Velen vragen zich af: ‘Wat er toch aan de hand is in de wereld?’ Woorden die vaak vallen, zijn: onrust, crisis, angst… Tijdens het volledig ontspoorde debat in de Tweede Kamer deze week over racisme vlogen de meest grove scheldwoorden en verwensingen door de vergaderzaal. Wat staat ons te wachten? Is er nog redding mogelijk, geestelijk?
Na de gewelddadige dood van George Floyd lijkt de geest lijkt uit de fles te zijn, zoals soms wel wordt gezegd. Allerlei gewelddadige groepen mengen zich in de wereldwijde demonstraties, met als doel anarchie te veroorzaken.
De ‘Black Lives Matter’ beweging lijkt zich volledig te keren tegen blanken, terwijl het meeste geweld waarmee zwarten worden geconfronteerd door zwarten onderling wordt gepleegd. Maar daar hoor je niemand over.
‘Black Lives Matter’ is niet zo onschuldig als velen denken. Er komt volop antisemitisme voor in deze beweging. De oprichters komen er openlijk voor uit marxistisch gedachtegoed te omarmen.
In de loop van de eeuwen zijn slaven de meest verschrikkelijke dingen aangedaan. Vaak werden ze als koopwaar behandeld, nog minder dan dieren. Het lijkt mij goed om excuses te maken aan de nabestaanden van vroegere slaven, om vergeving te vragen. Ik voel me daar beslist niet te goed voor.
Nooit mogen we mensen op grond van hun huidskleur anders behandelen. En zeker niet in kerken en gemeenten.
Genesis 1:27 zegt dat God de mens schiep naar Zijn beeld en naar Zijn gelijkenis. Dat geldt voor alle mensen, van welke kleur dan ook. Als wij mensen met een andere huidskleur minder(waardig) behandelen, raken we God aan.
Ik denk dat we wel eens te snel denken dat racisme onder ons (christenen) niet voorkomt. Het komt namelijk wel voor. In het RD vertelde Josh van Haeften (36), docent godsdienst op het Van Lodenstein College, dat hij er helaas pijnlijke ervaringen mee heeft, vanwege zijn donkere huidskleur.
‘Heb jij zo les van die k..zwarte? Heb jij ook zin hem een kogel door zijn kop te schieten,’ vroeg een jongen aan één van de leerlingen van Van Haeften in 2019. Deze leerling deelde dit met zijn docent. De docent was blij met de reacties van ook andere leerlingen.
Van Haeften merkte dat hij een jaar lang door twee docenten uit de rechterflank van de reformatorische gezindte is genegeerd. ‘Ik weet zeker dat hun weerzin tegen mij met mijn huidskleur te maken had. Dat zeiden ze ook gewoon.’
Bij verjaardagen in reformatorische kring worden er volgens Van Haeften soms pijnlijke grappen gemaakt als: ‘O, houd je portemonnee bij je!’ Dat van de vijf incidenten waarbij een leerling werd geschorst vanwege racistische uitlatingen slechts één ouder een excuusbrief stuurde, vindt hij teleurstellend. Op momenten dat de docent het zwaar heeft, houdt hij Psalm 37:3 in gedachten: ‘Vertrouw op den HEERE en doe het goede; bewoon de aarde en voed u met getrouwheid.’
Laten we niet vergeten dat we, totdat Christus terugkomt naar deze aarde, in een gebroken wereld leven. Wij zullen het nooit redden om geweld, onrust, angst en racisme uit te roeien. Als we serieus nemen wat de Bijbel erover zegt, zal het richting de komst van de Heere Jezus zeker niet beter worden in deze wereld. Efeze 2:2 zegt dat de Satan de aanvoerder van de macht in de lucht is, de geest die nu werkt in de kinderen van de ongehoorzaamheid. Hij wil alles vernietigen, kapot maken. Reken maar dat hij werkzaam is in alle gewelddadige protesten.
Als christenen hebben we echter wel een antwoord op alle onrust, crisis en haat tussen mensen onderling: Gods liefde in Jezus Christus, in en door ons heen. Door de eeuwen heen hebben volgelingen van de Heere Jezus ervaren dat de liefde van God het mogelijk maakt om vijanden lief te hebben, ja, meer zelfs, dat mensen die voorheen vijanden van elkaar waren, vrienden werden.
Galaten 3:26 en 28 zegt:
26. Want u bent allen kinderen van God door het geloof in Christus Jezus.
28. Daarbij is het niet van belang dat men Jood is of Griek; daarbij is het niet van belang dat men slaaf is of vrije; daarbij is het niet van belang dat men man is of vrouw; want allen bent u één in Christus Jezus.
Wij mogen een lijdende wereld vertellen dat de Heere Jezus is gekomen, Zijn bloed heeft gestort en is gestorven voor onze zonden. Hij werd verworpen door Zijn eigen volk, onschuldig veroordeeld, gekruisigd en gedood. Hij, de totaal Onschuldige, nam de straf, het oordeel op Zich, dat wij zouden moeten ondergaan vanwege onze zonden.
Als wij onze zonden belijden, erkennen, om vergeving vragen en ons vertrouwen op de Heere Jezus alleen stellen, zal Hij ons vergeving schenken, ons redden en ons vullen met Zijn liefde, een liefde die haat en racisme overwint.
We mogen Zijn vredestichters op aarde zijn en het bijzondere is dat zij worden zalig gesproken: ‘Zalig zijn de vredestichters, want zij zullen Gods kinderen genoemd worden’ (Mattheus 5:9).
Onze ‘wapens’ in deze strijd zijn krachtig in de Heere: Zijn Woord en het gebed. In dit alles hebben we Zijn wijsheid, de wijsheid van Gods Geest onmisbaar nodig.
Jakobus 3:17 en 18 zegt:
17. Maar de wijsheid die van boven is, is ten eerste rein, vervolgens vreedzaam, welwillend, voor rede vatbaar, vol barmhartigheid en goede vruchten, onpartijdig en ongeveinsd.
18. En de vrucht van de gerechtigheid wordt in vrede gezaaid voor hen die vrede stichten.
De Bijbel leert ons onze naaste lief te hebben als onszelf (Markus 12:31). Beseffen we dat de Heere Jezus Zijn leven ook voor mensen met een andere huidskleur heeft gegeven, om hen eveneens te redden? De kamerling uit Ethiopië, Handelingen 8, was zeker niet blank van uiterlijk. En toch was de Heere hem genadig en kwam hij tot geloof in de Heere Jezus. Ook hij moest gered worden en het Evangelie meenemen naar zijn vaderland.
Ook in de gelijkenis van de Barmhartige Samaritaan (Lukas 10) wordt duidelijk dat de Heere Jezus niet meeging in de minderwaardige bejegening van Samaritanen door de Joden. Deze Samaritaan werd door Hem zelfs ten voorbeeld gesteld. Er reken maar dat er ook veel barmhartige Brazilianen, Chinezen, Nigerianen en Ghanezen zijn, om er maar een aantal te noemen.
Openbaring 7:9 en 10 zegt:
9. Hierna zag ik en zie, een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle naties, stammen, volken en talen, stond vóór de troon en vóór het Lam, bekleed met witte gewaden en palmtakken in de hand.
10. En zij roepen met een luide stem: De zaligheid is van onze God, Die op de troon zit, en van het Lam.’
Dirk van Genderen