Moederdag met twee biddende Hanna’s

In de Bijbel spelen vrouwen vaak een belangrijke rol, terwijl ze meestal maar weinig aandacht krijgen. Je hoort preken en lezingen over Noach, Abraham, Jozef, Mozes, David, Salomo, Paulus, Petrus… Maar wanneer hoor je een preek over Eva, Sara, Mirjam, Deborah, Maria, Ruth, Esther of Hanna? Toch minder vaak, terwijl we ook zoveel van hen kunnen leren.
Het zijn vaak de gebeden van vrouwen geweest die een beslissende rol hebben gespeeld in de geschiedenis.

Deze zondag is het Moederdag. Daarom wil ik met u nadenken over de twee biddende Hanna’s die we in de Bijbel tegenkomen.
U zegt: ik ken er maar één, de moeder van Samuël. Maar er is er nog één. Die komen we tegen in Lukas 2.Wij kennen haar als ‘Anna’, maar ‘Hanna’ zou een betere vertaling zijn. Hun naam betekent: ‘Een vrouw van genade’.

De eerste Hanna
Eerst gaan we naar 1 Samuel 1. Daar leren we Elkana kennen. Hij had twee vrouwen: Hanna en Peninna. Dat kan niet goed gaan, één man met twee vrouwen. Dat blijkt ook hier. Peninna had kinderen, maar Hanna niet. ‘De HEERE had haar baarmoeder toegesloten,’ zegt vers 6

Elk jaar ging Elkana naar de tabernakel in Silo om zich daar voor de HEERE neer te buigen. Hanna ging dan mee, maar Peninna niet, die moest voor haar kinderen zorgen.
Toch had Elkana Hanna meer lief dan Peninna. Dat was de reden dan Peninna Hanna haatte, pestte, treiterde. En dat richtte ze op het feit dat ze geen kinderen kon krijgen, juist haar zwakke punt.

Misschien ben jij ook wel gepest of word je nog gepest. Misschien weet je niet eens waarom… Kun je begrijpen hoe Hanna zich moet hebben gevoeld? Wat een pijn zal dat hebben gedaan.

Vers 7 zegt dat ze dan huilt en niet eet. Zo groot was haar verdriet, haar pijn, haar boosheid wellicht ook. Maar de Heere ziet haar, ziet haar pijn. Laat dat ook voor jou een bemoediging, een troost zijn, dat de Heere je ziet.
Haar man Elkana probeert haar dan te troosten. ‘Ben ik niet meer waard dan tien zonen’, probeert hij. Maar ook dat helpt haar niet.

Hanna is Godvrezend. Ze heeft een vast besluit genomen: Ze gaat de HEERE bidden om een zoon. Ze weet dat Hij de machtige is.
Vers 10 zegt dat ze bitter van gemoed is, ze is zeer verdrietig. Tranen stromen over haar wangen. Ondertussen bidt ze tot de HEERE.

Ze legt een gelofte af: vers 11. ‘HEERE van de legermachten, wanneer U werkelijk de ellende van Uw dienares aanziet, aan mij denkt en Uw dienares niet vergeet, maar aan Uw dienares een mannelijke nakomeling geeft, dan zal ik die voor al de dagen van zijn leven aan de HEERE geven, en er zal geen scheermes op zijn hoofd komen.’

‘Heere, als U me een zoon geeft, geef ik ‘m aan U.’ Stelt u zich zo’n gebed eens voor…
Vers 12 zegt dat ze lang bleef bidden. Dan zie je gelijk dat de priester Eli geen bidder is. Hij ziet haar lippen bewegen, maar hij hoort geen stem en denkt dat ze dronken is.

Op een gegeven moment zegt de priester Eli: ‘Hoelang zult u zich nog dronken gedragen. Ontdoe u van uw wijn.’
Eerst begreep Peninna haar niet, toen haar man niet. En nu ook de priester niet.

Zo’n grote nood heeft hij kennelijk nog nooit gekend. Dat je vanuit de gebrokenheid, vanuit je nood, zonder woorden, vanuit je hart tot de Heere roept. Kent u dat? Dat mag hoor, zo mag je tot de Heere roepen. En de Heere hoort, dat blijkt later.

Hanna wordt niet boos, ze vertelt Eli wat er aan de hand is. Vers 15: ‘Ik ben een diepbedroefde vrouw; ik heb geen wijn of sterke drank gedronken, maar ik heb mijn ziel uitgestort voor het aangezicht van de Heere.’
Ze krijgt wel een mooi antwoord van Eli. Vers 17: ‘Ga in vrede, en de God van Israel zal u geven wat u van Hem het gebeden.’

