Wellicht viert u al jaren het Pinksterfeest. Hopelijk mag u door genade weten een kind van God te zijn. Maar u ervaart zo weinig van de Heilige Geest. U kent de belofte van de Heere Jezus, vlak voor Zijn hemelvaart, dat de Zijnen de kracht van de Heilige Geest zouden ontvangen (Handelingen 1:8). Maar u ervaart die kracht nauwelijks in uw leven. Het maakt u machteloos. En misschien ook wel eens wanhopig.
Vorige week herdachten we de hemelvaart van de Heere Jezus. Zijn kroningsfeest. Hij ging de hemel binnen en ontving er de ereplaats: aan de rechterhand van de hemelse Vader, in de troon.
Tien dagen later werd de Heilige Geest uitgestort, op het Pinksterfeest. Bange discipelen werden krachtige getuigen van de Heere Jezus. Ondanks vervolging, ondanks dreiging. En ze verheugden zich er zelfs over dat ze waardig waren bevonden om te mogen lijden voor de Naam van de Heere Jezus (Handelingen 5:41)
En wij, vandaag? Er is zoveel zwakheid, lauwheid, krachteloosheid en geesteloosheid in de gemeente van de Heere Jezus. Als het in uw gemeente en in uw persoonlijke leven anders is, bent u gezegend, maar waarschijnlijk is dat wel een uitzondering.
We horen tijdens de Pinksterdagen weer prachtige preken over het Pinksterfeest, maar tegelijk lijkt het zo ongrijpbaar. Misschien is er al jaren een gebed in uw hart: ‘Heere, schenk mij Uw Geest, schenk mij Uw kracht.’ Maar er verandert niets…
We zeggen het tegen elkaar: Wat we nodig hebben, is een krachtige werking van Gods Geest. Opnieuw. In ons persoonlijke levens, in onze kerken en gemeenten. Maar hoe komt het zover? Waarom gebeurt het maar steeds niet?
Deze week werd ik aangesproken door vers 5 van Handelingen 1. Enkele ogenblikken voor Zijn hemelvaart zegt de Heere Jezus daar tot Zijn apostelen: ‘Johannes doopte wel met water, maar u zult met de Heilige Geest gedoopt worden, niet lang na deze dagen.’
Dit is wat we nodig hebben, om gedoopt te worden met de Heilige Geest. En wat is dit? Dat is moeilijk onder woorden te brengen. Het is een vervulling met de Heilige Geest, het is de aanwezigheid van de Heere in ons leven, dat we vol zijn van Hem. Je weet het: Hij is er. Dat kan in een samenkomst zijn, in een kerkdienst, maar ook gewoon thuis, in de stilte, of waar dan ook. Anderen zullen dat zien, horen, merken.
Kijk eens naar 120 volgelingen van de Heere Jezus in de bovenzaal in Jeruzalem, de apostelen, de vrouwen, Maria, de moeder van de Heere Jezus en Zijn broers. Tien dagen lang, van Hemelvaart tot de uitstorting van de Heilige Geest op het Pinksterfeest, bidden en smeken ze om de komst van de Heilige Geest, de Trooster (Handelingen 1:14).
Tien dagen lang bidden en smeken. Zou dat vandaag ook nog kunnen? Dat we zo geraakt zijn door de Heere zelf, er zo naar verlangen Hem te ontmoeten, zo uitzien naar de vervulling met de Heilige Geest… Dat we dagenlang gaan bidden en smeken, afgewisseld met het loven en prijzen van de Heere, wat ze ook deden volgens Lukas 24:53.
Ik zeg dit ook tegen mezelf, hoor. Dan zal er wat gaan gebeuren. Gelooft u dat het dan stil zal blijven vanuit de hemel? We hebben het zo nodig dat de Heilige Geest krachtig zal werken in ons midden… In onze gemeente, in onze gezinnen, onze huwelijken, onze vriendschappen, onze contacten met anderen. Dan gaan er wonderen gebeuren…
Kan dat nog, vandaag, zult u misschien vragen… Zou voor de Heere iets te wonderlijk zijn? Hij kan huwelijken vernieuwen. Hij kan je geloof, wat zo lauw geworden kan zijn, weer in vuur en vlam zetten. Hij kan je een verlangen in je hart geven om dagenlang te gaan bidden, zoals hier, en niet te stoppen voordat Hij gekomen is.
Met bidden en smeken… in de bovenzaal. Ze zoeken de stilte op, weg van alle geroezemoes. Vandaag zouden we zeggen: Zet je mobiel op stil, klap je laptop dicht, zet de tv uit…
Met bidden en smeken…. Deze woorden wijzen op intensiteit. Pleiten op Gods beloften. ‘Heere, U hebt het beloofd, doe het!’
