75 jaar na de Tweede Wereldoorlog is het eindelijk zover dat diverse kerkgenootschappen schuld gaan belijden aan de Joodse gemeenschap om het lijden dat hun in die oorlog is aangedaan. Het was hoog tijd, maar gelukkig dat het gebeurt. Richting het Joodse volk, maar ook naar de Heere toe.
Zondag 15 november aanstaande is vastgesteld als speciale zondag van verootmoediging en schuldbelijdenis. Het is een initiatief van vijf kerkgenootschappen: de Christelijke Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk in Nederland, de Nederlands Gereformeerde Kerken, de Gereformeerde Kerken Vrijgemaakt en de Hersteld Hervormde Kerk. Zij hebben een handreiking samengesteld, waarin deze schuldbelijdenis is uitgewerkt, die aangeboden zal worden aan alle plaatselijke kerken van de genoemde kerkverbanden.
In de ‘Belijdenis van schuld’ spreken de kerken uit dat ze ‘nalatig zijn geweest in het opkomen voor de bedreigde Joodse gemeenschap in ons land tijdens de Holocaust. En we zijn nalatig geweest toen het antisemitisme in het Europa van voor de oorlog toenam en wij onze stem daar niet tegen hebben verheven. We zijn nalatig geweest toen de realiteit van de vernietigingskampen bekend begon te worden en wij dat onrecht niet aan de kaak hebben gesteld. We zijn nalatig geweest toen we ervoor kozen minder krachtig tegen de Jodenvervolging te protesteren ten einde de eigen gemeenteleden van Joodse komaf te beschermen. Tegelijk erkennen we met dankbaarheid de moed van hen uit ons midden die wel hun stem verhieven en tegen het onrecht streden, al brachten velen die moed en dat respect niet op.’
Het Deputaatschap Kerk en Israel van de Christelijke Gereformeerde Kerken vormde dit voorjaar een werkgroep om een schuldbelijdenis op te stellen. Toen zijn andere kerken uitgenodigd om mee te doen.
Dr. C.P. de Boer, Christelijk Gereformeerd predikant in Sliedrecht en woordvoerder van de voorbereidingsgroep van de vijf kerkgenootschappen, merkt op: ‘Schuldbelijdenis is nodig om met God, met onze Joodse naaste en met ons verleden in het reine te komen. Christenen zijn onlosmakelijk verbonden met het Joodse volk. We willen hen recht in de ogen kunnen kijken.’
Ook PKN erkent schuld voor falen in de WO II
De Protestantse Kerk in Nederland (PKN) zal los van de hiervoor genoemde kerken erkennen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog bijgedragen te hebben aan een klimaat van antisemitisme in Nederland. ‘We schoten tekort in spreken en zwijgen, in doen en laten, in houding en gedachten.’
Scriba ds. R. de Reuver zal dit gaan zeggen bij de herdenking van de Kristallnacht, de grote nazi-pogrom in 1938 tegen Joden in heel Duitsland. De tekst is afgestemd met de Joodse gemeenschap in ons land en volgens een woordvoerder van de PKN wordt de verklaring door hen zeer op prijs gesteld.
De Reuver zal niet het woord excuses in de mond nemen, omdat dat ‘geen kerkelijk woord’ is. In plaats daarvan wordt schuld beleden tegenover de Joodse gemeenschap. Schuld is volgens hem het diepste woord dat je voor falen kunt gebruiken.
In de verklaring wordt erkend ‘dat de kerk mede de voedingsbodem heeft bereid waarin het zaad van het antisemitisme kon groeien.’
Wel benadrukt De Reuver dat individuele kerkleden of plaatselijke gemeenten het in de oorlog vaak heel goed hebben gedaan. ‘Maar het “Instituut kerk” had veelal niet de moed om voor de Joodse inwoners van ons land positie te kiezen.’
Volgens De Reuver is de schuldbelijdenis niet vrijblijvend en heeft het consequenties voor de toekomst. ‘Dit heeft gevolgen voor de relaties nu, we moeten ons nu ook inzetten tegen antisemitisme.’
Plaatsvervangend schuld belijden?
Er zijn ook kerkgenootschappen die niet aansluiten bij de genoemde verklaringen, zoals de Gereformeerde Gemeenten. ‘Waarschuwen tegen antisemitisme lijkt ons een betere weg dan plaatsvervangend schuld belijden voor hen die niet meer onder ons zijn,’ aldus ds. A. Schot van het Deputaatschap Israel van deze kerken. ‘De Bijbel kent maar één zonde die aan anderen wordt toegerekend, en dat is de zonde van ons verbondshoofd Adam. (…) Wij hebben meermalen in gesprekken met Joden gemerkt dat zij er juist verlegen mee zijn als mensen excuses maken voor wat het voorgeslacht tijdens de oorlog deed.’
