De overwinningsroep van de Heere Jezus aan het kruis dringt door tot in de verste uithoeken van het heelal. In het Grieks is het één woord: Tetelestai! In de Nederlandse vertaling zijn het drie woorden: ‘Het is volbracht!’ (Johannes 19:30). De Heere Jezus heeft het hoogstwaarschijnlijk in het Aramees gesproken.
Hij roept het uit tot de Vader. Hij roept het uit tot de Zijnen. Hij roept het uit tot de wereld. Hij roept het uit tot de wereld van de duisternis.
Die laatste uren voor Zijn dood waren onuitsprekelijk zwaar voor de Heere Jezus.
Denk aan de geestelijke worsteling in de Hof van Gethsemane. De Heiland werd daar dodelijk beangst toen de volle omvang van het oordeel, de vloek, die op Hem zou neerkomen, tot Hem doordrong.
In die koude nacht veranderde Zijn angstzweet in bloed.
De Vader stuurde een engel uit de hemel om Hem te vertroosten, omdat Zijn discipelen in slaap waren gevallen.
Hij ging die weg, om u, jou te kunnen redden.
Denk aan de doornenkroon die in Zijn hoofdhuid werd gedrukt en nog vaster werd geslagen met een rietstok. Wat een lijden voor Hem.
Denk aan de geseling, met een zweep met leren riempjes met bolletjes lood aan beide einden.
39 slagen waren toegestaan, maar vaak kwam het niet eens zover, omdat degene die de slagen ontving al dreigde te sterven.
Hoe vaak zal Hij geslagen zijn? Wellicht veel vaker dan 39 keer…
Zijn rug werd opengereten.
Hij werd in Zijn gezicht gespuwd, om Hem te bespotten.
Jesaja 50:6 voorzag dit al:
‘Ik geef Mijn rug aan hen die Mij slaan,
Mijn wangen aan hen die Mij de baard uitplukken.
Mijn gezicht verberg Ik niet
Voor smaad en speeksel.’
Ik had daar moeten staan.
‘De straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem,
en door Zijn striemen is er voor ons genezing gekomen.’ (Jesaja 53:5)
Gebukt onder het kruis moest Hij zelf naar Golgotha lopen.
Buiten de legerplaats, buiten Jeruzalem. (Hebr. 13:13)
‘Zoals de dieren, waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werden binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand.’ (vers 12)
Hij was geboeid, werd op het kruis gelegd.
Zijn kleding werd Hem uitgetrokken.
Zijn hand werd gepakt, een hamer, een grote spijker. Om vastgeslagen te worden aan het kruis.
Met één bevel had hij die soldaat kunnen stoppen.
En had Hij vrijuit kunnen gaan.
Denk eens aan die handen van de Heere Jezus.
Het zijn de handen die de schepping voortbrachten.
Het zijn handen van genezing.
Handen van zegening.
Handen van verlossing.
Maar in die hand van de soldaat zag Hij de hand van God.
De hand van God is een machtige hand, zegt Psalm 44:3 en 4.
En daar aan het kruis, met die hamer en de spijkers, die Zijn handen vastspijkerden aan het kruis,
werd Kolossenzen 2:14 werkelijkheid.
‘…het handschrift dat tegen ons getuigde, heeft Hij daar uitgewist. Dit handschrift was met zijn bepalingen tegen ons gericht, en Hij heeft dat uit het midden weggenomen door het aan het kruis te nagelen.’
Onze overtredingen, onze zonden heeft hij daar aan het kruis genageld.
Hij bedekt ze als het ware met Zijn aan het kruis genagelde hand, met Zijn bebloede hand.
Ten diepste was het de wet al zijn bepalingen (Efeze 2:15) die Hij aan het kruis nagelde.
Hij koos het kruis om jou, om u, om mij te kunnen redden.
Hij koos voor de spijkers.
Gods toorn kwam daar in al Zijn volheid op Hem neer.
Jesaja 53:10 zegt: ‘Het behaagde de Heere Hem te verbrijzelen’.
Wij kunnen ons er geen voorstelling van maken.
Boven Zijn hoofd werd een bord bevestigd, met de woorden:
Jezus de Nazarener, de Koning van de Joden.
Naast Hem hingen twee moordenaars.
Een van de twee keek naar die woorden.
Ze raakten hem tot diep in zijn hart.
Wat die woorden betekenden, wist hij niet goed.
Maar hij smeekte: ‘Heere, denk aan mij als U in Uw Koninkrijk gekomen bent’.
En nog diezelfde dag zou hij met Hem in het paradijs zijn.
De zegen van het kruis, voor die ene moordenaar.
Het werd aardedonker, midden op de dag.
God de Vader trok Zich terug, de aarde verwierp Hem.
Opnieuw: voor jou!
Als je twijfelt aan de liefde van God, als je twijfelt aan de liefde van de Heere Jezus, kijk dan naar het kruis.
Wat gebeurde daar aan het kruis?
‘God was het Die in Christus de wereld met Zichzelf verzoende, en aan hen hun overtredingen niet toerekende’ (2 Korinthe 5:19).
