Tovenarij in de kerk

‘O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen; u voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd alsof Hij onder u gekruisigd was’ (Galaten 3:1).
Tovenarij, betovering in de kerk. Het kwam al voor in de gemeenten in Galatië. Het gebeurt ook nu, in kerken en gemeenten. Een zoektocht. En een oproep om alert te zijn, om de geesten te toetsen of ze uit God zijn.


Bij het woord tovenarij in een christelijk magazine denken we wellicht: dat gebeurt toch niet in de kerk, bij ons in ieder geval niet. Bij de Galaten kwam het wel voor. En misschien ook wel bij ons. De Galaten hadden ruimte gegeven aan dwaalleraars. Sommigen in de gemeente hadden zich door hen laten betoveren. Ze waren gefascineerd geraakt door hun boodschap, waren onder hun invloed gekomen. Zo kunnen ook wij onder invloed, onder betovering komen van dwaalleraars, bijvoorbeeld van welvaartspredikers, die leren dat elke gelovige recht heeft op voorspoed, welvaart en gezondheid. Het gebruikte woord ‘betoverd’ in dit vers wijst op het demonische ervan.

Soms wordt in gemeenten of in gebedsbijeenkomsten gezondheid geproclameerd over een zieke, soms met Bijbelteksten. Maar niet altijd vindt de genezing plaats. Het komt voor dat het ziekbed een sterfbed wordt, zonder dat de zieke en zijn of haar familie erop voorbereid zijn. God zal immers genezing schenken.
Zulke proclamaties zijn wreed. Het komt dicht bij het uitspreken van toverspreuken met een religieus tintje. We leven nog in een gebroken wereld, met pijn, lijden en rouw. Het gaat gelovigen niet voorbij. Maar de Heere wil Zijn kracht schenken in onze zwakheid. Zijn genade is genoeg (2 Korinthe 12:9).

De dwaalleer bij de Galaten was erop gericht dat ze allerlei wetten moeten houden om gered te kunnen worden, zoals het houden van de sabbat, de spijswetten en de feesten. 1 Timotheüs 4:1 zegt dat dwaalleren uit het rijk van de duisternis afkomstig zijn, bij de misleidende geesten en de demonen vandaan. Deze dwaalleraars wilden de gemeenten in Galatië uit hun vrijheid die in Christus halen en weer onder een slavenjuk brengen (Galaten 5:1).

Dit komt ook vandaag voor. Een liefdeloze, harde, wettische prediking kan een uiting zijn van occulte belasting bij degene die deze boodschap brengt of kan voortkomen uit de voorgeschiedenis van een bepaalde kerk. ‘Je moet dit, je moet dat, en dat mag niet…’
Een poosje geleden vertelde iemand tot voor kort in zo’n gemeente te hebben gezeten. De naam van de Heere Jezus klonk niet meer, er heerste een verstikkende sfeer. God had hem eruit gehaald en hij kon weer geestelijk ademhalen. Hij ervaarde nu de vrijheid in Christus.

Van tijd tot tijd verschijnt er weer een bericht uit een kerk of gemeente uit Amerika of Nigeria dat de lang verwachte opwekking is begonnen, en gepaard gaat met tekenen en wonderen. Ren of vlieg daar dan niet direct naartoe, om de opwekking ‘op te halen’, maar toets eerst aan het Woord van God of het wel van Hem is. Een echte opwekking is altijd te herkennen aan gebed, verootmoediging, belijdenis van zonde en schuld en het ontvangen van vergeving, van vrede en blijdschap in Christus.

Wanneer tekenen en wonderen centraal staan, mensen vreemde geluiden en bizarre bewegingen gaan maken, is het zaak om extra alert te zijn. Zijn de geclaimde genezingen of zelfs opwekkingen uit de dood wel echt en controleerbaar? Staat de Heere Jezus centraal?
Het feit dat mensen vallen, of vreemde bewegingen of geluiden gaan maken, is nog geen bewijs dat deze zogenaamde tekenen door God worden bewerkt. In het hindoeïsme komen exact dezelfde verschijnselen voor. Ook als een goeroe met zijn handen wijst of mensen aanraakt, komt het voor dat ze achterover vallen en vreemde geluiden en bewegingen maken.

In Mattheus 7:22 en 23 zegt de Heere Jezus: ‘Velen zullen op die dag tegen Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam demonen uitgedreven, en in Uw Naam veel krachten gedaan?
Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt.’
Ook de satan kan wonderen en tekenen laten plaatsvinden. Denk maar aan de tovenaars in Egypte, die de wonderen nabootsten die God door Mozes gaf.
Zeker, de Bijbel spreekt over geestelijke gaven, en God geeft ook vandaag nog Zijn gaven. Maar ik zie de apostel Paulus nog niet de kring rondgaan en mensen aanwijzen of aanraken, die vervolgens achterover vallen. In de Bijbel vallen mensen in aanbidding of verootmoediging voorover. De enige keer dat mensen achterover vallen, is wanneer de soldaten de Heere Jezus willen arresteren.

