Predikant Rex uit Senegal: ‘Wees geen geheime christen!’

Na afloop van een kerkdienst kwam er iemand naar mij toe. Hij sprak mij aan in het Engels, stelde zich voor als Rex en vertelde dat hij voorganger is in Senegal. Die ontmoeting zal ik niet snel vergeten.


Een kerkje in Senegal.

Het is vrijwel altijd een geestelijke verrijking om christenen uit andere landen en andere werelddelen te ontmoeten. Het is heerlijk om mensen te ontmoeten met wie we ons verbonden voelen door het geloof in de Heere Jezus en we kunnen ook zoveel van elkaar leren.

Wij kunnen in Nederland ons christen-zijn, ons gemeente-zijn beleven in vrijheid en luxe. Ons wordt vrijwel niets in de weg gelegd bij onze samenkomsten en onze activiteiten. Vaak beseffen we niet hoe bevoorrecht we zijn. In andere landen is de situatie voor christenen vaak zo totaal anders.

De vrijheid bij ons brengt ook veel verleidingen met zich mee. We kunnen ons minder afhankelijk van de Heere gaan voelen. Zonder Hem, in eigen kracht, houden we het ook nog wel een hele poos vol, maar wordt ons geloof en vertrouwen in Hem wel steeds zwakker.
In het Westen is het nauwelijks nodig Hem te bidden om bescherming tegen vervolging, om ons dagelijks brood, om gulle gevers, om zegen. We hebben inmiddels zoveel managementkennis, dat we wel weten hoe we onze kerk nog een hele tijd draaiende kunnen houden, ook als het geestelijke vlammetje steeds verder dooft.

De vervolgde kerk is voor velen een ver-van-mijn-bed show. We weten het wel, we organiseren er af en toe een avond over en we zijn geabonneerd op een magazine waarin we er het één en ander over lezen. Ook wordt er in onze kerk wellicht één keer per jaar gepreekt over de vervolgde christenen, we bidden soms voor hen, maken misschien wel eens een gift over, maar toch staan onze vervolgde broeders en zusters vaak op grote afstand van ons.

Dat is jammer, want we kunnen zoveel van hen leren. In het vrije Westen is vaak sprake van lauwheid in het geloofsleven. We gaan wel naar de kerk, we lezen in de Bijbel, bidden, volgen af en toe een Bijbelstudie, maar echt warm in het geloof zijn we over het algemeen niet.

Een paar jaar geleden ontmoette ik dus Rex, een voorganger uit Senegal, een land waar meer dan 90 procent van de bevolking moslim is. Hij was een korte tijd in Nederland. Zijn verhaal greep me aan.
‘Ook in Senegal neemt de haat van moslimextremisten tegen de christenen toe,’ vertelde hij. ‘Als ik het over christenen heb bedoel ik de protestantse christenen,’ verduidelijkte hij. ‘Er zijn ook veel rooms-katholieken in Senegal, maar zij kunnen in het algemeen goed overweg met de moslims. Dat is een zeer verontrustende ontwikkeling. Die beide religies gaan meer en meer samen.’

‘De extremistische moslims hebben onze kerk van ons afgepakt. We hebben nu geen plaats meer om samen te komen. Ook hebben ze ons uit ons huis gejaagd. Ik heb een vrouw en drie jonge kinderen. Ons leven is onzeker. Toch weten we ons geroepen om te blijven in Senegal, om ons in te blijven zetten voor onze gemeente. We komen nu soms bij gemeenteleden thuis samen en soms in de openlucht. De Heere zorgt voor ons.
Er zijn gemeenteleden omgekomen door aanslagen. Wanneer moslims tot geloof in de Heere Jezus komen, lopen zij vaak het meeste gevaar van hun familieleden, die niet kunnen accepteren dat hun kind, man of vrouw, of vader of moeder tot geloof in de Heere Jezus is gekomen.’

De voorganger vertelt dat hij zeer dankbaar is voor de steun die hij vanuit Nederland ontvangt, zowel financieel als ook door de gebeden.
Op de vraag wat wij in Nederland kunnen leren van de christenen in Senegal, antwoordt hij: ‘Het beeld dat ik heb van wat ik heb gehoord en wat ik zie van de Nederlandse christenen, is dat zij weinig tijd uittrekken voor het bezig zijn met de Heere en met Zijn dienst. Velen van jullie zitten uren voor de televisie en zijn ook uren aan het internetten.’

‘Jullie zouden nog veel meer het Evangelie kunnen verkondigen in Nederland. Dat is toch het allerbelangrijkste, dat de mensen de Heere Jezus leren kennen. En het kost jullie niets. Jullie lopen niet eens het gevaar opgepakt te worden, je werk kwijt te raken, je huis of je kerkgebouw.
Dat kan het ons in Senegal allemaal wel kosten en toch schrikt dat ons niet af. Omdat veel Senegalese christenen alles over hebben voor hun Heere en Heiland. Hun leven is op Hem gericht. Ze komen vaak bij elkaar om samen Bijbelstudie te doen, om te bidden, om samen de Heere te loven en te prijzen.’

‘Hoewel wij gevaar lopen, beleven wij ons geloof niet in het geheim. We achten ons leven niet kostbaar. Ons leven is van Hem en voor Hem. Het is ons verlangen dat ook onze volksgenoten de Heere Jezus leren kennen. We schamen ons niet voor het Evangelie.
Ik heb de indruk dat Nederlandse christenen zich soms wel schamen voor het Evangelie. Maar je hoeft je toch niet te schamen voor de Heere Jezus? Ik bid ook voor jullie, dat jullie je niet zullen schamen voor Hem. Jullie hebben nog volop de kans om getuige van Hem te zijn! Ga het doen!’

Dirk van Genderen