Misschien vindt u het vreemd, Engelse woorden boven dit commentaar. Het zijn de woorden van een Israëlische jonge vrouw: ‘From the river to the sea, God promised this land to me’. Van de rivier de Jordaan tot de Middellandse Zee, dit land heeft God beloofd aan mij.’
Maar wereldwijd, ook in Nederland, klinken steeds vaker die andere woorden: ‘From the river to the sea, Palestine will be free’. Vertaald: ‘Van de rivier tot de zee, Palestina zal vrij zijn’. Bedoeld wordt: Van de Jordaan tot de Middellandse Zee zal Palestina vrij zijn, bevrijd zijn van Israel. Deze tekst werd door de politieke partij Bij1 zelfs geprojecteerd op het Mauritshuis, naast het Torentje van premier Rutte. Schandalig. Antisemitisme. Dit zou verboden moeten zijn, hier zou celstraf op moeten staan .
In Jesaja 62 klinkt het: ‘Omwille van Sion zal ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem zal ik niet stil zijn, totdat haar gerechtigheid opkomt als een lichtglans, en haar heil als een brandende fakkel’ (Jesaja 62:1).
Ik zal niet zwijgen, beste mensen, omwille van Sion, van Jeruzalem, van Israel. Daarom blijf ik opkomen voor Israel, daarom blijf ik op de bazuin blazen, daarom blijf ik oproepen tot gebed voor Israel en voor het Joodse volk. Omdat het Gods volk is. En omdat Israel Zijn land is.
De omringende heidenvolken keren zich nu nog vol haat tegen Israel, Hamas, Hezbollah, de Islamitische Jihad, Iran, Jemen en in toenemende mate Turkije en Rusland. Wel opmerkelijk is dat de spanningen tussen Rusland en Israel verder toenemen. Hamas-leiders gaan zelfs op bezoek in Moskou en en circuleren berichten dat de Russische Wagner-groep een raketafweersysteem levert aan Hezbollah.
Velen vragen zich af er profetische betekenis kan zijn in deze oorlog. Sommigen weten het zeker: dit is het begin van de Gog/Magog oorlog, waarover we lezen in Ezechiël 38 en 39.
Het zou kunnen, maar laten we tegelijk voorzichtig zijn in het duiden van de huidige ontwikkelingen. Te vaak zijn grote woorden gebruikt, die later bleken te groot te zijn geweest.
Laten we ondertussen wakker en waakzaam zijn en blijven. Er komt een dag, misschien wel sneller dan wij vermoeden, dat de voeten van de Heere Jezus op de Olijfberg zullen staan, als Hij zal strijden voor Zijn volk, dat zeer in het nauw is gekomen (Zacharia 14:3 en 4). Maranantha!
Het is onbeschrijflijk wat er allemaal is gebeurd op ‘die zwarte sabbat’, 7 oktober. Er komen steeds weer nieuwe details naar buiten, elke keer weer gruwelijker dan de vorige. Walgelijk, duivels, demonisch. Andere woorden zijn er toch niet voor het levend verbranden van een baby in een oven?
Maar eenmaal, zo zegt vers 2 van Jesaja 62, ‘zullen de heidenvolken uw gerechtigheid zien en alle koningen uw luister.’ God gaat ingrijpen. Ook voor Israel wacht een hoopvolle toekomst.
Maar nog is het zover. Nog roepen we het uit: ‘Spaar Heere, Uw volk’ (Joël 2:17).
In vers 1 van Psalm 2 wordt de vraag gesteld waarom de heidenvolken woeden. Vers 2 vervolgt: ‘De koningen van de aarde stellen zich op en de vorsten spannen samen tegen de HEERE en Zijn Gezalfde: Laten wij Hun banden verscheuren en Hun touwen van ons werpen’ (vers 1-3).
Zoals de heidenvolken zich samenspannen tegen de HEERE en Zijn gezalfde, zo spannen ze nu samen tegen Zijn volk en in hen tegen Hem.
Vers 4 zegt: ‘Die in de hemel woont, zal lachen, de HEERE zal hen bespotten. Dan zal Hij tot hen spreken in Zijn toorn, in Zijn brandende toorn hun schrik aanjagen.’
De Heere ziet de aanvallen op Zijn volk. Het laat Hem niet onbewogen. Wie hen aanraakt, raakt Zijn oogappel aan (Zacharia 2:8). Pas op volken, pas op Nederland. Pas ook op, kerken en gemeenten. Er komt een moment, dat kan nu zijn, dat kan later zijn, dat de Heere de volken zal oordelen naar hun houding tegenover Zijn volk.
Lees maar wat de profeet Joël schrijft:
‘Want zie, in die dagen en in die tijd,
als Ik een omkeer zal brengen in de gevangenschap van Juda en Jeruzalem,
zal ik alle heidenvolken bijeenbrengen
en hen doen afdalen naar het dal van Josafat.
Daar zal Ik met hen een rechtszaak voeren,
vanwege Mijn volk en Mijn eigendom Israel,
dat zij onder de heidenvolken verstrooid hebben.
Mijn land hebben zij verdeeld’ (vers 1 en 2).
Zegen Israel. ‘Ik zal zegenen wie u zegenen,’ zei de Heere al tegen Abraham in Exodus 12:2.
We lezen nog even verder in Psalm 2. Tot allen, tot Israel, tot de vijanden van Israel en de vrienden van Israel komen de slotwoorden van deze Psalm:
‘Nu dan, koningen, handel verstandig.
Laat u onderwijzen, rechters van de aarde.
Dien de HEERE met vreze,
verheug u met huiver.
Kus de Zoon, opdat Hij niet toornig wordt en u onderweg omkomt,
wanneer Zijn toorn slechts even ontbrandt.
Welzalig allen die tot Hem de toevlucht nemen’ (Psalm 2:10-12).
Dit is de kern, hier gaat het om: neem de toevlucht tot de Heere Jezus, dien Hem. Het is een oproep tot bekering, tot terugkeer. Gods toorn hoeft maar even te ontbranden, en vijanden, volken worden weggevaagd. Kus daarom de Zoon, geef U in vertrouwen over aan Hem. Welzalig allen die de toevlucht tot Hem nemen.
Dirk van Genderen