Er is ook sprake van tovenarij wanneer een gemeente sektarische trekken vertoont en er manipulatie plaatsvindt. Manipulatie komt niet bij God vandaan, maar uit de duistere geestelijke wereld, van overheden en machten (Kolossenzen 2:15). Een leider of een bepaalde leer kan zo belangrijk worden dat het leven en het denken van de gemeenteleden erdoor wordt beheerst. We zich overgeeft aan zo’n leider, loopt het risico door hem (of haar) te worden gemanipuleerd, misschien wel zonder het in de gaten te hebben. Manipulatie is demonische slavernij, tovenarij, die mensen weghoudt bij Christus vandaan. De god van deze eeuw verblindt zo de gedachten van de slachtoffers, opdat de verlichting met het Evangelie van de heerlijkheid van Christus, Die het beeld van God is, hen niet zou bestralen (2 Korinthe 4:4).

De alarmbellen moeten gaan rinkelen wanneer je geen geestelijk leven meer opmerkt in een gemeente, er geen mensen tot geloof komen, de gemeente wegkwijnt, wanneer er onenigheid, verdeeldheid is en er zonden plaatsvinden waarover wordt gezwegen.
De oorzaak hiervan kan in het heden liggen, maar ook in het verleden, doordat occulte machten de gemeente binnen konden komen. Dat kan gebeuren door seksuele onreinheid in de gemeente, door bezoeken van gemeenteleden aan alternatieve genezers, door onbeleden zonden, door occulte activiteiten van gemeenteleden of – wat ook voorkomt – door leiders, voorgangers van de gemeente. Nadat een predikant zijn toevlucht zocht bij een alternatieve genezer verdween zijn vrijheid, vrede en vreugde in Christus uit zijn leven. Die invloed werd merkbaar in zijn preken. Zulke banden moeten verbroken worden in de naam van de Heere Jezus.

Tovenarij kan ook plaatsvinden door het misbruik van bepaalde voorwerpen. Nog maar kortgeleden was ik daar getuige van. De sjofar werd geblazen om de geestelijke bolwerken in ons land neer te halen. Dan ga je magische krachten toekennen aan een voorwerp.
In de Bijbel geeft de Heere Jezus nergens aan Zijn gemeente deze opdracht. Bij de geestelijke wapenrusting in Efeze 6 kom je de sjofar ook niet tegen. Jazeker, we moeten de bolwerken neerhalen en brengen tot de gehoorzaamheid aan Christus, zegt 2 Korinthe 10:4-6. Maar met deze bolwerken worden niet direct geestelijke, demonische machten bedoeld, die een land bij God vandaan houden en tegen God in opstand laten komen, maar valse redeneringen van (on)gelovige mensen en ongehoorzaamheid aan God. Laten we niet aan inlegkunde doen en dingen in een tekst inpassen die er simpelweg niet staan.

Voortdurend roept de Bijbel ons op te bidden, zelfs om altijd te bidden. Toch zijn er vormen van gebed die trekken van tovenarij hebben, zoals het contemplatieve gebed. Een vorm van gebed die teruggaat op de mystici in de Rooms-Katholieke Kerk in de Middeleeuwen. Het is een spiritueel gebed, waarbij het denken wordt stopgezet. Als dat niet lukt, kan een mantra of gebed telkens herhaald worden, om in contact te komen met de godheid.

Contemplatief gebed is gericht op menselijke inspanning en geworteld in een heidense niet-christelijke opvatting over God. Het verstand moet worden uitgeschakeld, wat je nergens in de Bijbel leest. De geest van hen die zo bidden, komt open te staan voor andere geesten dan de Heilige Geest, misleidende geesten, in de Bijbel ook wel ‘engelen van het licht’ genoemd (2 Korinthe 11:13-15).  

Nieuwe openbaringen die contemplatieve bidders in gedachten krijgen, worden vaak hoger gewaardeerd dan de openbaring die Gods Woord ons schenkt. De bidder wordt belangrijker dan de Heere Jezus, hij wordt een soort nieuwe profeet, wiens boodschap niet meer wordt getoetst aan de Bijbel. Zo kan de contemplatieve bidder een valse profeet worden.

Bidden is niet het stilzetten van je denken, het is spreken met je Vader in de hemel, luisteren naar Hem en naar de leiding van de Heilige Geest.
‘Wanneer u bidt, zeg dan,’ leert de Heere Jezus Zijn discipelen in Lukas 11. Het contemplatieve gebed is een surrogaat voor de vervulling met de Heilige Geest, de Geest van de genade en van de gebeden, Die ons in alle waarheid wil leiden en ons wil richten op de Heere Jezus.
Hij zal recht doen aan Zijn uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen (Lukas 18:7).

Er zou nog veel meer te noemen zijn, maar daar is nu helaas geen ruimte voor. Blijf dicht bij de Heere Jezus, vul u elke dag met het Woord van God en laat u door de Heilige Geest leiden in alle waarheid.
1 Johannes 4:1 is helder: ‘Geliefden, geloof niet elke geest, maar beproef de geesten of zij uit God zijn; want er zijn veel valse profeten uitgegaan.’
Als we geestelijk onvolwassen zijn, kunnen we niet onderscheiden tussen goed en kwaad. ‘Voor volwassenen is er het vaste voedsel, voor hen die hun zintuigen door het gebruik ervan geoefend hebben om te kunnen onderscheiden tussen goed en kwaad’ (Hebreeën 5:14).

Dirk van Genderen