We maken ons vaak zo druk over onze kerkelijke verschillen. We strijden over liederen, bidstonden, de doop, de feestdagen, de toekomst, Israel… We zijn zo verdeeld… Laten we stoppen met onze geestelijke burgeroorlogen, lieve mensen. Juist nu, in deze laatste dagen, hebben we elkaar als gelovigen harder nodig dan ooit.
Afgelopen week huilde mijn hart. Naar de Heere Jezus toe. ‘Heere, zien we het dan niet wat er gebeurt? Open onze ogen. Uw komst is aanstaande. Het voortbestaan van Israel wordt direct bedreigd door Iran. En ook de christenen, Uw kinderen, onze broeders en zusters, liggen in grote delen van de wereld onder vuur. Ze worden vervolgd, gemarteld, gedood. En om ons heen neemt de zonde en de ongerechtigheid ongekende vormen aan. We schamen ons voor ons land en voor ons volk. O, Heere, vergeef, wees ons genadig.’
En wat doen wij in onze kerken en gemeenten? We vechten elkaar soms de tent uit. Voor broeders of zusters, die over sommige zaken iets anders denken, is vaak geen ruimte.
U moet eens weten wat ik regelmatig te horen krijg van lezers van de Nieuwsbrief. Hoe er voor hen geen plaats meer was in hun gemeente, hoe ze geestelijk beschadigd en verwond zijn, soms voor hun hele leven. Soms omdat ze werkelijk tot geloof in de Heere Jezus waren gekomen en de rest hen niet meer begreep. Soms omdat ze over de doop, over Israel of over de toekomst andere gedachten hadden (gekregen) dan in hun gemeente gebruikelijk was.
O, ik smeek u, kijk naar uw gelovige broeder en zuster met de ogen van de Heere Jezus. Ga, voordat u de spanning opvoert in een heftig gesprek of met een pittige brief of mail, eerst in gebed en smeek de Heere om genade om in liefde en barmhartigheid met de ander om te gaan.
Is het echt zo verschrikkelijk als we op bepaalde punten iets anders tegen de dingen aankijken? Dat kan ons toch ook verrijken? Laten we samen de Bijbel openslaan. Wat zegt de Heere? En wees mild naar elkaar toe.
Het is toch vreselijk als we hier mensen in de gemeente het leven onmogelijk hebben gemaakt, terwijl ze een lief kind van de Heere zijn. Hoe moet dat later in de hemel dan, denk ik soms.
Waarom kunnen we niet milder naar elkaar toe zijn? Weet u, ik wil u geen aanstoot geven. Ik hoop dat u mij daar goed genoeg voor kent. Maar ik ben ervan overtuigd dat wij soms rechtvaardiger willen zijn dan God. Wij maken broeders en zusters soms het leven in de gemeente onmogelijk. Broeders en zusters – laten we dat niet vergeten – voor wie de Heere Jezus ook Zijn leven, Zijn bloed gegeven heeft. Broeders en zusters, met wie we samen Gods gemeente vormen. Broeders en zusters, met wie we eenmaal, misschien wel naast elkaar voor Gods troon zullen staan.
Hoe staat het met die broeder die Israel zo van harte lief heeft en daar telkens voor wil bidden? Vindt u hem maar een rare vogel, die eens wat moet dimmen?
Hoe staat het met die zuster die veel waarde ziet in haar kinderdoop? Accepteert u dat niet en zet u haar onder druk om zich nogmaals te laten dopen?
Hoe staat met die jongen, die vragen stelt bij zijn doop als kind? Is hij nog welkom bij ons, of hakken we – niet letterlijk natuurlijk – zijn hoofd eraf om te voorkomen dat hij zich laat dopen?
Hoe staat het met dat meisje, dat het telkens over haar Heer heeft, maar niet Heere gebruikt, zoals wij gewend zijn? Snoeren we haar de mond?
En die gast, die ervoor pleit de Heilige Geest meer ruimte te geven? Maken we duidelijk dat wij daar niet zo van gediend zijn…
En die broeder, die met vragen zit over het Duizendjarig Rijk, de wederkomst van de Heere Jezus, de opname… Is er ruimte voor deze vragen om die met een open Bijbel te bespreken of dringen we hem heel snel onze mening op?
Dit zijn pittige vragen en heel gemakkelijk zou ik er nog een aantal aan kunnen toevoegen. Maar dat doe ik niet.
En zeker, de Bijbel moet altijd het laatste woord hebben. Elke dwaalleer of afwijking van Gods Woord moet beslist worden afgewezen. Wie morrelt aan het behoud door het geloof in de Heere Jezus alleen, uit genade, zullen we moeten vermanen, corrigeren. Dat geldt evenzo voor ieder die vraagtekens stelt bij de waarheden in de Bijbel. De gemeente moet rein en zuiver blijven. Maar er is zoveel onenigheid en liefdeloosheid over zaken die niet de kern van het Evangelie betreffen.
We mogen als broeders en zusters leren elkaar lief te hebben en elkaar te zien als geliefden van de Heere voor wie Hij Zijn leven, Zijn bloed gegeven heeft. Dat maakt je milder naar elkaar toe.
Het is een krachtig getuigenis naar buiten toe als we elkaar als gelovigen van harte liefhebben. ‘Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’ Dit zijn de woorden van de Heere Jezus Zelf, in Johannes 13:35.
Ook 1 Petrus 4:8 is duidelijk: ‘Maar heb voor alles vurige liefde voor elkaar, want de liefde zal een menigte van zonden bedekken.’ Weet u, het is zonde als we elkaar niet liefhebben en elkaar niet kunnen vergeven.
Dirk van Genderen
(Dit commentaar stond eerder op deze site, nu een herhaling in een iets aangepaste versie.)