Tegenwoordig benadrukken veel christenen tamelijk eenzijdig de liefde van God. ‘God is immers liefde’. Maar er is ook een andere kant en daar hoor je ze niet of nauwelijks over, omdat ze daar niet goed raad mee weten, omdat het dan wel heel dichtbij komt. ‘Wie Mijn geboden heeft en die in acht neemt, die is het die Mij liefheeft,’ zegt de Heere Jezus in Johannes 14:21. ‘Een goede boom kan geen slechte vruchten voortbrengen’ (Mattheüs 7:18). God is een heilig God. En Hij haat de zonde.
En wat gebeurt er vandaag? Veel christenen vinden dat ze tolerant moeten zijn. Dat ze niet te ‘streng’ moeten zijn in hun opvattingen, omdat ze anderen anders tegen zich in het harnas jagen. Zie maar wat er gebeurt rondom het thema homoseksualiteit. Wie zich beroept op de Bijbel en zegt dat God een relatie tussen mensen van hetzelfde geslacht niet goedkeurt, krijgt steeds fellere stormen van kritiek over zich heen. Dit zou wel eens het thema kunnen worden dat christelijke organisaties en kerken in de toekomst gaat splijten.
Een treetje hoger op de geestelijke ladder
En wie zich beroept op de Bijbel, kan te horen krijgen: ‘Mozes zegt wel dit of Paulus dat, maar…’ en dan kan er van alles volgen. Alsof wij het beter zouden weten dan Mozes en Paulus, misschien meer inzicht zouden hebben dan zij. Een treetje hoger op de geestelijke ladder zouden staan. Ja, het beter zouden weten dat God Zelf. Dat zeggen we natuurlijk niet hardop, maar wie zich niet wil onderwerpen aan het Woord van God zelf, stelt zich boven God, denkt het beter te weten dan God.
Weet u wat Paulus daarover zegt – dit speelde toen namelijk ook al -: ‘Ik verwonder mij erover dat u zich zo snel afwendt van Hem Die u in de genade van Christus geroepen heeft, naar een ander evangelie, terwijl er geen ander is; al zijn er ook sommigen die u in verwarring brengen en het Evangelie van Christus willen verdraaien. Maar zelfs als wij, of een engel uit de hemel, u een evangelie zouden verkondigen, anders dan wat wij u verkondigd hebben, die zij vervloekt. Zoals wij al eerder gezegd hebben, [zo] zeg ik ook nu weer: Als iemand u een evangelie verkondigt anders dan wat u ontvangen hebt, die zij vervloekt.’ (Galaten 1:6-9).
Door openbaring
En zeker, het Evangelie dat Paulus bracht – ‘…ik had mij voorgenomen niets [anders] onder u te weten dan Jezus Christus, en Die gekruisigd’ (1 Korinthe 2:2) – is niet naar de mens. Hij had het dan ook niet van een mens ontvangen of geleerd, maar door openbaring van Jezus Christus. Het was Zijn Evangelie, niet Paulus’ Evangelie.
Het was nodig dat Paulus deze boodschap heel duidelijk neerzette, omdat aan de pasbekeerde heidenchristenen werd geleerd dat ze toch ook de Joodse wetten, zoals de besnijdenis, zouden moeten onderhouden, omdat geloof in de Heere Jezus alleen niet voldoende zou zijn om behouden te worden. Paulus zegt het met grote nadruk dat de mens uitsluitend wordt gerechtvaardigd door het geloof in Christus Jezus.
Dit is iets waar we ook in onze dagen alert op moeten zijn. We mogen de Heere wel voortdurend bidden om wijsheid en onderscheidingsvermogen. Soms wordt de boodschap zo subtiel aangepast dat we het nauwelijks in de gaten hebben. In een dwaalleer is vaak het grootste deel van de boodschap juist, misschien wel 80 procent, terwijl een klein deel afwijkt van de waarheid van de Bijbel. Daarom is het van groot belang dat we Gods Woord kennen, want dat is onze uiteindelijke toetssteen. Ook kunnen we niet zonder de Heilige Geest, omdat Hij ons in alle waarheid zal leiden (Johannes 16:13).
Toets de boodschap
Dit legt een grote verantwoordelijkheid bij de verkondigers van het Evangelie. Om getrouw te zijn. Om een zuiver geluid te laten horen. Laten zij hun boodschap eens vergelijken met Paulus’ boodschap. En laten ook de hoorders alert zijn. Laten we zijn als de christenen in Berea. Zij toetsten dagelijks de boodschap van Paulus en Silas aan de Schriften (Handelingen 17:11).
Wat we vandaag nodig hebben, is mensen die als wachters op de muren van Jeruzalem staan (Jesaja 62). Letterlijk in Israël, maar ook hier in Nederland. Mensen die alarm blazen wanneer er een ander evangelie wordt verkondigd. En degenen die dat doen, hebben onze steun nodig. Heel letterlijk, maar misschien ook wel door nog meer voor hen voor God op de knieën te gaan in de geestelijke strijd die heviger wordt in deze laatste dagen voor de wederkomst van de Heere Jezus Christus.
Ik denk aan de tijd waarin Elia dacht hij alleen was overgebleven als dienaar van God. Maar de Heere bemoedigde hem door hem te vertellen dat Hij in Israël 7000 mensen zou overlaten die hun knieën niet voor Baäl zouden buigen (1 Koningen 19:18).
Ik ben ervan overtuigd dat er ook nu nog velen zijn die hun knieën niet buigen voor de hedendaagse Baäls. Wellicht breekt de tijd aan dat allen die de Heere van harte liefhebben, die beseffen dat we in profetische tijden leven en pal staan voor de waarheid van Gods Woord, een nieuw soort verbondenheid moeten aangaan. Ik verwacht dat we elkaar in de toekomst meer nodig hebben dan we nu beseffen.
Dirk van Genderen