Oproep tot verootmoediging en gebed in crisistijd

We leven in spannende tijden.
Hoe ontwikkelt de coronacrisis zich?
Iedereen wordt erdoor geraakt, van jong tot oud.
En sommigen heel heftig.

Psychisch kan het heel zwaar zijn.
Misschien weet je niet meer hoe het verder moet.

Daarom een oproep tot gebed en verootmoediging.

Mijn dochter moest vorige week een vrij lange treinreis maken.
Ze had grote vertragingen.
Vier keer moest de machinist stoppen, omdat er iemand voor de trein was gesprongen.

Ze heeft erover gesproken met de conducteur.
Die kon het nauwelijks meer aan.
Elke keer als er iemand voor de trein was gesprongen, moesten ze het lichaam van het slachtoffer bedekken met een witte doek.
Vaak jongeren die het leven niet meer zien zitten.

Ook in onze kerken leidt de crisis tot veel onzekerheid en pijn.
Pijn omdat we niet met z’n allen kunnen samenkomen.
Pijn ook om interne verdeeldheid.
Hoe hou je de gemeente bij elkaar?
Hoe krijg je de mensen weer terug in de kerk?

Ook koning Josafat bevindt zich in een crisis in 2 Kronieken 20.
Het was zijn verlangen de Heere te dienen, ga maar lezen in de voorgaande hoofdstukken.
Hij gaat in hoofdstuk 18 wel de fout in door een verbond te sluiten met de goddeloze koning Achab van Israel.
In hoofdstuk 19 komt hij tot inkeer, na erover aangesproken te zijn door de ziener Jehu.
Hij gaat het volk voor in een terugkeer tot de Heere.

Dan komt hoofdstuk 20.
De vijanden – een grote troepenmacht – trekken Juda binnen, via het enige stukje onbewaakte grens, bij de Dode Zee.
Als de Godvrezende koning Josafat hierover op de hoogte wordt gesteld, gaat hij niet allereerst zijn leger mobiliseren, maar vlucht hij tot de Heere.

Hij wordt bevreesd, zegt vers 3.
‘En hij zet zijn zinnen erop de HEERE te zoeken.’


Hier wijst Josafat ons de weg.
Ook wij bevinden ons in een crisis.
– coronacrisis
– crisis in de samenleving
– crisis in de kerk

Zoveel verdeeldheid, zoveel onenigheid, gebrek aan onderlinge liefde, onzekerheid, angst, depressie.
Josafat had letterlijk met een vijandig leger te maken, wij worden geconfronteerd met geestelijke vijanden.
Die zijn erop uit het werk van God te vernietigen, kerken te verdelen, gelovigen af te laten dwalen van de Heere Jezus, het christelijke getuigenis te dwarsbomen.

Het eerste wat Josafat doet, is de Heere zoeken.
In heel Juda roept hij een vasten uit.
Het vasten wijst op de intensiteit.
Het zoeken van de Heere is belangrijker dan onze maaltijd.

Ik geloof dat de Heere ons ook deze weg wijst. NU.
Op verschillende plaatsen in ons land zijn al gebeds- en verootmoedigingsamenkomsten geweest.
Op andere plaatsen en in andere kerkgenootschappen volgen die nog.

Het is mijn verlangen, mijn gebed, dat heel Gods volk deze weg zal gaan.
Wij weten het niet meer.
Alleen de Heere kan ons nog redden.
Laten we net zoals Josafat tot de Heere gaan.

Het voortbestaan van Juda en Jeruzalem staat op het spel.
De vijanden zoeken hun vernietiging.

Misschien voel je je ook wel zo.
Het voortbestaan van je bedrijf staat op het spel.
Zoveel dingen mogen niet meer/kunnen niet meer

Josafat stelt zich als het ware op tussen de Heere en het volk, op het tempelplein.
Ook de kinderen zijn erbij, zelfs de kleine kinderen (vers 13).
Daar richt hij zich tot de Heere.

6. HEERE, God van onze vaderen, bent U niet die God Die in de hemel is?
Ja, U bent de Heerser over alle koninkrijken van de heidenvolken.
In Uw hand is kracht en sterkte, zodat niemand tegen U kan standhouden.


Hij erkent Gods macht, Zijn almacht.
Hij is machtiger dan alle vijanden samen.

7. Hebt U, onze God, niet de inwoners van dit land voor de ogen van Uw volk Israel verdreven…
Heere, U hebt eerder al voor ons gestreden, Heere doe het opnieuw.

9. Als ons enig onheil overkomt, het zwaard van het gericht, de pest of een hongersnood, zullen wij voor dit huis en voor Uw aangezicht staan, omdat Uw Naam in dit huis is. Wij zullen uit onze benauwdheid tot U roepen, en U zult ons verhoren en verlossen.

12b. … wij weten niet wat wij moeten doen, maar op U zijn onze ogen gericht.

Josafat beseft dat alleen de HEERE hen nog kan redden.
En wij?
Van wie verwachten wij heil en redding?
Van de wetenschappers, van de regering…

Moeten ook wij niet belijden:
HEERE, wij weten niet wat wij moeten doen…
…maar op U zijn onze ogen gericht.

Een oproep tot verootmoediging voor de Heere.
Verootmoediging vanwege de zonden van ons land en van ons volk.
Wij hebben toch niet verdiend dat de Heere zich over ons ontfermt.
Gelet op onze zonden, ook de zonden van Gods volk…
Van onszelf, van onze kerken en gemeenten?

