Een passage in een eerder commentaar over de noodzaak van schuldbelijdenis riep de nodige reacties op. Wat de Bijbel zegt over het belijden van onze zonden, zou volgens sommigen niet bedoeld zijn voor gelovigen. ‘De Heere Jezus heeft immers al voor onze zonden betaald, in het verleden, in het heden en in de toekomst.’
[1]
Het ging met name om de volgende opvatting: ‘…dat je niet hoeft te bidden om vergeving wanneer je hebt gezondigd, omdat de Heere Jezus immers toch al voor al je zonden heeft betaald. De oproep tot levensheiliging zal dan weinig weerklank meer vinden.’
Reden genoeg om hier een keer dieper op in te gaan, temeer omdat in sommige kringen een zeer eenzijdige nadruk wordt gelegd op Gods genade.
Wat Johannes in zijn eerste brief schrijft, kan ons helpen hier meer zicht op te krijgen, omdat die brief ons aanspoort in gemeenschap met God te wandelen, onze zonden te belijden en ons voortdurend te laten reinigen door het bloed van de Heere Jezus (1 Johannes 1:7). Ook nadat we tot geloof in Hem zijn gekomen.
Laten we niet uit het oog verliezen dat Johannes ervan uitgaat dat de geadresseerden de Heere Jezus al kennen (1 Johannes 2:12-14). Ze worden onder meer opgeroepen in Hem te blijven, de wereld niet lief te hebben en alert te zijn op de komst van de antichrist.
In vers 8 van hoofdstuk 1 wordt gewaarschuwd tegen de dwaalleraars die zeggen dat gelovigen niet zondigen en dus ook geen reiniging van zonden nodig te hebben. Hun bewering is een grote misleiding.
Zonde – voor velen geen prettig woord – komt in 1 Johannes ongeveer 25 keer voor; de ene keer als zonde, de zondige gezindheid, andere keren als zonden, de zondige daden.
Ernstig waarschuwt Johannes zijn lezers voor de destijds populaire dwaalleer dat gelovigen niet meer zouden zondigen, dat ze gemeenschap met Christus kunnen hebben en tegelijk in de duisternis kunnen wandelen (1 Johannes 1:6).
In feite is dát de situatie, wanneer wordt geleerd dat je je zonden niet meer hoeft te belijden omdat ze toch al vergeven zijn door de Heere Jezus. Dat is een vrijbrief om te zondigen. Wie dat zegt, liegt en doet de waarheid niet, zegt Johannes met grote nadruk. Zo iemand misleidt zichzelf en anderen.
Als wij – gelovigen – bewust zondigen, vertrappen we de Zoon van God en achten we het bloed van de Heere Jezus onrein en smaden we de Geest van de genade, zegt Hebreeën 10, vanaf vers 26.
Wanneer in de eerste brief van Johannes wordt gesteld dat wie in Christus blijft niet zondigt, wordt daarmee bedoeld dat het voor zo iemand niet normaal is om te zondigen. Zonde past niet meer bij een gelovige. De zondemacht is gebroken in het leven van een gelovige. Een gelovige is met Christus gekruisigd, gestorven, begraven en weer opgestaan (Romeinen 6).
In het eerste vers van Romeinen 6 wordt de vraag gesteld: ‘Wat zullen wij dan zeggen? Zullen wij in de zonde blijven, opdat de genade toeneemt?’
‘Volstrekt niet! Hoe zullen wij, die aan de zonde gestorven zijn, nog daarin leven?’ zegt dan vers 2.
Gelovigen worden juist aangespoord hun zonden, die ze – helaas – nog doen zolang ze hier op aarde zijn, te belijden. En wie dat niet doet, moet maar eens aan David denken, aan wat er geestelijk met hem gebeurde toen hij zijn zonde met Bathseba niet aan de Heere beleed. Zijn geestelijk leven leed bijna schipbreuk. En hij ontving Gods vergeving nadat hij zijn zonde had erkend en beleden (zie Psalm 32 en 51).
Gelet op de tijd waarin we leven, de laatste jaren/dagen voor de komst van de Heere Jezus, worden gelovigen juist opgeroepen heilig en rein te leven. 2 Petrus 3:13 en 14:
13. Maar wij verwachten, overeenkomstig Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, waar gerechtigheid woont.
14. Daarom geliefden, terwijl u deze dingen verwacht, beijver u om onbevlekt en smetteloos door Hem bevonden te worden in vrede.
Je kunt tegen gelovigen wel zeggen dat ze zich niet schuldig hoeven te voelen wanneer ze hebben gezondigd, omdat die zonden toch al vergeven zijn, maar dat botst met voorgaande en andere oproepen in de Bijbel, zoals in 1 Johannes 3:3: ‘En ieder die deze hoop op Hem heeft, reinigt zich, zoals Hij rein is.’
Hoe bevrijdend is dan de boodschap in 1 Johannes 1:9: ‘Als wij onze zonden belijden: Hij is getrouw en rechtvaardig om ons de zonden te vergeven en ons te reinigen van alle ongerechtigheid.’ Dat is pas echte genade!
Dirk van Genderen
- [Image]: https://www.dirkvangenderen.nl/wp-content/uploads/2016/11/zondenbelijden.jpg