Steeds meer christenen ontdekken de joodse wortels van het christelijke geloof. Dat is goed, leerzaam, verrijkend. Echter, sommige christenen raken er vervolgens van overtuigd dat ze zich aan allerlei wetten en regels uit het Oude Testament moeten gaan houden, een soort christelijk judaïsme, als ik dat zo mag noemen. Soms loopt dat erop uit dat ze ook hun geloof in de Heere Jezus vaarwel zeggen.
Voor gelovigen uit de heidenen is het zeer waardevol om te beseffen dat het christelijk geloof een Joodse oorsprong heeft. In Johannes 4 lezen we dat het heil, de zaligheid uit de Joden is.
De Bijbel is geschreven door Joodse mensen, de Heere Jezus werd geboren in het Joodse volk, Hij was een Jood. Geen Palestijn, zoals veel Palestijnse christenen beweren, maar een Jood.
Christenen die dit ontdekken, reageren verschillend op deze ontdekking. Sommigen gaan vervolgens de sabbat vieren. Is dat verkeerd? Nee. Moet dat? Daar ben ik niet van overtuigd. Al in de eerste eeuwen kwamen veel christenen op de eerste dag van de week samen, de opstandingsdag van de Heere Jezus.
Anderen gaan de Joodse feesten vieren. Is dat dan verkeerd? Ook niet. Moet dat? Ook daar ben ik niet van overtuigd.
Weer anderen laten zich besnijden. Is dat verkeerd? Ik meen dat niet-Joden dat niet moeten laten doen. Die opdracht heeft God uitsluitend gegeven als een teken van Zijn verbond met Zijn volk, het Joodse volk.
Sommigen menen dat we in plaats van de naam Jezus de naam Jesjoea moeten gebruiken, net als de Joodse gelovigen doen. De naam Jezus zou een verkeerde vertaling zijn.
Wat mij betreft, is iedereen vrij om de naam Jesjoea te gebruiken, maar laten we onze broeders en zusters niet opleggen welke naam we moeten gebruiken.
De naam Iesous (of Yesous) komt van de Joodse Septuagint. Het was de natuurlijke Griekse manier van het samensmelten van de Hebreeuws/Aramese naam Yeshua (een afkorting van Yehoshua), al enkele eeuwen voor Zijn geboorte. En Iesous is in het Engels Jesus geworden, in het Nederlands Jezus.
Het raakte mij diep toen ik van iemand hoorde dat hij de weg was gegaan van het vieren van de sabbat, het vieren van de feesten en dat hij op een gegeven moment niet meer in de Heere Jezus geloofde. Laten we alert zijn en blijven. ‘De zaligheid is in geen ander, want er is onder de hemel geen andere Naam onder de mensen gegeven, waardoor wij zalig moeten worden’ (Handelingen 4:12).
Voor mij is iedereen vrij om de sabbat te vieren. Ik ken dierbare broeders en zusters die gekozen hebben voor deze weg, ook al kostte het hun vaak offers op allerlei gebieden.
Vaak vieren deze mensen ook de Joodse feesten, waarbij zij liever over de feesten van de Heere spreken. De groep mensen die deze feesten viert, is breder. Ook mensen die niet de sabbat vieren, vieren soms wel deze feesten.
Duizenden gelovigen uit de volken vieren over een aantal weken, van 20 tot 27 september, weer het Loofhuttenfeest. Voor corona deden velen dat ook in Israel. Dat is prima. Maar moet dat? Nee. Ondertussen is het wel een getuigenis naar het Joodse volk toe.
En de dag komt, in het Duizendjarige Vrederijk, dat de overgeblevenen van de heidenvolken die tegen Jeruzalem zijn opgerukt, van jaar tot jaar zullen opgaan om zich neer te buigen voor de Koning, de HEERE van de legermachten, en om het Loofhuttenfeest te vieren (Zacharia 14:16).
Ik weet dat ook een aantal lezers van de Nieuwsbrief de sabbat viert. Sommigen schrijven mij er wel eens over, ze spreken over Gods zegen, ik geloof ze.