Misschien herken je je in Hanna. Ben je ook kinderloos, terwijl je zo naar een kindje verlangt/verlangde. Of zou je zo graag een vriend, vriendin, man of vrouw hebben, maar tot nog toe is dat niet gebeurd.
Hanna wist bij Wie ze moest zijn, bij de Heere. Dat is ook de weg die wij mogen gaan.

In die tijd was er geen richter in Israel, geen profetie, het priesterschap was corrupt. Het gebed van Hanna werd het begin van Gods genadig ingrijpen in Israel.
Het gebed van Hanna past in Zijn plan met Zijn volk. Door Samuel, de zoon die God haar zal geven op haar gebed, zal de Heere weer tot het volk gaan spreken.

Vers 19 is het KEERPUNT in deze geschiedenis. De woorden: ‘De HEERE dacht aan haar.’
Ze wordt zwanger, baart een zoon en geeft hem de naam Samuel. Want: ‘Ik heb hem van de Heere gebeden.’ (vers 20).

De volgende jaren blijft Hanna thuis als Elkana naar Silo gaat. ‘Maar als hij van de borst af is, zal ik hem brengen, zodat hij voor het aangezicht van de HEERE verschijnt en daar voor eeuwig blijft’ (vers 22).

Toen de jonge Samuël van de borst af was, nam Hanna hem mee naar de tabernakel in Silo. Stelt u zich voor, wellicht was hij nog maar een jaar of drie.
En ze neemt een dankoffer mee voor de Heere. Een driejarige jonge stier, een efa (20-45 liter) meel en een kruik wijn.

Als ze bij Eli komt, zegt ze: ‘Ik bad om deze jongen, en de HEERE heeft mij gegeven wat ik van Hem gebeden heb. Daarom heb ik hem ook voor al de dagen dat hij op aarde is, aan de HEERE overgegeven;
hij is van de HEERE gebeden. En zij boog zich daar voor de HEERE neer’ (de laatste verzen van hoofdstuk 1).

Mannen, je bent gezegend als je een vrouw hebt die de weg naar de Heere kent. Jongelui, je bent gezegend als je vriendin met de Heere leeft. Kinderen, jullie zijn gezegend als je een biddende moeder hebt.

Ik hoop dat u een Hanna bent. Misschien heb je wel hetzelfde tegen de Heere gezegd toen je bad om zwanger te worden, of toen je bad voor je kindje van wie je zwanger was.
Dat er een diep verlangen in je hart was dat je kind, je zoon of dochter, zou gaan geloven in de Heere Jezus en zou gaan leven met en voor Hem.

Door Samuel sprak de Heere weer tot het volk. Er klonk weer profetie, de zalving vond weer plaats.
Via David, gezalfd door Samuel, loopt de lijn naar de Messias, de Heere Jezus en naar Zijn komende rijk van vrede en gerechtigheid. Eens zal Hij immers regeren vanaf de troon van Zijn vader David. Daar was een Samuel voor nodig. Daar gebruikte de Heere de biddende Hanna voor.

We lezen nog even door, in hoofdstuk 2, de lofzang van Hanna. Wat een prachtig lied. Ja, een profetisch lied. Een stukje Openbaring in het OT.
Ga maar lezen. De blijdschap en de vreugde spatten uit dit lied. Zo vol is Hanna van Gods Geest, Die door haar heen spreekt.

Ze zingt over de opstanding uit de doden, vers 6 – ‘De HEERE doodt en Hij maakt levend, Hij doet in het graf neerdalen en Hij doet daaruit opkomen.’
Ze zingt over gerechtigheid voor de armen, vers 8 – ‘Hij verheft de geringe uit het stof, uit het vuil verhoogt Hij de arme.’
Ze zingt over het Koninkrijk, ook vers 8 – ‘Hij laat hen een erezetel verkrijgen.’

Ze zingt over de dag van het oordeel, vers 10 – ‘De HEERE zal rechtspreken over de einden van de aarde.’
Ze zingt over het koninkrijk van David, ook vers 10 – ‘Hij zal Zijn koning kracht geven.’ Een verwijzing naar David en wellicht ook al wel naar de Heere Jezus.
Ze spreekt over het Koninkrijk van de Heere Jezus, ook vers 10 – ‘En de hoorn van Zijn gezalfde opheffen.’
Dit is een verwijzing naar de dag dat de Heere Jezus komt, de Gezalfde en plaats zal nemen op de troon van Zijn vader David. 

Dit is de eerste rechtstreekse profetie over de komst van de Messias en Zijn Koninkrijk.
Iemand zei het zo: ‘Ze baarde niet alleen haar zoon, Samuel, maar door haar profetie ook de openbaring van het Koninkrijk van de Messias.’ Wat mooi!

