Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk

Enkele uren nadat ik u in de Nieuwsbrief van vorige week had opgeroepen te bidden voor de christenen in Pakistan, vond de verschrikkelijke aanslag plaats van een islamitische zelfmoordterrorist op een grote groep christenen in een park in de stad Lahore. Daarbij kwamen minstens 72 mensen om het leven, onder wie veel christenen. Alle slachtoffers die de Heere Jezus kenden en liefhadden, juichen nu voor de troon in de hemel, in Zijn onmiddellijke nabijheid.

De verantwoordelijkheid voor de aanslag is opgeëist door Jamaat-e-Ahrar, een terreurgroep verbonden met de Taliban, waaraan werd toegevoegd dat zulke aanslagen zullen doorgaan tot de sharia is ingevoerd in Pakistan. Het doel van de aanslag was overduidelijk het doden van zoveel mogelijk christenen. Voor Pasen was daar al mee gedreigd, vandaar mijn oproep tot gebed vorige week. Iedereen was in shock.

Na de Paasdienst in de kerk waren de christenen naar het park gegaan, waar de aanslag plaatsvond. Enkele dagen eerder had het Pakistaanse parlement besloten dat Pasen en twee Hindoefeesten voortaan officiële vrije dagen zijn. Maar moslimextremisten in Pakistan zijn tegen elke vorm van religieuze vrijheid voor andere religies dan de islam.

Park veranderde in een bloedbad
Het is verder bij ons vandaan, dat begrijp ik, maar deze aanslag, waarbij ook nog eens 340 gewonden vielen, van wie velen zeer ernstig, kreeg veel minder aandacht in het nieuws dan de aanslagen in Brussel. Het park in het Pakistaanse Lahore veranderde in een bloedbad, op de dag dat de Pakistaanse gelovigen de verlossing vierden vanwege het bloed dat de Heere Jezus heeft gestort, ook voor hun redding.

Ik weet niet hoe het bij u is, maar ook ik vind dit ver weg. Toch zijn het wel onze broeders en zusters in de Heere Jezus. Als we het het lied ‘Samen in de Naam van Jezus…’ zingen, dan horen zij er ook bij. We mogen best iets meer voelen van hun pijn, hun verdriet.
Daarom roep ik u opnieuw op voor de Pakistaanse christenen te blijven bidden. Gebed geeft verbondenheid, bij de troon van God. Geestelijke verbondenheid in de Naam van de Heere Jezus.

De historie toont overduidelijk aan dat de geschiedenis van de gemeente van de Heere Jezus is geschreven in het bloed van de martelaren. Hun bloed werd als een zaad, waardoor na hun dood velen tot geloof kwamen.
Een christen uit Pakistan, die ooit zelf moslim was, meldt dat veel moslims zich distantiëren van de extremisten en hun daden veroordelen. ‘Er zijn zelfs moslims die hun bloed doneerden voor gewonde christenen, afgelopen zondag. Ze zijn de islam zat. Bid,’ vraagt hij, ‘dat miljoenen moslims de brutaliteit gaan zien van de extremistische terreurgroepen.’
God is bij machte om hen op zoek te laten gaan naar de Heere Jezus. En wie Hem zoekt, zal Hem vinden.

Laten we ook bidden dat de Pakistaanse overheid hard zal optreden tegen deze moslimterreur. De Pakistaanse premier Nawaz Sharif veroordeelde de massamoord en zei dat de moslimterreur met wortel en tak zal worden uitgeroeid uit Pakistan.

De doelen van moslimterroristen zijn helder: dood en verderf zaaien, zoveel mogelijk mensen doden, angst teweegbrengen en heel de wereld islamitisch maken. En wanneer ze zelf in de strijd, in de jihad omkomen, zullen ze beloond worden met de hemel en met zeventig maagden. Dat is hun voorgespiegeld.

Moslimextremisten geloven in leugens
Helaas geloven ze in leugens. Inderdaad, ze doden onschuldige mensen, ze jagen de wereld angst aan, maar het zal ze nooit lukken de hele wereld onder de islam te brengen. Lees maar wat Filippenzen 2:10 en 11 zegt:
‘…opdat in de Naam van Jezus zich zou buigen elke knie van hen die in de hemel, en die op de aarde, en die onder de aarde zijn, en elke tong zou belijden dat Jezus Christus de Heere is, tot heerlijkheid van God de Vader.

Laten we bidden dat God alle terreurgroepen ontmantelt, dat hun financiering stopt, dat hun leiders worden uitgeschakeld. Bid bovenal dat de terroristen tot geloof in de Heere Jezus komen.

God werkt machtig in geestelijk donkere moslimgebieden
Getuigenissen uit Iran, Pakistan en andere moslimlanden laten zien dat God machtig werkt in deze donkere gebieden. Veel moslims komen tot geloof in de Heere Jezus. Ook door dromen en visioenen. Hoeveel? Dat weet de Heere alleen.
Er zijn berichten over moslimvrouwen die in het geheim samenkomsten bezoeken en hun Bijbels onder hun boerka’s verbergen.
De Pakistaanse christen, die ik eerder al citeerde, merkt op: ‘Ik heb veel moslims tot Christus zien komen, omdat ze zagen dat God wonderen doet en dat Hij gebeden beantwoordt.’

