Geef je zorgen in handen van de Heere!

Misschien maakt u zich veel zorgen, hebt u last van angsten, bent u onrustig. Zorgen over de snelle toename van het aantal coronabesmettingen, zorgen over uw gezondheid, uw kinderen, uw man, uw vrouw, uw werk, uw financiële situatie, over de toestand in de wereld. Zorgen drukken je terneer, kunnen je depressief maken, je verlammen. Zorgen kunnen alle geestelijke vreugde uit je leven wegnemen.

Ik weet uit mijn eigen leven hoe funest het is om je leven te laten beheersen door zorgen. Maar soms gebeurt het, weet je niet hoe je je zorgen en je angsten los moet laten. Ik hoop en bid dat de Here dit commentaar kan gebruiken om u te bemoedigen, te troosten, en de weg te wijzen naar Hem.

De Heere stuurt u niet weg…
In de Bijbel wordt diverse keren gesproken over zorgen, over angsten. De Heere Jezus neemt dat serieus, stuurt ons niet weg, schrijft ons niet af omdat we bezorgd zijn of angsten hebben. Zelf voelen we ons misschien minderwaardig, anderen kijken op u neer, of vinden u maar een zwakke gelovige, maar de Heere stuurt u niet weg. Hij is bij u, gaat met u mee, wil u troosten, bemoedigen, ondersteunen, voor u zorgen.

In Spreuken 12:25 staat: Bezorgdheid in iemands hart drukt het terneer, maar een goed woord verblijdt het.
In Filippenzen 4:6 en 7 lezen we:
6 Wees in geen ding bezorgd, maar laat uw verlangens in alles, door bidden en smeken, met dankzegging bekend worden bij God;
7 en de vrede van God, die alle begrip te boven gaat, zal uw harten en uw gedachten bewaken in Christus Jezus.
1 Petrus 5:7 zegt: ‘Werp al uw zorgen op Hem, want Hij zorgt voor u.’


De Heere wil ons leren ons vertrouwen op Hem alleen te stellen, in de vaste zekerheid dat ons leven in Zijn hand is, wat er ook gebeurt. Hij wil Zijn rust en Zijn vrede in ons hart geven.
In Psalm 33 klinkt het:
18 Zie, het oog van de HEERE is over wie Hem vrezen,
op hen die op Zijn goedertierenheid hopen,
19 om hun ziel te redden van de dood
en hen in het leven te behouden, wanneer er honger is.
20. Onze ziel verwacht de HEERE,
Hij is onze hulp en ons schild.
21. Want ons hart is in Hem verblijd,
omdat wij op Zijn heilige Naam vertrouwen.

Je angsten en je zorgen kunnen zo groot zijn, dat je maar beter hulp kunt zoeken. Je hoeft je daar niet voor te schamen. Klop aan bij je huisarts, je predikant of voorganger, een goede kennis. Praat erover. Het kan al enorm helpen je zorgen bespreekbaar te maken.
In sommige gevallen kan (tijdelijk) medicatie nodig zijn. Daar hoef je je niet voor te schamen. Zoals de één medicijnen nodig heeft tegen hoge bloeddruk of suikerziekte, zo kan een ander medicijnen nodig hebben om angsten en spanningen beheersbaar te houden. Laat je niet aanpraten dat er dan iets mist aan je geloof¸ je vertrouwen op de Heere. Je mag Hem er juist voor danken.

Er kunnen ook aanwijsbare oorzaken zijn voor onze zorgen en spanningen. Zo kunnen (verborgen) zonden de oorzaak zijn van veel ellende in ons leven. In de eerste zeven verzen van Psalm 32 brengt David heel treffend onder woorden wat er met hem gebeurde zolang hij zweeg over zijn overspel met Bathseba, de vrouw van Uria.

