Bij het Pinksterfeest denk ik aan de uitstorting van de Heilige Geest en de grote opwekking, die op die dag plaatsvond in Jeruzalem. Weet u, dat is mijn diepste verlangen. Een herleving, een opwekking. Nu. ‘Heere, doe het, opnieuw, in ons land, in onze kerken en gemeenten…’
Als ik om me heen kijk, bespeur ik weinig verlangen naar een opwekking. We zijn al blij als we het als gemeente van de Heere Jezus volhouden in deze tijd.
En, zeggen velen, het zal in de eindtijd alleen maar minder worden, ook geestelijk. Zei de Heere Jezus het al niet: ‘Zal ik nog het geloof vinden, als Ik terugkom?’
Opwekkingen in het verleden kunnen ons bemoedigen en aansporen om intenser te gaan verlangen naar en bidden om een nieuwe opwekking.
Opwekking is mogelijk, lieve mensen, daar ben ik vast van overtuigd. Voor God is toch niets te wonderlijk. Hij wil immers niet dat iemand verloren gaat, maar dat allen tot bekering komen, zegt 2 Petrus 3.
Laten we onze ogen ook niet sluiten voor het werk van God in deze tijd. Nooit in de geschiedenis zijn er – op wereldschaal bezien – zoveel christenen geweest als nu. Het is wonderlijk wat God doet. Het is nu opwekkingstijd.
Inderdaad, niet in Nederland, niet in het Westen, afgezien van soms plaatselijke en lokale oplevingen, op vrij kleine schaal, wat je nauwelijks een opwekking kunt noemen.
Opwekking in moslimwereld
Terwijl het Westen geestelijk aan het sterven is – te cru gezegd – komen in Azië, het Midden-Oosten, Afrika en Zuid-Amerika duizenden, tienduizenden mensen tot geloof. Ik geloof dat je momenteel een opwekkingsbeweging ziet in de moslimwereld.
Kenmerkend voor een opwekking is de gelijktijdige verdieping van het geloof van velen in een gemeenschap. Vaak gaat een opwekking gepaard met een zekere mate van uitbundigheid, zowel in het besef van zondigheid tegenover een heilig God als van vreugde over ontvangen vergeving.
Maar allerlei zogenaamde manifestaties van de Geest, zoals ze vaak worden genoemd, zoals schreeuwen, vallen, stuiptrekken, lachen, het maken van vreemde geluiden, hoeft nog geen bewijs te zijn van een opwekking. De duivel kan Gods werk nabootsen, na-apen.
In de Bijbel vinden we ook dat opwekking gepaard gaat met uitbundige tekenen (profeteren, spreken in vreemde talen – die trouwens wel te verstaan zijn), maar verder niet.
Denk maar aan de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag en de duizenden mensen die vervolgens tot geloof komen.
Kenmerken van opwekking
Wat zijn de kenmerken van een opwekking?
– Besef van de heiligheid van God.
– Grote liefde voor de Bijbel, Gods Woord
– Behoefte aan gebed, veel gebed
– Diepe overtuiging van zonde en besef verloren te gaan
– Openbare schuldbelijdenis
– Bekering van onbekeerden
– Toewijding aan God/Levensheiliging
– Impuls voor zending en evangelisatie.
– Impact op de samenleving voor langere tijd.
Enkele weken geleden heb ik hierover in een gemeente een lezing verzorgd, met daarin een aantal voorbeelden van opwekkingen in het verleden, zoals de opwekkingen in Nederland (Alblasserwaard en Nijkerk) in de achttiende eeuw, in Amerika en Engeland in de 19e eeuw en de opwekkingen in Wales, onder de Zoeloes en in Korea, in de twintigste eeuw.
Wanneer de opwekking komt, zie je altijd een toenemende vurigheid in het gebed, een intense overtuiging van zonde en vaak belijdenis van zonde, gevolgd door grote vreugde.
Bij het lezen van de verslagen is er telkens weer het getuigenis van de plotselinge komst van de Geest, met een geweldige kracht. De Geest schudt de mensen wakker en overtuigt hen van zonde en de noodzaak van een Redder, de Heere Jezus.
God is bij machte om ook nu een opwekking te geven. Dat geloof ik met heel mijn hart. Het zuidelijk halfrond staat geestelijk in vuur en vlam. Daar is opwekking gaande. Het gaat ook hier gebeuren. De Bijbel spreekt over een opwekking in de eindtijd.
Wordt het dan niet alleen maar zwaarder, moeilijker en zondiger, reageert u misschien? Daar spreekt de Bijbel toch over, als het over de eindtijd gaat?
Dat ook, maar toch geloof ik in grote herleving, een grote opwekking, zeker vanaf het moment dat het Joodse volk tot bekering zal komen.
Opwekking in Wales
Zoals in elke opwekking wordt ook in de opwekking van Wales Gods Geest uitgestort. De mijnwerkers komen massaal tot bekering. Jarenlang beulden ze zich af in de mijnen. Met hun gevloek joegen ze de paarden voort. Maar nu ze tot geloof waren gekomen, vloekten ze niet meer. Het gevolg was dat de paarden ook niet meer liepen.
