Mijn aandacht werd getrokken door een bijzondere tekst uit Maleachi 3:3: ‘Hij zal zitten als iemand die zilver smelt en reinigt…’ Dit is typisch zo’n tekst die je, als je op zoek gaat naar de betekenis ervan, enorm kan bemoedigen.
Het gaat in Maleachi 3 – dat is wel duidelijk – over de Heere God, de Zilversmid, en over de mens, het zilver. Hier gaat het heel specifiek over de Levieten, om hen te reinigen en te zuiveren. Ik geloof dat er in deze woorden ook een boodschap voor ons zit.
Een zilversmid houdt een stuk zilver in het vuur en laat het warm worden. Om het zilver te reinigen, is het nodig dat het zilver in het midden van het vuur wordt gehouden, waar de vlammen het heetst zijn. Zo wordt alle vuilheid en onreinheid weggebrand.
Om ons geestelijk mooi te maken
Ziet u het voor u… God, Die ons in het vuur houdt… Niet om ons te pijnigen – hoewel het veel pijn kan doen – maar om ons te reinigen, om ons mooi, geestelijk mooi te maken.
Opmerkelijk is verder dat de zilversmid onophoudelijk voor het vuur blijft zitten en naar het zilver blijft kijken, totdat het totaal gereinigd is. Omdat, als hij maar even wegloopt of niet kijkt, het zilver net te lang in het vuur kan zijn, waardoor het niet bruikbaar meer is.
Hoe weet de zilversmid nu het juiste moment om het zilver uit het vuur te halen? Dat is heel simpel. Zodra hij zijn eigen beeld in het gesmolten zilver ziet weerspielen, is het zilver lang genoeg in het vuur geweest.
De Heere God kent ook u, weet dat u in het vuur bent en heeft u, als de grote Zilversmid, in Zijn handen. En Hij verlangt ernaar dat er steeds meer van Zijn beeld, van de Heere Jezus, zichtbaar wordt in ons leven.
Het kan pijn doen
Zo’n Bijbeltekst mag ons bemoedigen. God kan moeilijkheden en tegenslagen in ons leven gebruiken als het vuur om ons te reinigen en te heiligen, net zoals een zilversmid het zilver reinigt.
Dit proces kan pijn doen, jazeker. Ik ken het uit mijn eigen leven en wellicht kent u het ook uit ervaring. U zult misschien reageren: ‘God is toch liefde, ik kan niet geloven dat Hij zoiets toelaat’.
En toch, als je de Bijbel nagaat, dan zie je dat God in de levens van veel Zijn kinderen moeilijkheden toelaat, om hen meer bruikbaar te laten zijn voor Hem. Ik noem er een paar.
Denk eens aan Jozef: verkocht door zijn broers, onschuldig in de gevangenis in Egypte en later onderkoning van Egypte om Gods volk, het volk Israel, in het leven te kunnen behouden.
Denk eens aan Mozes: Hij moest vluchten voor de farao van Egypte en verbleef 40 jaar in de woestijn. In die lange tijd maakte God hem klaar om Zijn volk uit Egypte naar Kanaän te leiden.
Denk eens aan Job: Als er iemand jarenlang heeft moeten lijden, is Job het wel. Het loopt God echter niet uit handen. Aan het einde van het boek Job lezen dat hij bidt voor zijn vrienden en dat God hem nog meer zegent dan voorheen.
Denk eens aan Paulus. Hoe geweldig is hij door God gebruikt! Maar jarenlang bracht hij – onschuldig – door in de gevangenis. Juist in de gevangenis ontving hij openbaring van God. Ook was hij zwak, had hij een doorn in zijn vlees. De Heere zegt tegen hem: ‘Mijn genade is voor u genoeg, want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht’ (2 Korinthe 12:9a).
Moeilijkheden in Gods hand geven
In welke situatie u zich ook bevindt, hoop op de Heere, stel uw vertrouwen op Hem en verwacht het van Hem. Geloof dat uw situatie, hoe moeilijk ook, Hem niet uit handen loopt. Het kan het vuur zijn dat Hij gebruikt om u meer op de Heere Jezus te laten lijken.
Psalm 10:14 wijst ons de weg: ‘U aanschouwt de moeite en het verdriet, opdat men het in Uw hand geeft.’ Dat geeft rust, dat geeft vrede.
Als u als zilver in het vuur bent, kan dat voelen als een woestijnperiode. Juist zo’n periode kan passen in Gods plan om ons te veranderen naar het beeld van de Heere Jezus. Hebreeën 12:10 geeft het doel aan: opdat wij deel krijgen aan Zijn heiligheid.
Als we de situatie niet meer aan kunnen, wil Hij ons dragen, voor ons zorgen. Jesaja 43:2 zegt: ‘Wanneer u zult gaan door het water, Ik zal bij u zijn, door rivieren, zij zullen u niet overspoelen. Wanneer u door het vuur zult gaan, zult u niet verbanden, geen vlam zal u aansteken.’
Wat een bemoediging, wat een troost. ‘U bent kostbaar in Mijn ogen,’ zegt de Heere, in vers 4.
Dirk van Genderen