‘Hij, Die Zelf onze zonden in Zijn lichaam gedragen heeft op het hout, opdat wij, voor de zonden dood, voor de gerechtigheid zouden leven.’ (1 Petrus 2:24)
Galaten 3 zegt het zo treffend.
10: ‘Vervloekt is ieder die niet blijft bij alles wat geschreven staat in het boek van de wet om dat te doen.’
Is er dan nog redding? Jazeker.
Vers 13: ‘Christus heeft ons vrijgekocht van de vloek van de wet door voor ons een vloek te worden.’
Is dat geen groot wonder?
Ja toch!
Zijn kleding werd verdeeld, er werd om gedobbeld aan de voet van het kruis.
Daardoor kan Hij ons nu iets veel beters schenken.
‘…Hij heeft mij bekleed met de klederen van het heil,
de mantel van de gerechtigheid heeft Hij mij omgedaan.’ (Jesaja 61:10)
Hij stortte Zijn bloed, daar aan dat kruis van Golgotha.
Het meest kostbare van deze wereld.
‘…in de wetenschap dat u niet met vergankelijke dingen, zilver of goud, vrijgekocht bent van uw zinloze levenswandel, die u door de vaderen overgeleverd is,
maar met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.’ (1 Petrus 1:18 en 19)
Dan klinkt daar het krachtige woord: ‘Het is volbracht!’
Het doel is bereikt! De prijs, de losprijs is volledig betaald!
Voldaan! Zoals vroeger wel onder een rekening werd gezet als die volledig was betaald.
De redding is volbracht.
De verzoening is voltooid.
Gerechtigheid is tot stand gebracht.
Soms zie je dat mensen hun leven geven om het leven van een ander te redden.
Ik denk aan die rabbi, twee weken geleden, in Israel, die bij een terroristische aanval voor zijn zoon sprong om hem te redden. Het kostte die vader zijn leven.
Maar hij redde alleen het leven van zijn zoon en zelf kostte het hem zijn leven.
De Heere Jezus heeft met Zijn ene offer een eeuwige verlossing teweeggebracht voor allen die in Hem geloven. De Hebreeënbrief spreekt hier zo rijk over.
Hebreeën 9:11-14 en 24-26.
11. Maar toen is Christus verschenen, de Hogepriester van de toekomstige heilsgoederen. Hij is door de meerdere en meer volmaakte tabernakel gegaan, die niet met handen gemaakt is, dat: die niet van deze schepping is.
12. Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht.
13. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees,
14. hoeveel te meer zal het bloed van Christus, die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen.
24. Want Christus is niet binnengegaan in het heiligdom dat met handen gemaakt is en dat een tegenbeeld is van het ware, maar in de hemel zelf, om nu voor het aangezicht van God te verschijnen voor ons,
25. en dat niet om Zichzelf dikwijls te offeren, zoals de hogepriester elk jaar in het heiligdom binnengaat met bloed dat niet van hemzelf is.
26. Want dan had Hij vanaf de grondlegging van de wereld dikwijls moeten lijden. Maar nu is Hij bij de voleinding van de eeuwen eenmaal geopenbaard om de zonde teniet te doen door Zijn offer.
En Hebreeën 10:19-22 voegt hier nog aan toe:
19. Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20. langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
21. en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God,
22. laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen met rein water.
Deze toegang tot het heiligdom (vers 19) werd zichtbaar in het scheuren van het voorhangsel van boven naar beneden.
In Exodus 33:20 klonk het: ‘Geen mens kan Mij zien en in leven blijven.’
Het voorhangsel betekende: God is heilig.
Aan het kruis scheurde als het ware Zijn lichaam.
Zichtbaar werd dat in het scheuren van het voorhangsel, dat 18×9 meter groot was.
Er is geen barrière meer tussen God en mensen.
Elk kind van God mag elk moment van de dag in Gods tegenwoordigheid komen.
Stel uw vertrouwen op de Heere Jezus.
In veel kerken en gemeenten wordt op Goede Vrijdag het heilig avondmaal gevierd.
Ik hoorde van een gemeente die het aan de vooravond van Goede Vrijdag viert, op donderdagavond.
Het is heel gepast om dit te doen, om nog meer tot ons te laten doordringen de rijkdom van het offer dat de Heere Jezus heeft gebracht, de losprijs die Hij heeft betaald.
‘Dank U Heere Jezus, voor Uw wonderbare genade.
Dank U, voor het breken van Uw lichaam.
Dank U, voor het vergieten van Uw bloed.
Dank U, dat U mij hebt vrijgekocht van de vloek van de wet door voor mij een vloek te worden.
Dank U, dat U mij hebt vrijgekocht met het kostbaar bloed van Christus, als van een smetteloos en onbevlekt Lam.’
En ik zag en zie: te midden van de troon en van de vier dieren en te midden van de ouderlingen stond een Lam als geslacht. (Openbaring 5:6)
‘En geen enkele vervloeking zal er meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar zijn, en Zijn dienstknechten zullen Hem dienen,
en zullen Zijn aangezicht zien, en Zijn naam zal op hun voorhoofd zien.’ (Openbaring 22:3 en 4).
Dirk van Genderen