Seksueel grensoverschrijdend gedrag

Seksueel grensoverschrijdend gedrag. Mannen die zich ongewenst opdringen aan vrouwen. Vaak vanuit een machtspositie. En grenzen overgaan, waardoor vrouwen zich niet veilig meer voelen. De ene onthulling volgt momenteel op de andere. Ik denk dat heel wat mannen zich zorgen maken. Hoelang duurt het nog voordat er ook tegen hen aanklachten worden ingediend? En laten we maar niet denken dat het kerken voorbij zal gaan. Koning David kende ook die angst. Hoe lang kon hij zijn overspel met Bathseba verborgen houden? Hij dacht slim te werk te gaan, maar de Heere zag het. En confronteerde hem ermee.

Een oude zendeling keerde terug van het zendingsveld. In een kerk vertelde hij over zijn leven. Mensen keken tegen hem op en beschouwden hem als een bijna-heilige. Hij was zo door de Heere gebruikt! Een paar jongeren vroegen aan hem of hij nog wel eens last had van verleidingen tot zonde. ‘Wat dachten jullie,’ reageerde hij. ‘Ook al ben ik al ver in de zeventig, als ik een mooie vrouw zie, begint mijn hart nog steeds sneller te kloppen. Voortdurend moet ik dicht bij de Heere blijven en mijn ogen afwenden van de zonde.

Laten wij mannen ons maar niets verbeelden . In 1 Korinthe 10:12 klinkt de waarschuwing: ‘Wie denkt te staan, laat hij oppassen dat hij niet valt.’
Veel mannen zullen als ze eerlijk zijn, erkennen dat zij dit soort gevoelens herkennen. Het kan zomaar gebeuren. En mogelijk geef je die gevoelens nog wel de ruimte ook. Misschien wel als een spannende ontsnapping uit een saaie alledaagse werkelijkheid. En ook incest is grensoverschrijdend seksueel gedrag, het is misdadig!
Ook de wijdverbreide verslaving aan porno kan net dat laatste zetje zijn om grenzen op de zoeken en over te gaan. Je geniet van wat je ziet op het scherm. Vergeleken daarmee is je eigen leven maar saai en is het nu echt zo erg om daarover te fantaseren?

Ik denk dat er heel wat gelovige mannen de Heere dankbaar zijn dat het (nog) niet daadwerkelijk tot seksueel grensoverschrijdend gedrag in hun leven is gekomen. Maar juich niet je snel. Weet u wat de Heere Jezus hierover zegt in de Bergrede? ‘Wie naar een vrouw kijkt om haar te begeren, heeft in zijn hart reeds overspel met haar gepleegd’ (Mattheus 5:28).
En zeg ook niet te snel: ‘De satan verleidt mij telkens weer.’ Dat zal waar zijn, maar we zijn zelf verantwoordelijk voor onze daden. De dichter van Psalm 119 had dit begrepen: ‘Wend mijn ogen af, zodat zij niet zien wat nutteloos is’ (vers 37).

David was één van deze mannen. Terwijl zijn leger in de strijd was, bleef hij thuis, in Jeruzalem. Nadat David overdag op bed had gelegen, zegt 2 Samuel 11, ging hij tegen de avond naar het dak van zijn huis. Hij keek rond en zag een vrouw die zich aan het wassen was.
Er ontvlamt een begeerte in zijn hart. Wat een mooie vrouw… Wie zou het zijn? Hij geeft één van zijn knechten opdracht na te gaan wie zij is. Hij krijgt snel antwoord: ‘Het is Bathseba, de vrouw van Uria.’

Hier had David het vuur dat in zijn hart was ontbrand, nog kunnen blussen. Deze vrouw was van een ander, daar mocht hij niet aan komen.
Hoe is dat bij ons, mannen? Hoe is dat bij jou? Brandt er ook zo’n vuur in jouw hart voor een andere vrouw dan je eigen vrouw, wellicht de vrouw van een ander? In Gods Naam, roep ik je toe: Blus dat vuur, in Gods kracht! Vlucht weg! Neem een vriend in vertrouwen, wees open over je worsteling, over je zondige begeerten, breng het in het licht, vraag om steun, om gebed.

Maar David zet door. Hij geeft opdracht die vrouw te halen. Misschien denkt hij: ‘Die vrouw is zo alleen, ik zal haar wat gezelschap bieden.’ Maar hij begeeft zich in een levensgevaarlijke situatie.
Vers 4 zegt: ‘Toen zij bij hem was gekomen, sliep hij met haar.’ Duidelijker gezegd: hij had seks met haar.  Of Bathseba ermee instemde, wordt niet vermeld. Er was in ieder geval sprake van een machtsrelatie. Als de koning iets wil, zo’n man van God, dan ben je niet in staat weerstand te bieden…

Bathseba staat op, wast zich en gaat terug naar haar huis. Enkele weken later stuurt ze een bericht naar David: ‘Ik ben zwanger.’
David raakt in paniek. Wat moet hij doen? Dit mag niet bekend worden. Je leest niet nergens dat hij op dit moment zijn zonde aan de Heere belijdt en Gods weg zoekt in wat hij moet doen.

Er gebeurt nu bij David wat Jakobus 1:15 zegt – ‘Wanneer de begeerte bevrucht is, baart ze zonde. Wanneer de zonde volgroeid is, baart ze de dood.’
David ziet nog maar één uitweg. Uria, de man van Bathseba, moet zo snel mogelijk naar huis komen, om de nacht met zijn vrouw door te brengen. In een poging het te laten lijken dat zijn vrouw zwanger zal zijn van hem.