Het klinkt naar ons toe ook als een oproep. Houd aan in het gebed, één van de machtigste ‘wapenen’ van een gelovige.
Ze bleven allen eensgezind volharden in het bidden en smeken… U zegt misschien: ‘De Heilige Geest is toch gekomen, Die hebben we toch ontvangen toen we tot geloof zijn gekomen.’
Jazeker. Toch denk ik wel eens: We zijn zo snel tevreden met die allereerste ontvangst van de Geest. Het komt nogal eens voor dat mensen de eerste tijd nadat ze tot geloof zijn gekomen en de Heilige Geest ontvangen hebben, wel degelijk die kracht ervaren en vol zijn van de Geest. Ze willen iedereen wel over de Heere Jezus vertellen.
Maar na enige tijd verdwijnt die eerste volheid, die eerste liefde soms weer. Dat was ook gebeurd in de gemeente van Efeze. De Heere Jezus zegt tegen hen: ‘Ik heb tegen u dat u uw eerste liefde hebt verlaten. Bedenk dan van welke hoogte u bent gevallen en bekeer u en doe de eerste werken’ (Openbaring 2:4 en 5).
Misschien is dit ook voor u herkenbaar. Daarom roep ik u tijdens deze Pinksterdagen op tot bekering. Er kunnen dingen in ons leven zijn, zonden, die de Heilige Geest bedroeven, waardoor Zijn werk in en door ons wordt verhinderd.
In Gods Naam smeek ik u: Breek daarmee, bekeer u en bid, smeek om Zijn doorbrekend werk in uw leven. ‘…hoeveel te meer zal de hemelse Vader de Heilige Geest geven aan hen die tot Hem bidden’ (Lukas 11:13).
Efeze 5:18 zegt: ‘Word vervuld met de Geest’, met als betekenis: ‘Word steeds, voortdurend vervuld met de Geest.’
Weet u wat dit inhoudt? Totale overgave. Een besef dat ik het niet kan, dat de Heilige Geest het moet en wil doen door mij heen. Wij kunnen geen mensen bekeren, wij kunnen het geloof niet aan mensen geven, hoe goed we ook spreken of preken, maar Hij wel. Het mag ons gebed wel zijn: ‘Gebruik mijn lippen, gebruik mijn leven, overtuig van zonde, gerechtigheid en oordeel en breng die ongelovige bij Christus, opdat hij/zij gered zal worden.’
‘Dank U, Heere, dat U Uw Geest gegeven hebt op de Pinksterdag…
We hebben Uw Geest zo nodig om geestelijk te groeien…
We hebben Uw Geest zo nodig om onze zonden te zien zoals U ze ziet…
We hebben Uw Geest zo nodig om geestelijk vernieuwd te worden…
We hebben Uw Geest zo nodig om krachtige getuigen van U te zijn…’
Kijk wat er in Handelingen gebeurt. Als Petrus zijn pinksterpreek houdt, worden de aanwezigen zo door de Heilige Geest in hun hart geraakt en overtuigd van zonde, dat ze het uitroepen: ‘Wat moeten wij doen, mannenbroeders?’ (Handelingen 2:37). Als Petrus hun de weg wijst van bekering en doop, worden ongeveer drieduizend zielen aan de gemeente toegevoegd (vers 41).
Er ontstaat een opwekking in Jeruzalem en omgeving. Handelingen 4:4 zegt: ‘En velen van hen die het Woord gehoord hadden, geloofden, en het aantal mannen werd ongeveer vijfduizend.
In Handelingen 5:14 lezen we: ‘En er werden er steeds meer toegevoegd die in de Heere geloofden, menigten van zowel mannen als vrouwen.’
Handelingen 21:20 is helemaal een wonderlijk Bijbelvers. ‘En toen zij dat gehoord hadden, prezen zij de Heere en zeiden tegen hem: U ziet, broeder, hoeveel duizenden Joden er zijn die geloven…’ Het wordt nog veel rijker als we weten dat het woord in grondtekst (muriades) eerder wijst op tienduizenden dan op duizenden.
Zal het stil blijven vanuit de hemel als we ons voor de Heere verootmoedigen en Hem smeken om de vervulling, de doop met de Heilige Geest? Wie dat zegt, heeft dit nog nooit gedaan. Stop niet voordat Hij antwoord geeft. Ook nu, vandaag, in deze tijd.
Iedereen rijk gezegende pinksterdagen gewenst!
Dirk van Genderen