God zoekt naar mensen die in de bres staan

Deze week werd ik geraakt door de woorden uit Ezechiël 22:30: ‘Ik zocht naar iemand onder hen die een muur kon optrekken en voor Mijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, zodat Ik het niet te gronde hoefde te richten, maar Ik vond niemand.’
Ongeveer dezelfde woorden lezen we in Ezechiël 13:5: ‘U bent niet in de bressen geklommen, en voor het huis van Israel wierp u geen muur op om op de dag van de HEERE staande te blijven in de strijd.’
Ik vroeg mij af: hoeveel van zulke voorbidders zullen er in ons land zijn? Bidders, strijders, die een muur kunnen optrekken voor Gods aangezicht, die in de bres staan voor ons land…

De profeet Ezechiël moest Gods oordelen aankondigen over de zonden van het volk Israel. Hij zocht naar een voorbidder, iemand die een muur kon optrekken, iemand die voor Zijn aangezicht in de bres kon staan voor het land, om Gods oordelen af te wenden. God zocht, maar vond niemand, waarna de oordelen in alle hevigheid over het volk kwamen.

En zeker, Ezechiël spreekt hier tegen het volk Israel, dat God de rug heeft toegekeerd. Maar deze woorden raken ook ons. Ik ben er diep van overtuigd dat God, net als toen, ook nu zoekt naar voorbidders. Voorbidders voor Israel, voorbidders voor Amerika en ook voorbidders voor Nederland of in welk land u ook woont. Evenals naar voorbidders voor uw woonplaats, uw gemeente, uw familie, uw gezin.

Ook Mozes was een voorbidder voor zijn volk. In Psalm 106:23 lezen we over hem en over het volk Israel: ‘Als Mozes, Zijn uitverkorene, niet voor Zijn aangezicht in de bres had gestaan om Zijn grimmigheid af te wenden, dan zou Hij hen te gronde gericht hebben.’

Als we ook maar en flauw besef zouden hebben van het belang van voorbede, zouden we daar meer tijd in investeren. Voorbede is, zoals Ezechiël 22:30 zegt, het optrekken van een muur, een bescherming, een geestelijke bescherming. Het is in de bres staan voor Gods aangezicht. ‘Heere, wees ons genadig, ontfermt U Zich over ons, zie in gunst op ons neer, bescherm ons, spaar ons, vergeef ons onze zonden, schenk een geestelijke herleving.’

Kent u dit? Wie bereid is deze weg met de Heere te gaan, kan soms ervaren dat er gebeden moet worden, intens gebeden, zonder dat je precies weet waarom, voor een persoon, voor een groep mensen, voor een gemeente, een regering, een land, een volk. Als voorbidder voor Gods aangezicht. Terwijl je staat in de bressen die al geslagen zijn, om de oordelen, de dreigingen af te wenden, in Gods kracht, en in het besef dat alleen Hij dat kan en dat ook doet.

Binnenkort worden in ons land verkiezingen gehouden voor de Provinciale Staten, voor de Waterschappen en indirect ook voor de Eerste Kamer. God zoekt voorbidders die voor ons land een muur willen optrekken en voor Gods aangezicht in de bres willen gaan staan voor ons land en voor ons volk.
Wie van u kan en mag de Heere aansporen tot en inschakelen als voorbidder? We geloven toch nog wel dat Hij gebeden hoort en verhoort? Hij is naar u op zoek. Dat zal tot zegen zijn van ons land en van ons volk.

Ook in het Nieuwe Testament lezen we over voorbidders. Over Epafras zegt Kolossenzen 4:12 dat hij altijd in de gebeden strijdt voor de gemeente in Kolosse, ‘opdat u, volmaakt en volkomen, vaststaat in heel de wil van God.’
Laten we bidden alsof het van ons afhangt, in het besef dat dit niet zo is, omdat ook de Heere Jezus voor ons bidt, eveneens de Heilige Geest, Die met onuitsprekelijke verzuchtingen voor ons bidt en pleit (Romeinen 8).

De Heere zoekt naar voorbidders. Dat zegt Gods Woord. Dat gold toen en ik ben ervan overtuigd dat Hij ook vandaag zoekt naar mensen, die met hun gebeden de loop van de geschiedenis kunnen beïnvloeden. ‘Heere, genees ons land.’

Dirk van Genderen