Halloween onschuldig feest?

Voor veel mensen is Halloween een ‘gezellig’ griezelfeest. Toch hoef je maar even naar de favoriete Halloween-maskers en de kleding te kijken om een link te ontdekken met de wereld van de duisternis. Skeletten, zombies en monsters horen bij de duisternis. De oorsprong van Halloween maakt veel duidelijk. Het is minder onschuldig dan het lijkt.

Het bekend van voormalige heksen dat ze juist tijdens Halloween vloeken uitspraken over christenen, kerken, christelijke huwelijken en christelijke leiders. Halloween wordt gehouden aan de vooravond van de rooms-katholieke feestdag Allerheiligen. Halloween kent Keltische invloeden die eeuwen teruggaan.
De naam Halloween werd voor het eerst gebruikt in de 16e eeuw in Schotland. Het is een verbastering van ‘All Hallows Even’, de vooravond van Allerheiligen. Hoewel de naam pas vier tot vijf eeuwen geleden voor het eerst werd gebruikt, dateert de oorsprong van Halloween van rond het begin van de christelijke jaartelling.

Halloween is voortgekomen uit het Keltische feest Samhain. De Kelten in Ierland en Groot-Brittannië vierden dit feest op 31 oktober als de Keltische variant van oudjaarsdag. Op 1 november eindigde het oogstseizoen en begon de winter en tegelijk het nieuwe jaar. Het was tijd voor een feest. De Kelten staken grote vreugdevuren aan en voerden verschillende rituelen uit, waarbij waarschijnlijk ook mensenoffers werden gebracht.

Ook geloofden de Kelten dat op Samhain de deur naar de onderwereld een klein stukje openstond. Daardoor konden zielen van doden en andere wezens, zoals feeën, naar onze wereld komen. Om deze zielen te eren, werden grote feestmalen georganiseerd, waarbij plaatsen werden vrijgehouden voor de overledenen.
Ook konden op deze dag slechte wezens, zoals demonen, door die deur uit de onderwereld komen. Om hen af te schrikken, verkleedden de Kelten zich. Wellicht is dit de oorsprong van de verkleedpartijen op Halloween.

Het feest van Samhain mengde zich in de 9e eeuw, na de komst van rooms-katholieke missionarissen in Ierland en Groot-Brittannië, met het Allerheiligenfeest. Dat feest was in 609 ingevoerd door paus Bonifatius IV, om alle christelijke heiligen te eren.
Het feest werd aanvankelijk op 13 mei gevierd, maar paus Gregorius IV verplaatste dit in het jaar 835 naar 1 november, op 2 november, gevolgd door Allerzielen, waarop alle overledenen werden herdacht. Dit droeg bij aan de connectie van Halloween met de doden en het ‘griezelige’ imago van dit ‘feest’.

Tijdens Samhain trokken Keltische jongens langs de deuren om hout voor vreugdevuren op te halen. Later werd daar vaak ook eten bij gegeven, zoals tegenwoordig snoep. Op de vooravond van Allerheiligen en Allerzielen werden zogenaamde zielenkoeken gebakken. Groepen kinderen en armen trokken dan de deuren langs om zulke koeken te verzamelen. Elke gegeten koek stond voor een ziel die werd bevrijd uit het vagevuur en zijn weg naar de hemel vond.

Pas anderhalve eeuw geleden kwam Halloween op in Amerika en Canada. De immigranten uit Schotland en Ierland namen dat feest mee naar het andere continent. In Amerika ontstond de traditie van het uithollen van pompoenen. De Kelten gebruikten daar rapen voor, maar pompoenen bleken veel geschikter te zijn. Vanuit Amerika verspreidde Halloween zich over bijna de hele wereld.

Met Halloween staat de duisternis, het enge, de dood centraal. Als christenen, als gelovigen, mogen wij gericht zijn op het Licht, het Leven, op de Heere Jezus, Die zegt: ‘Ik ben het Licht van de wereld’ (Johannes 8:12) en: ‘Ik ben de Weg, de Waarheid en het Leven’ (Johannes 14:6).

‘Wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben’. Woorden van de Heere Jezus in Johannes 8:12. Wie deze woorden serieus neemt, heeft geen enkele behoefte om Halloween te vieren. Dan wil je in het Licht wandelen met de Heere Jezus, en geen eng, duister feest vieren met monsters, geesten, skeletten en bloed.
Ook in 1 Thessalonicenzen 5 wordt daar de nadruk op gelegd. ‘U bent allen kinderen van het licht en kinderen van de dag. Wij zijn niet van de nacht en ook niet van de duisternis’ (vers 5).

Ter afsluiting nog een paar opmerkingen, als adviezen en ter bemoediging.

1. We hoeven niet bang te zijn voor Halloween, het is beslist goed om afstand te bewaren. In en met Christus zijn we meer dan overwinnaars.
Psalm 91:1 zegt zo mooi: ‘Wie in de schuilplaats van de Allerhoogste is gezeten, zal overnachten in de schaduw van de Almachtige.’

2. Sommige mensen, met name kinderen, kunnen bang worden van Halloween, van de enge maskers, de monsters en de kleding. Praat er met hen over en stel ze er zo min mogelijk aan bloot.

3. Sommige mensen, vooral kinderen en jongeren, raken door wat ze zien en horen van Halloween geïnteresseerd om meer te ontdekken over de occulte wereld. Pas hiervoor op. Ook daarom is het goed afstand te bewaren tot Halloween. De wereld van de duisternis, satan met zijn demonen, bestaat echt en zal er alles aan doen om via Halloween greep te krijgen in de levens van mensen. Bid om bescherming.

Jakobus 4:7 komt mij in gedachten: ‘Onderwerp u dan aan God. Bied weerstand aan de duivel en hij zal van u wegvluchten’. Richt je op de Heere Jezus, wijd je aan Hem toe, laat Hij het voor het zeggen hebben in je leven en weersta de duivel. Dat doe je niet door je volop in Halloween te storten. Dan geef je hem een invalspoort om binnen te komen in je leven.

4. Getuig juist tijdens Halloween van het Licht en het Leven, van de Heere Jezus!

Dirk van Genderen
(Met dank aan ‘IsGeschiedenis’ voor informatie over Halloween.)