Ik meen dat de Heere spreekt, door deze crisis heen.
Luister je mee naar Zijn stem?
Wereld, bekeer je.
Kerk, keer terug naar Mij.
Israel, stel je vertrouwen op Mij.

Heb je je eigenlijk ooit wel eens afgevraagd of het mogelijk is dat de Heere in deze crisis tot ons spreekt?

Josafat vertrouwt niet langer op zijn eigen wijsheid, zijn eigen kunde, zijn eigen sterke leger.
Hij beseft dat dat hem niet zal redden.

Hij geeft de leiding voor het volk en het land over aan de Heere.
En dat op een moment dat de vijand het land al binnentrekt.
In Zijn nood gaat hij tot de Heere.
Heere, wees ons genadig, grijp in, red ons.

De Hebreeënbrief spoort ons met volle vrijmoedigheid tot de troon van de genade te gaan.
Laten we dat ook doen.
Heere, wij hebben geen recht op Uw genade, op Uw goedheid.
Wij hebben gezondigd, Heere vergeef.

En de Heere hoort het gebed van Josafat.
Hij ziet het vasten van het volk.
De Heere gaat ingrijpen.

Hij gaat spreken tot het volk door Jahaziël.
De Geest van de Heere komt op hem en hij spreekt, geeft de woorden van de Heere door aan de koning en aan het volk.

15. Zo zegt de HEERE: Weest u niet bevreesd en wees niet ontsteld vanwege deze grote troepenmacht, want niet aan u is de strijd, maar aan de HEERE.

17. Het is niet aan u in deze oorlog te strijden. Stel uzelf op, blijf staan en zie het heil van de HEERE dat met u is, Juda en Jeruzalem. Wees niet bevreesd en wees niet ontsteld. Trek morgen tegen hen op, want de HEERE zal met u zijn.

Als Josafat en het volk deze boodschap horen, buigen ze zich voor de Heere neer, vallen op hun aangezicht en danken Hem.
Tegelijk staan de Levieten op om de HEERE, de God van Israel, met luide stem ten hoogste te prijzen.

Daarop geeft de HEERE het volk de volgende dag de overwinning.
Maar het volk moet ook zelf in actie komen.
God vertelt via Jahaziël wat de vijanden gaan doen en vertelt ook wat het volk moet doen.
Ze moeten zich strategisch opstellen om de overwinning van God te zien.
Ze hoeven niet eens zelf te vechten.

Josafat spreekt: ‘Vertrouw op de HEERE, uw God, dan zult u standhouden. (vers 20).

En al voordat de overwinning is behaald, roept hij op de heilige Majesteit prijzen.
Loof de HEERE,
want Zijn goedertierenheid is voor eeuwig.
(vers 21).

Daarmee neemt Josafat een groot risico.
De zingende Levieten plaatst hij in de frontlinie.
Zo zijn zij een makkelijk doelwit van de vijanden.

Maar het geloof van Josafat en het volk is sterker dan hun angst voor de vijanden.
En de Heere schenkt hun de overwinning.

Wat een geschiedenis.
Maar de God van Josafat is ook onze God.

Wat hij toen deed voor Juda en Jeruzalem, voor Josafat en voor het volk,
kan Hij ook nu doen.
Geloven we dat?

Laten we daarom zoals Josafat onze plaats innemen voor Gods aangezicht.
Met als het ware de Heere aan de ene kant en het volk aan de andere kant.
En uitspreken dat onze verwachting van Hem alleen is.

Hij is de almachtige.
Hij kan deze pandemie stoppen.
Hij kan ervoor zorgen dat we onze samenkomsten weer open en vrij kunnen houden.
Hij kan ons volk tot inkeer brengen.

Bid voor de overheid.
Het is zo gemakkelijk om met de beschuldigende vinger te wijzen.
Gebruik die tijd liever om de Heere te zoeken en Hem te smeken.

Het is zo gemakkelijk de ander te beschuldigen die zich wel of niet laat vaccineren.
Ga liever in gebed.

Het is zo gemakkelijk om verdeeldheid te zaaien in de gemeente van de Heere Jezus.
Doe dat niet, ga in gebed.

Volg het voorbeeld van Josafat.
Hij gaat niet allerlei theorieën bedenken of strategieën bedenken, maar zoekt hulp bij de Heere.

Hebben wij dan de garantie dat God ook voor ons deze crisis zal oplossen?
Hij heeft zeker de macht daartoe.
Maar wij kennen Gods plannen niet.

Maar met heel mijn hart geloof ik wel in de geestelijke verhoring van onze gebeden.
Als we God bidden de geestelijke vijanden te weerstaan, dan is dat een gebed naar Zijn wil.
Als wij Hem bidden om een geestelijke herleving, is dat een gebed naar Zijn wil.
Als wij Hem bidden om de bekering van mensen die verloren dreigen te gaan, is dat een gebed naar Zijn wil.

En vergeet nooit om God te prijzen dat de Heere Jezus de strijd heeft gestreden voor onze redding.
Hij heeft ons gered van het oordeel van God, dat wij hadden verdiend.
Dit maakt ons tot meer  dan overwinnaars in Christus Jezus.
Hij strijdt de strijd en verslaat de vijand.
Net zoals Josafat, Juda en Israel in 2 Kronieken 20 delen in de buit van de verslagen vijanden, zo mogen wij – eerbiedig gezegd – delen in de buit, de zegen die Christus heeft verworven (Romeinen 8:37). Hem zij alle eer!

Dirk van Genderen

Alleen reacties die direct verband houden met de inhoud van dit commentaar worden geplaatst, dus geen reacties over de vaccins, het virus, het World Economic Forum of over andere onderwerpen!