De tweede Hanna
In het Nieuwe Testament komen we nog een Hanna tegen, in Lukas 2. Wij kennen haar als Anna, maar het juister om haar Hanna te noemen. Ook deze Hanna was een bidder. Ze was een profetes, die 60 jaar lang dag en nacht had gebeden.

Toen ze Jezus zag, wist ze dat Hij het antwoord was op haar gebeden. Net zoals Samuel het antwoord was op de gebeden van de eerste Hanna. 

Lukas 2:37 en 38 zegt over haar: ‘En zij was een weduwe van ongeveer 84 jaar, die de tempel niet verliet en met vasten en bidden God dag en nacht diende.
En zij kwam er op dat moment bijstaan en beleed eveneens de Heere, en zij sprak over Hem tot allen die de verlossing in Jeruzalem verwachtten.’

Het is zo rijk om de lijn te zien die loopt van de eerste Hanna naar deze tweede Hanna. En vanuit deze geschiedenissen de lijn van Samuël, via David, die hij zalfde, naar de Gezalfde, de Heere Jezus te zien.

We zien hier opnieuw, zoals veel vaker, dat vrouwen een essentiële rol in Gods heilsplan spelen. 
Ik hoop en bid dat er veel vrouwen zullen zijn, ook onder de lezers van deze tekst, door wie God zo kan werken als door deze beide Hanna’s.

U zegt misschien: ‘Ik ben geen moeder, dat had ik zo graag gewild…’
‘Ik ben niet getrouwd, of ik ben kinderloos gebleven…’
De eerste Hanna bad toen ze nog kinderloos was. En de tweede Hanna was al ongeveer 50 jaar weduwe. Of ze kinderen had, weten we niet.

God kan elke vrouw, elk meisje gebruiken. Getrouwd of ongetrouwd. Verkering of geen verkering. Moeder of geen moeder.

Wie van u kan door de Heere ingeschakeld worden als een Hanna, een biddende Hanna. Misschien heet je wel Hanna en spreekt de Heere speciaal tot jou.
Maar er moet wel iets bij worden gezegd. Je wordt niet zomaar een biddende Hanna.

Hanna, de moeder van Samuel, leerde bidden in haar wanhoop. En God had haar in die situatie gebracht.
Er staat immers dat de HEERE haar baarmoeder had toegesloten (1 Samuel 1:6).
God kan toelaten dat we in moeilijke situaties terecht komen. Om er iets moois uit voort te laten komen. Om je vanuit de nood tot Hem te laten roepen. Omdat je beseft: ‘Alleen de Heere kan mij, kan ons nog redden.’

Vlucht naar de Heere, in uw, in jouw nood. Zie op Hem, roep Hem aan. En verwacht alles van Hem.
Het onmogelijke kan Hij mogelijk maken. Er zijn voor Hem geen hopeloze gevallen.

Biddende moeder
Een goede vriend van mij, hij is nu ruim 80 jaar, had een Joodse moeder. Hij wilde al op jonge leeftijd de wijde wereld in. Het lijkt wel op het verhaal van de verloren zoon. Met het christelijke geloof had hij niet veel. Maar zijn moeder wel.

Hij ging varen, over de wereldzeeën. Werd kapitein, en deed veel wat God verboden had. Thuis had hij echter een biddende moeder, die elke dag voor hem op de knieën ging.
Toen hij haar vaarwel zei en de zee opging, had ze hem een klein Bijbeltje meegegeven in zijn rugzak.

Ze had er iets heel bijzonders ingeschreven.
‘O zoon, uit een huis waar Jezus Naam in eere is,
Steeds blijkt het ook aan u dat Hij je deel en eere is.
Bemin Hem, dien Hem, hang Hem aan,
Nooit werd die keus te vroeg gedaan.
Moeder.’

Ze had er nog iets aan toegevoegd, helemaal onderaan:
‘Heb de moed en kracht,
Te huiveren als de zonde lacht.’

Het duurde bijna dertig jaar…Toen verhoorde de Heere haar gebeden. Van het ene op het andere moment kwam haar zoon tot bekering.
En sindsdien heeft hij met zijn prachtige bediening, al tientallen miljoenen mensen met het Evangelie bereikt. Waarvan er velen, zeer velen tot geloof in de Heere Jezus zijn gekomen.

Ik hoop dat u zo’n moeder, zo’n vrouw bent.
Gezegend zijn de kinderen van zo’n moeder.
En gezegend is de man van zo’n vrouw.
En gezegend is zo’n vrouw, ook als ze niet getrouwd is, weduwe is, of geen kinderen heeft.

Heere, geef ons veel van zulke Hanna’s.

Dirk van Genderen