1 Een onderwijzing van David.
Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven,
van wie de zonde bedekt is.
2 Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent,
en in wiens geest geen bedrog is.
3 Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg,
onder mijn jammerklachten, de hele dag.
4 Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij,
mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Sela
5 Mijn zonde maakte ik U bekend,
mijn ongerechtigheid bedekte ik niet.
Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE.
En U vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. Sela
6 Daarom zal iedere heilige tot U bidden
ten tijde dat U Zich laat vinden.
Voorzeker, een overstroming van machtige wateren
zal hem niet bereiken.
7 U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid,
U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela


Gods hand drukte op David, de man Gods. De Heere wist wat Hij had gedaan: zijn overspel met Bathseba en het laten doden van Uria, haar man. Zolang David zweeg, teerden zijn beenderen weg. Hij liep rond met een groot geheim. Wat kan de zonde veel kapot maken. Laten we dat nooit onderschatten.

Bij de Heere is vergeving
Maar gelukkig, bij de Heere is vergeving. Daar getuigt David ook van. Hij maakte zijn zonden aan Hem bekend, beleed zijn zonden. En de Heere vergaf zijn overtredingen. Dan jubelt David het uit: ‘Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is.’

David weet hoe volledig de vergeving van de Heere is: ‘Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is.’
In het laatste vers klinkt het: ‘U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid.’

Na zijn zonde met Bathseba zal hij benauwdheid gekend hebben. Angst dat het overspel ontdekt zou worden, dat het bekend zou worden wat hij met Uria had gedaan.
Maar nadat hij zijn zonden had beleden en vergeving had ontvangen, wist hij dat de Heere weer Zijn schuilplaats was. Zijn benauwdheid, zijn angsten waren weg, hij kon weer ademhalen en hij kon de Heere weer lof zingen.
Toch waren de gevolgen van zijn zonde buitengewoon ingrijpend. Er kwam strijd in zijn gezinsleven. Ondanks dat was Gods vergeving volkomen.

Ik denk ook aan Mattheus 6, de Bergrede. Vanaf vers 25 spreekt de Heere Jezus daar over bezorgd-zijn. Hij ziet dat de mensen zich soms zorgen maken over hun eten, hun drinken, hun levensonderhoud, vul maar in. In vers 25 – 29 zegt Hij:

25 Daarom zeg Ik u: Wees niet bezorgd over uw leven, over wat u eten en wat u drinken zult; ook niet over uw lichaam, namelijk waarmee u zich kleden zult. Is het leven niet meer dan het voedsel en het lichaam meer dan de kleding?
26 Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?
27 Wie toch van u kan met bezorgd te zijn één el aan zijn lengte toevoegen?
28 En wat bent u bezorgd over de kleding? Kijk naar de lelies in het veld, hoe ze groeien; ze werken niet en spinnen niet;
29 en Ik zeg u dat zelfs Salomo in al zijn heerlijkheid niet gekleed ging als één van deze.


In de volgende verzen, 30 – 34 volgt dan de oproep om op de Here te vertrouwen, als medicijn tegen het bezorgd-zijn.
30 Als God nu het gras op het veld, dat er vandaag is en morgen in de oven geworpen wordt, zo bekleedt, zal Hij u niet veel meer kleden, kleingelovigen?
31 Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden?
32 Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt.
33 Maar zoek eerst het Koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid, en al deze dingen zullen u erbij gegeven worden.
34 Wees dan niet bezorgd over de dag van morgen, want de dag van morgen zal voor zichzelf zorgen; elke dag heeft genoeg aan zijn eigen kwaad.

Dit is zo bemoedigend, maar niet gemakkelijk. We mogen het leren ons vertrouwen op Hem te stellen, ons leven in Zijn hand te geven. Je mag het tegen Hem zeggen: ‘Heere, ik vind het moeilijk, ik weet het niet meer, maar ik weet niet tot wie ik anders heen moet gaan, dan naar U. Op U stel ik mijn vertrouwen en ik geloof dat U zult zorgen, zult voorzien in al mijn noden en behoeften.’
En dan zegt de Heere: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven’ (Mattheus 11:28). Dat wens ik u allen van harte toe!

Dirk van Genderen