Laten we ook bidden dat christenen niet geïntimideerd zullen worden door de vervolging. God kan hun hemelse moed en kracht schenken om trouw aan Hem te blijven, in het aangezicht van de dodelijke dreiging van nieuwe aanslagen.

‘Wij worden beschouwd als slachtschapen’
Denk eens aan Paulus. Elke dag was zijn leven in gevaar, evenals de levens van christenen in verscheidene moslimlanden voortdurend in gevaar zijn. Elk moment kon hij gedood worden. Zoals slachtschapen bestemd zijn voor de slacht, zo was zijn leven in de ogen van zijn tegenstanders niet kostbaar. Hij verkeerde in gevaar van verdrukking, benauwdheid, vervolging, honger, naaktheid en het zwaard ( Romeinen 8:35). En in vers 36 lezen we: ‘Want omwille van U worden wij de hele dag gedood, wij worden beschouwd als slachtschapen.’

Ondanks deze gevaren en bedreigingen wist hij zich geborgen in Christus. Hij riep het uit: ‘Wie zal ons scheiden van de liefde van Christus?’ (vers 35). Hij wist dat Hij Overwinnaar is, en daarom kon hij zeggen:
‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem Die ons heeft liefgehad’ (vers 37).

‘Heere, schenk mij meer van de onverschrokkenheid van Paulus,’ is mijn verlangen. Wat het hem ook kostte, hij ging door met de verkondiging van het Evangelie.
Velen schaamden zich voor hem en lieten hem in de steek. Wie wilde er nu in één adem genoemd worden met iemand die zoveel weerstand oproept? Er is er één, die Paulus apart vermeldde:
‘Moge de Heere het huis van Onesiforus barmhartigheid bewijzen, want hij heeft mij vaak bemoedigd en heeft zich voor mijn boeien niet geschaamd’ (2 Timotheüs 1:16).

Een schouwspel voor de wereld
Ziet u hoe belangrijk het is dat we onze vervolgde broeders en zusters bemoedigen! Paulus had dat ook nodig. We bemoedigen hen onder andere door ons niet te schamen voor hun vervolging, voor hun gevangenschap.
Ditzelfde komen we ook tegen in het Bijbelboek Hebreeën, in hoofdstuk 10. Vrijwel zeker is ook deze brief geschreven door Paulus. We lezen in de verzen 33 en 34:

‘Nu eens werd u zelf door smaad en verdrukkingen tot een schouwspel gemaakt, dan weer deelde u het lot van hen die zo behandeld werden. Want u hebt ook medelijden gehad met mij, in mijn boeien, en de beroving van uw eigendommen met blijdschap aanvaard, in de wetenschap dat u voor uzelf een beter en blijvend bezit hebt in de hemelen.’

Het moet ons niet verwonderen als gelovigen in een kwaad daglicht worden gesteld en zo tot een schouwspel voor de wereld worden gemaakt. Daar worden we in het zogenaamde vrije Westen ook al mee geconfronteerd. Het komt voor dat gelovigen publiekelijk te schande worden gemaakt. Laten we meeleven en meelijden met hen die dit wordt aangedaan. Houd er maar rekening dat dit ook ons kan overkomen en wees erop voorbereid door nu al uw vertrouwen voor 100 procent op de Heere Jezus alleen te stellen.

De zegen van gevangenschap
Ook in Filippenzen 1 vertelt Paulus over zijn lijden en over de zegen van zijn gevangenschap. We lezen in de verzen 12 tot 14:
‘En ik wil dat u weet, broeders, dat wat er met mij is gebeurd, veeleer tot bevordering van het Evangelie heeft gediend, zodat in het hele gerechtsgebouw en aan alle overigen bekend is geworden dat ik een gevangene ben om Christus’ wil, en dat het merendeel van de broeders in de Heere door mijn gevangenschap vertrouwen heeft gekregen om het Woord nog overvloediger onbevreesd te durven spreken.’

Wat een onthulling krijgen we hier, een kijkje achter de geestelijke schermen. Wat Paulus overkomt, zijn gevangenschap, draagt bij aan de verkondiging van het Evangelie. Het loopt de Heere nooit uit handen. Zelfs gevangenschap laat Hij meewerken ten goede.
Wat zo bijzonder is: door zijn gevangenschap hebben de meeste broeders en zusters zoveel vertrouwen in de Heere gekregen, dat ze de boodschap van het Evangelie nog onbevreesder verkondigen.

De kerkvader Tertullianus (ongeveer 150-229 na Christus) schreef al in zijn bekende boek ‘Apologeticum’, over de vervolging van christenen: ‘Het bloed van de martelaren is het zaad van de kerk.’ De geschiedenis bewijst dat dit waar is. Overal waar de christenen vervolgd worden, groeit het aantal gelovigen.

Dirk van Genderen