Tegelijk – dat weet ik ook – is er pijn, verdriet in gezinnen en families door de sabbat. De man viert soms wel de sabbat, de vrouw en zijn kinderen niet, wat tot spanningen, pijn en verdriet leidt. Hij gaat niet meer mee naar de zondagse diensten, zij gaan niet mee naar de sabbatsamenkomsten, wat een scheiding in het gezin veroorzaakt. Dit kan niet goed zijn.
Sommigen zeggen tegen mij: Je moet ook de sabbat gaan vieren. Dat is Gods wil en Hij zal het zegenen. Ik meen dat we elkaar hierin vrij moeten laten. ‘De een acht de ene dag boven de andere dag, maar de ander acht al de dagen gelijk. Laat ieder in zijn eigen geest ten volle overtuigd zijn,’ zegt Romeinen 14:5.
Hetzelfde geldt – naar ik meen – voor de feestdagen die de Heere aan Zijn volk heeft gegeven. Gelovigen uit de heidenen kunnen veel leren van deze feesten, maar nergens in de Bijbel lees ik de opdracht dat gelovigen uit de heidenen nu deze feesten moeten vieren.
In Handelingen 15 speelden deze en nog veel meer vragen, zoals: ‘Moeten gelovigen uit de heidenen besneden worden?’ en: ‘Moeten ze de wet van Mozes houden?’ Wat moeten de nieuwe gelovigen uit de heidenen nu wel en nu niet. Moeten ze de sabbat houden, de feesten vieren en zich aan tal van andere wetten en regels houden uit het Oude Testament?
Er was veel discussie over deze vragen. De apostel Jakobus stond op en sprak:
19. Ik ben van oordeel dat men het hun die zich uit de heidenen tot God bekeren, niet lastig moet maken,
20. maar aan hen moet schrijven dat zij zich dienen te onthouden van de dingen die door de afgoden besmet zijn, van ontucht, van het verstikte en van bloed (vers 19 en 20).
Met geen woord wordt over het vieren van de feesten, de sabbat of de besnijdenis gesproken. Laten wij dat dan ook niet aan onze medegelovigen opleggen.
We moeten oppassen dat er geen wettische elementen in ons geloofsleven sluipen. Daar waarschuwt Paulus ook de Galaten voor in hoofdstuk 3.
1. O dwaze Galaten, wie heeft u betoverd om de waarheid niet te gehoorzamen. U voor wie Jezus Christus eerder voor ogen is geschilderd als Hij onder u gekruisigd is.
2. Dit alleen wil ik van u vernemen: Hebt u de Geest ontvangen uit de werken van de wet, of uit de prediking van het geloof?
3. Bent u zo dwaas? U die met de Geest begonnen bent, gaat u nu eindigen met het vlees?
En Galaten 2:21: ‘Als er gerechtigheid door de wet zou zijn, dan was Christus tevergeefs gestorven.’
Paulus zegt het helder en duidelijk: ‘Als u zich laat besnijden, zal Christus u van geen nut zijn’ (Galaten 5:2). ‘Wie zich laat besnijden, is verplicht de hele wet te onderhouden’ (vers 3).
Er is geen gerechtigheid door de wet te houden, maar alleen door geloof in de Heere Jezus Christus. Galaten 5:1 zegt het zo: ‘Sta dan vast in de vrijheid waarmee Christus ons vrijgemaakt heeft, en laat u niet weer met een juk van slavernij belasten.’
‘U bent tot vrijheid geroepen, broeders, alleen niet tot die vrijheid die aanleiding geeft aan het vlees; maar dien elkaar door de liefde’ (Galaten 5:13).
Daarom: Wandel door de Geest. Laten we ons niet beroemen op iets van onszelf, op het houden van de sabbat, het vieren van de feesten, ‘maar alleen op het kruis van onze Heere Jezus Christus, door Wie de wereld voor mij gekruisigd is, en ik voor de wereld’ (Galaten 6:14).
Als dit ons leven tekent, dan zijn we een nieuwe schepping, dan zijn we niet langer van onszelf, maar dan horen we bij de Heere Jezus, dan zijn we Zijn eigendom. Dan zal de vrucht van de Geest zichtbaar zijn in ons leven: liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, zelfbeheersing (Galaten 5:22).
Dirk van Genderen