acht neemt voor hen die Hem liefhebben en Zijn geboden in acht nemen.
Laat Uw oor toch opmerkzaam zijn, en Uw ogen open, om te luisteren naar het gebed van Uw dienaar, dat ik heden dag en nacht voor Uw aangezicht bid voor de Israëlieten, Uw dienaren. Ik belijd de zonden van de Israëlieten, die wij tegen U begaan hebben. Ook ik en mijn familie, wij hebben gezondigd.
Wij hebben het grondig bij U verdorven. Wij hebben de geboden, de verordeningen en de bepalingen, die U aan Uw dienaar Mozes geboden hebt, niet in acht genomen.
(…) Och, Heere, laat Uw oor toch opmerkzaam zijn op het gebed van Uw dienaar, en op het gebed van Uw dienaren, die er vreugde in vinden Uw Naam te vrezen’ (Nehemia 1:4-11).
Mij raakt het wanneer ik lees dat ook Nehemia belijdt dat hij en zijn familie gezondigd hebben. Net als Daniël. De Heere hoort, verhoort, vergeeft en geeft herstel en genezing. Laten wij ook deze weg gaan. Dan zal de Heere ook horen, verhoren, vergeven, herstellen en genezen.
Dirk van Genderen
Op D.V. woensdag 23 september – Grote Verzoendag, Yom Kippoer – vanaf 11.00 uur tot 21.00 uur de Pauluskerk, Albertine Agnesstraat 2 te Dordrecht open voor boete, verzoening en gebed. Deze boete- en gebedsdag is een initiatief van gelovigen uit de Messiasbelijdende beweging en uit verschillende kerken en gemeenten. De kerk is open voor ieder die mee wil bidden.