Kroegen en voetbalstadions werden gesloten, omdat er geen mensen meer kwamen. Iedereen was met de Bijbel bezig. In de mijnen werd gepreekt, in de kroegen gebeden. Er werden overal heen bidstonden gehouden, soms nachtenlang.
Als er gepreekt werd, ging het altijd over het kruis waar de Heere Jezus stierf voor onze zonden. Spontaan werden aanbiddingsliederen ingezet. De kranten publiceerden opwekkingsberichten in plaats van voetbalverslagen.
Opwekking in Nijkerk
Halverwege de achttiende eeuw vonden op verschillende plaatsen in Nederland opwekkingen plaats, onder meer in Nijkerk en omgeving. Die gebeurtenissen staan wel bekend als de ‘Nijkerkse beroerselen’. Het is de tijd van de grote opwekkingen in Amerika, Schotland en Engeland.
Op zondag 17 november 1749 preekt dominee Kuijpers over Psalm 72. Terwijl hij Gods Woord brengt, beginnen overal in de overvolle kerk mensen te beven en te huilen. Zo groot is de verslagenheid over hun besef van zonde. Mensen roepen om Gods genade. Er woedt een geestelijke strijd om mensenzielen.
Tijdens de preek raken alle aanwezigen overtuigd van zonde. Sommigen vallen op de grond, alsof ze de last van de zonde niet langer kunnen dragen. Anderen vallen op hun knieën en huilen luid om hun zonden.
Kuijpers spreekt over de werking van Gods Geest in het hart. Als hij uit de Bijbel begint te lezen, breekt een niet te stoppen gehuil uit. ‘Kunnen deze mensen nog verlost worden van hun torenhoge zonden?’ roepen velen uit
Als Kuijpers aan het einde van de dienst de zegen meedeelt, valt een aantal van hen op de grond.
Mensen kunnen niet meer spreken vanwege hun zondebesef. Tot diep in de nacht gaat het door en de mensen gaan zien dat er verlossing en vergeving is voor zondaren. De oogsttijd is begonnen.
Nijkerk verandert. In plaats van getier en gevloek komen uit alle huizen geluiden van psalmgezang en gebed. Zelfs in de kroegen komen de mensen samen om God te zoeken. De kerken zitten overvol en het opwekkingsvuur breidt zich uit.
Opwekking in Korea
In de reeks van gebedsuren in het Koreaanse Pyongyang brak er een zekere maandag aan. De zendelingen ervaarden merkbaar Gods nabijheid. Voor de avond was er een godsdienstoefening vastgesteld. De vergaderde gemeente werd in de tegenwoordigheid van de Heere gebracht.
Na de preek nodigde dr. Lee tot gebed uit. Velen begonnen tegelijkertijd te bidden. Tot nu toe hadden de zendelingen dit nooit toegestaan. Maar nu voelden ze een bijna ondraaglijke spanning.
Dr. Lee zei: ‘Wanneer het jullie helpt dat allen gelijktijdig bidden, bidt dan op deze wijze.’
Er begon deining te komen in de kerk. Geen verwarring, maar ongeëvenaarde harmonie van gebed.
Het was alsof de stemmen van alle bidders samensmolten tot één enkele kreet tot God. De Heilige Geest smeedde allen samen, zoals op de dag van het eerste Pinksterfeest.
De één na de ander stond op, beleed zijn zonden, viel op de knieën, begon te huilen en smeekte de Heere Jezus om ontferming. Werknemers beleden hun meerderen hun misstappen en omgekeerd.
Ouderlingen vroegen predikanten om vergeving. Dominees verzoenden zich met elkaar en betuigden spijt over jaloezie.
De zendelingen in die samenkomst in Korea wisten niet meer wat ze moesten doen. Wekenlang hadden ze gebeden om een uitstorting van de Heilige Geest. Nu had God dat geschonken.
Ze gingen de rijen door, om mensen te troosten met Bijbelwoorden van vergeving. Dr. Lee zette een lied in, maar daarna ging het gewoon door. De Koreanen wilden maar één ding: hun verhouding met God moest in orde komen.
De opwekking begon in Pyongyang, het tegenwoordige centrum van het communisme. Daarvanuit spreidde de opwekking zich uit over heel Korea.
De impact was enorm. De leraren op school konden soms hun lessen niet meer geven omdat de leerlingen hun zonden beleden en om vergeving vroegen. Hele streken en dorpen, waar nooit een zendeling had gewerkt, werden aangegrepen toen zij de verslagen hoorden.
Doodsvijanden verzoenden zich met elkaar. Gestolen geld en goed werd terug gegeven. Niet alleen tegenover christenen werd oud onrecht hersteld, maar ook tegenover de ongelovigen.
Een oude Chinese zakenman was zeer verrast toen een christen hem een grote som geld terugbracht, die hij eens bij vergissing van de koopman had gekregen.
Ik hoop dat uw verlangen naar een geestelijke herleving, een opwekking is aangewakkerd. Wat kunnen we beter doen dan daarvoor op de knieën gaan? Zeker nu tijdens de Pinksterdagen, maar ook daarna.
‘Heere, ontfermt U Zich over ons land en ons volk, over onze kerken en gemeenten. Wees ons genadig, vergeef ons onze zonde en schenk een herleving, een opwekking. Tot eer van Uw grote Naam en tot zegen van velen.’
Dirk van Genderen