Opperrabbijn Jacobs acht schuldbelijdenis niet nodig, maar hij vindt de verklaring wel een goed signaal. ‘Vorig jaar wilden enkele christenen mij bezoeken om boete te doen voor de houding van hun voorgeslacht. Ik zei: Dat hoeft helemaal niet, want u heeft niets fout gedaan. Je kunt en mag kinderen niet verantwoordelijk stellen voor de fouten van ouders.’
‘Heere, vergeef…’
Mijn gedachten gaan terug naar vorig jaar, toen ik mocht spreken tijdens een bijeenkomst van verootmoediging en schuldbelijdenis, voor het aangezicht van de Heere, maar ook naar het Joodse volk toe. Ik sluit af met enkele citaten uit mijn bijdrage op die avond.
Ik wees eerst terug naar een verootmoedigings- en gebedsavond in de Betuwe, enige tijd geleden. Daar hebben we ons als aanwezigen voor de Heere verootmoedigd en onder meer schuld beleden voor onze houding naar het Joodse volk, nu en in het verleden, met name in de Tweede Wereldoorlog. We smeekten de Heere een verootmoediging in onze kerken en gemeenten te zenden. ‘En zeker, er zijn in de Tweede Wereldoorlog duizenden landgenoten geweest die zich voor hen hebben ingezet, vaak met gevaar voor eigen leven…
Maar wij hebben het wel laten gebeuren dat ruim 100.000 Joodse medemensen uit ons land zijn afgevoerd naar de vernietigingskampen, van wie er maar een paar duizend zijn teruggekeerd, die ook nog eens niet met open armen werden ontvangen.
Kan het zijn dat hierdoor en ook door de massamoord op onze ongeboren kinderen een schuld over ons land ligt? Die zichtbaar wordt in de geestelijke ontwikkelingen…
We maken ons druk om de klimaatverandering…
Maar veel ernstiger is de geestelijke klimaatverandering die gaande is…
Kerken die leeglopen, mensen die het geloof vaarwel zeggen…
Harde grond om het Evangelie te brengen…
Afkeer bij velen tegen alles wat met het christelijke geloof te maken heeft…
Wij kennen de eerste zin uit Genesis 12:3 uit ons hoofd:
‘Ik zal zegenen wie u (nakomelingen van Abraham, het Joodse volk) zegenen…’
Maar erop volgt:
‘…en wie u vervloekt, zal Ik vervloeken.’
Dat zijn zeer ernstige woorden…
Zeker als we ons realiseren hoe ons volk heeft gehandeld in de Tweede Wereldoorlog…
En hoe ons land zich opstelt in de VN en heel vaak tegen Israel stemt…
We voelen ons gedrongen om tijdens deze verootmoedigingsbijeenkomst, evenals David, evenals Daniël, onze zonden en de zonden van ons volk te belijden. Om weer rein voor de Heere te kunnen staan.
We kunnen niet langer zonder Hem, zonder Zijn genade, Zijn zegen.
U zegt misschien: Wat heb ik ermee te maken. Ik heb geen Joodse mensen af laten voeren naar de vernietigingskampen.
Het is ook niet zo dat er hierdoor een schuld op u persoonlijk rust. Dat lees ik niet in de Bijbel. Maar ik ben er wel van overtuigd dat God erop let hoe de volken Zijn volk, het Joodse volk, Zijn oogappel, behandelen (Zacharia 2:8).
De verzoening zal niet vanzelf plaatsvinden.
We worden opgeroepen stappen te zetten in geloof.
Door ons te verootmoedigen voor de Heere.
Onze schuld te belijden…
Ons te bekeren…
Dan zal de Heere onze zonden uitwissen…
En wil Hij nog tijden van verkwikking geven…
Zijn zegen…
Heere, vergeef ons dat wij 100.000 Joodse medeburgers hebben laten afvoeren naar de vernietigingskampen…
We belijden onze schuld. Schaamte staat op ons gezicht.
Heere, herstel ons land, vernieuw ons…
Doe Uw aangezicht weer over ons lichten.
Heere, schenk een herleving, kom in ons midden.
Heere, vergeef, was ons schoon met uw reinigend en dierbaar bloed…
Onze hoop is gevestigd op U alleen.
Dirk van Genderen
(Met dank aan het RD)