Zo ver kan een kind van God in zonde vallen. Laten we ons maar niet wijsmaken, dat ons nooit zoiets zal overkomen.
Uria wordt door legeraanvoerder Joab met spoed naar huis gestuurd. David doet alsof hij geïnteresseerd is in de voortgang van de strijd, maar zijn doel in helder: ‘Ga naar uw huis en was uw voeten’ (vers 8). Hij moet naar Bathseba, dan is het kind van Uria. David laat zelfs een lekkere maaltijd voor hen bezorgen.

David had het precies uitgedacht. Maar hij rekent buiten de trouw van Uria. Die weigert naar zijn huis te gaan en gaat in de poort van het paleis slapen. Als David het nog een keer probeert, antwoordt Uria: ‘De ark en Israel en Juda verblijven in tenten, en mijn heer Joab en de manschappen van mijn heer hebben in het open veld hun kamp opgeslagen; zou ik dan naar mijn huis gaan om te eten en te drinken en met mijn vrouw te slapen? Zo waar u leeft en uw ziel leeft, dat zal ik niet doen.’

Het gaat van kwaad tot erger met David. Zijn overspel mag niet openbaar worden. Hij bedenkt een nieuw plan. Nadat hij eerst Bathseba bij hem in huis had uitgenodigd, doet hij dat nu met Uria. ‘Hij maakt hem dronken’. Dan zal hij wel naar zijn huis gaan. Maar ook dat plan mislukt.
David ziet nog maar één uitweg: Uria moet dood. Maar hoe? Hij geeft hem een brief mee als hij teruggaat naar het leger, met daarin zijn eigen doodvonnis.

Het is gruwelijk om te lezen: ‘Plaats Uria vooraan in de strijd, waar deze het hevigst is, trek dan van achter hem terug, zodat hij getroffen wordt en sterft’ (vers 15).
Zo sterft Uria. Als Joab aan David laat weten dat Uria dood is, reageert die, in een nieuwe boodschap aan Joab: ‘Laat deze zaak niet kwalijk zijn in uw ogen, want het zwaard verslindt zowel de één als de ander.’

David is opgelucht. Uria is dood, nu staat het hem vrij met Bathseba te trouwen. Nergens lees je dat David in deze weken de Heere heeft gezocht om wijsheid, om bescherming, om zijn zonde te belijden. Wel zegt vers 27: ‘Maar wat David gedaan had, was slecht in de ogen van de HEERE.’

Uiteindelijk is het de Heere Zelf Die via Zijn knecht Nathan de koning confronteert met zijn zonde. En hoewel de Heere hem zijn zonde na de erkenning en belijdenis ervan volkomen vergeeft, is zijn leven erna nooit meer geweest zoals ervoor. Er komt strijd in zijn huis, David moet zelfs vluchten voor zijn eigen zoon.

Dat kan ervan komen als we eigen wegen gaan. Veel mannen, vaders hebben dit ervaren in hun eigen leven. Als seksueel grensoverschrijdend gedrag en/of overspel bekend wordt, betekent dat vaak het einde van hun huwelijk, hun relatie met hun kinderen, hun werk…

Moeten we nu met de veroordelende en beschuldigende vinger naar al die mannen gaan wijzen die gevallen zijn in deze zonde? Nee, ik denk dat het noodzakelijk is dat heel veel mannen hun hoofd buigen, in het besef dat ze ook niet vrijuit gaan.
Denk eens aan Johannes 8, waar de Schriftgeleerden en de Farizeeën een vrouw bij de Heere Jezus brengen, die op overspel is betrapt. Als Hij tegen hen zegt: ‘Wie van u zonder zonde is, laat die als eerste de steen op haar werpen,’ dan is er niemand die dat doet. Ze gaan allen weg, te beginnen bij de oudsten, tot de laatsten. Ze beseffen welke gedachten er in hun eigen hart zijn, wat ze zelf misschien wel gedaan hebben.

Mannen die grenzen over zijn gegaan, hebben zoveel pijn en leed veroorzaakt bij vrouwen. Vrouwen die zich er misschien zelf schuldig over voelen.
Laat elk bedrijf, elke organisatie, elke kerk ervoor zorgen dat slachtoffers in een veilige omgeving, binnen de organisatie, maar ook daarbuiten, hun verhaal kwijt kunnen. En neem dat serieus. En zorg voor begeleiding.

En hoewel we daar momenteel niets over horen, gebeurt het ook andersom. En zijn er mannen die het slachtoffer zijn van vrouwen die de grens zijn overgegaan. Al in Genesis 39 lezen we over de vrouw van Potifar, die haar ‘slaaf’ Jozef bij zich op de bank trekt om met hem te ‘slapen’. Wat een les leert Jozef ons hier: Hij vlucht bij haar vandaan, weg van de zonde, hoewel het hem onterecht jaren in de gevangenis brengt.

Misschien is het vandaag de dag dat je in actie moet komen. Om schoon schip te maken. Stel het niet uit. En ik hoop en bid dat, als en grenzen bent overgaan, je de stem van de Heere, van de Heilige Geest, zult horen. Dat je beseft: Er is er Eén Die precies weet wat ik doe, wat ik heb gedaan. En misschien klinkt het wel, zoals ooit tegen David: ‘U bent die man!’.
Kom dan tot bekering, kom tot inkeer, stop er vandaag nog mee, bied excuses aan, wees bereid de consequenties op je te nemen en vraag de Heere om vergeving. In oprechtheid.

Dirk van Genderen