Acht in nederigheid de ander voortreffelijker dan jezelf

Wat geloof jij nu precies? Hoe denk je over genezing? Geloof je in de opname van de gemeente voor de grote verdrukking? Geloof je in de kinderdoop of in de volwassendoop? Geloof jij dat God machtig is mensen te bevrijden van homoseksualiteit? Geloof je in een Duizendjarig Rijk? Hoe zie je de toekomst van Israel? Dit zijn nog maar enkele van de vragen die de afgelopen weken in gesprekken en via de e-mail op mij werden ‘afgevuurd’.

Ik word meestal niet blij van zulke vragen. Theoretische discussies leiden zeker niet tot meer eenheid in het geloof in de Heere Jezus. Hete hoofden, koude harten, is niet zelden het gevolg.
Terwijl we elkaar zo nodig hebben. De wereld staat in brand en wij zijn bezig met het recht hangen van schilderijen in een brandend huis. Met bijzaken. O, hoe dwaas. De Heere Jezus bad tot Zijn Vader dat de Zijnen één zouden zijn, niet dat ze allemaal precies hetzelfde zouden denken en geloven.’
‘Ik bid (…) opdat zij allen één zullen zijn, zoals U, Vader, in Mij, en Ik in U, dat ook zij in Ons één zullen zijn, opdat de wereld zal geloven dat U Mij gezonden hebt’ (Johannes 17:21).

Een groot deel van de mensheid dreigt voor eeuwig verloren te gaan omdat ze de Heere Jezus niet kennen. Laten we ons inspannen om hen te bereiken, in plaats van het verdoen van onze tijd en onze energie met zulke discussies.

Zeker, de Bijbel heeft het laatste woord. Gods Woord is de waarheid, de enige waarheid. Laten we daaraan vasthouden en de Bijbel naspreken en niet discussiëren met woorden als ‘ik geloof dit… ik geloof dat…’, maar: ‘Dit zegt de Bijbel… er staat geschreven…’

Laten we onze medegelovige, die op sommige punten misschien net iets anders denkt, van harte liefhebben en accepteren als onze broeder en zuster, voor wie de Heere Jezus ook Zijn leven heeft gegeven.
Als Hij zegt: ‘Je hoort bij Mij, je bent Mijn kind, Mijn zoon, Mijn dochter’, wie zijn wij dan om te zeggen: ‘Je past niet bij ons omdat je iets anders denkt dan wij geloven.’

Denkt u dat de vervolgde christenen zich druk maken over bovenstaande vragen? Ze hebben de Heere Jezus lief en elkaar. Geloof, hoop en liefde, zelfs hun vijanden, voor wie ze bidden. En als je vandaag nog kan worden opgepakt of doodgeschoten, dan vraag je niet aan elkaar of je in de opname van de gemeente voor de grote verdrukking gelooft, maar dan vraag je of het goed is tussen jou en de Heere, of je Hem kunt ontmoeten, of je mag weten dat Hij ook voor jou Zijn leven heeft gegeven.

Wat zei Paulus ook alweer tegen de Korinthiërs over de boodschap die hij verkondigde? ‘…ik had mij voorgenomen niets anders onder u te weten dan Jezus Christus en Die gekruisigd’ (1 Korinthe 2:2).
Dat moet de kern van onze boodschap zijn! Daar moeten we elke boodschap aan toetsen! Hij moet centraal zijn, altijd weer, Hij alleen. Jezus Christus. Gekruisigd. Opgestaan. Verheerlijkt. En komend op de wolken van de hemel.

Laten we ons maar wat bescheidener opstellen. Wij, die het soms zo goed weten. Te goed! Wij, die ons verheffen boven anderen. De Heilige Geest heeft ons immers het juiste inzicht gegeven… denkt u… Terwijl Filippenzen 2:3b zegt: ‘…laat in nederigheid de een de ander voortreffelijker achten dan zichzelf.’

Wanneer zullen wij stoppen met het beoordelen van elkaar? Het veroordelen van elkaar? Hier op aarde pas als we vervolgd worden, denk ik. Of als we bij de Heere zijn. Ik vermoed dat we dan zeer verbaasd zullen zijn. We zullen daar mensen zien van wie het absoluut niet verwacht hadden. Ze leerden immers een andere doop, ze hadden een andere visie op de toekomst. En toch zijn ze welkom bij de Heere Jezus.

En samen met hen zullen we dan de Heere Jezus loven, prijzen en aanbidden. Het Lam, staande als geslacht. Daar kunnen we toch beter hier op aarde al mee beginnen, en onze kritische houding naar elkaar toe afleggen. De Heere zegene u.

Dirk van Genderen