Zeker nu heeft Israel onze steun en onze gebeden nodig

Ook in 2023 blijft het noodzakelijk op te komen voor Israel en voor het Joodse volk! Waarom? Omdat steeds meer christenen toenemend kritisch zijn op Israel. Dat is niet verwonderlijk, als door de Verenigde Naties de ene na de andere motie tegen Israel wordt aangenomen en wanneer de media overwegend negatief over Israel berichten.
Laten wij Israel zegenen (Genesis 12:3), troosten (Jesaja 40:1), hun het Woord doorgeven (Romeinen 1:16) en hen tot jaloersheid verwekken (Romeinen 11:11)
.

De situatie in Israel is gespannen. De samenleving is zeer verdeeld, tussen links en rechts, als je het zo mag noemen. De spanningen zijn toegenomen na het aantreden van de rechts-orthodoxe regering van Benjamin Netanyahu. Regelmatig klinkt al het woord ‘burgeroorlog’. Je moet er toch niet aan denken…, zeker niet met de acute dreiging vanuit Iran.

Israel is geen eiland, je ziet deze ontwikkeling wereldwijd plaatsvinden. De spanningen binnen volken nemen toe, denk aan Amerika, denk aan Brazilië. ‘Links’ vertrouwt ‘rechts’ niet meer en ‘rechts’ ‘links’ niet meer. Er worden vraagtekens gesteld bij verkiezingsuitslagen.

En in Israel, waar zoals bijna overal, de media overwegend een linkse inslag hebben, wordt momenteel zeer kritisch over de nieuwe regering geschreven, waardoor de haat wordt aangewakkerd. Buitenlandse media nemen deze berichten vervolgens klakkeloos over. Gelukkig blijkt uit een opiniepeiling dat een meerderheid van het volk anders denkt dan de media. Dat is dan weer geruststellend.  

Er is ook een geestelijk kant aan de afnemende betrokkenheid bij Israel. Ik merk uit reacties dat veel christenen teleurgesteld zijn dat er al niet meer Joodse mensen tot geloof in de Heere Jezus, de Messias, zijn gekomen. Ja, ze geloofden dat de stichting van de staat Israel in 1948 een wonder van God was. En evenzo de overwinningen van Israel in een reeks van oorlogen. En de terugkeer van zoveel Joden, als vervulling van Bijbelse profetieën.

Als ze naar de Joodse samenleving kijken, worden velen daar niet echt vrolijk van. Is er iets zichtbaar van dat Israel Gods volk is, dat het volk heiliger zou zijn dan de andere volken? Eigenlijk niet, als je eerlijk ben.

En nu, het is al bijna 75 jaar verder. De jonge generatie heeft het ‘Wonder van Israel’ niet meer meegemaakt en velen van de oudere generatie hebben de hoop bijna opgegeven. Komt het ooit nog goed met Israel? Worden Gods plannen, beschreven door de profeten en in het Nieuwe Testament ooit nog werkelijkheid. Bange vragen kunnen door je hoofd spoken. Twijfels aan de betrouwbaarheid van Gods Woord, misschien wel.

Mij helpt het om te bedenken dat wij niet in Israel geloven, maar in de God van Israel. Israel is Zijn volk, het land is Zijn land en de stad Jeruzalem is Zijn stad.
God betuigt in Zijn woord telkens opnieuw de plannen die Hij heeft met Israel en met Zijn volk. En wij mogen het volk zegenen, troosten, voor het volk bidden, hen door onze houding tot jaloersheid verwekken, hun het Evangelie doorgeven. De rest is het werk van de Heere. En Hij gaat het doen. Zijn Woord is de absolute garantie hiervoor. Hij waakt immers over Zijn Woord om dat werkelijkheid te laten worden (Jeremia 1:12).

Ezechiël 36 spreekt zeer hoopvolle woorden over het toekomstige herstel van Israel. Vanwege hun grote zonden had de Heere hen verstrooid onder de volken en verspreid over de landen. Maar omwille van Zijn heilige Naam spaarde Hij hen.
Luister naar vers 24, allen die twijfelen aan Gods beloften: ‘Ik zal u uit de heidenvolken halen en u uit alle landen bijeenbrengen. Dan zal Ik u naar uw land brengen’ (vers 24).

God zelf brengt hen thuis, in hun eigen land. Wij zijn er getuige van, we zien het voor onze ogen gebeuren. Maar ze zijn nog niet rein, geestelijk rein, verzoend met God.
Ook dat gaat Hij doen en ook daar zijn wij getuige van. Joodse mensen komen tot geloof in de Heere Jezus, Jesjoea, de Messias. Nog niet in grote aantallen, maar dan hier één, dan daar. Regelmatig kunt u getuigenissen van Joodse mensen lezen in de Nieuwsbrief.

Vers 25 zegt: ‘Ik zal rein water op u sprenkelen en u zult rein worden. Van al uw onreinheden en van al uw stinkgoden zal Ik u reinigen.’
Is het geen groot wonder? De Heere zelf, hun God, zal hen reinigen. En zegt vers 26: ‘Dan zal Ik u een nieuw hart geven en een nieuwe geest in uw
binnenste geven. Ik zal het hart van steen uit uw lichaam wegnemen en u een hart van vlees geven.’

Wat is de Heere toch goed! Wat wij niet kunnen – mensen bekeren (of ze nu Jood zijn of heiden) – kan Hij doen, gaat Hij doen!
Laten we groot van de Heere denken. En we zien ook dat het al gebeurt. De Heere neemt er de tijd voor. Voor de terugkeer van Zijn volk naar Israel en ook voor de bekering van Zijn volk.
Hoe Hij het gaat doen? ‘Dan zal Ik Mijn Geest in uw binnenste geven. Ik zal maken dat u in Mijn verordeningen wandelt en dat u Mijn bepalingen in acht neemt en ze houdt’ (vers 27).

En als u zich afvraagt of Israel wel zal blijven voortbestaan in hun eigen land, antwoordt vers 28: ‘U zult wonen in het land dat Ik uw vaderen gegeven heb, u zult een volk voor Mij zijn en Ik zal een God voor u zijn.’

Wonderlijke woorden. Laten we Israel daarom ook niet afschrijven vanwege de huidige situatie in het land, politiek en geestelijk. Maar land en volk zegenen, troosten en voor het volk blijven bidden.
Het loopt God met Israel en het Joodse volk beslist niet uit handen. Hij houdt Zich aan Zijn woord. Het zal volledig werkelijkheid worden.

Nu de spanningen in het land hoog oplopen, laten we intens bidden om vrede voor Jeruzalem. En vergeet niet, er woedt een geestelijke strijd om Israel. Satan en de machten van de duisternis spannen zich in om te voorkomen dat Gods plannen met Israel en Zijn volk werkelijkheid worden. Wij mogen meestrijden in onze gebeden.

De afloop staat vast. De Heere zal voor Zijn volk strijden, dwars door lijden en strijd heen. Het beste komt nog voor Israel: ‘…en zo zal heel Israel zalig worden’ (Romeinen 11:26)
En vergeet het nooit: Uiteindelijk gaat het niet om Israel, maar om de God van Israel, om Zijn glorie en Zijn heerlijkheid!

Dirk van Genderen