Het klinkt als een geweldige jubel in Titus 2:11 – ‘De zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen…’ Zo lief had God de wereld dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft (Johannes 3:16). De Heere Jezus is gekomen naar deze aarde, als mens, hoewel Hij God bleef. Om ons te redden. We herdenken het tijdens deze kerstdagen opnieuw.

Als ik over Kerst schrijf of spreek, krijg ik altijd boze reacties van mensen, die vinden dat Kerst een heidens feest is, dat volstrekt on-Bijbels is. Ik hoop dat u nog even doorleest, voordat u weer een verontwaardigde reactie stuurt.
De Heere Jezus kwam naar deze aarde, om u, om jou, om mij te redden. Wat een liefde! Wat een genade! Hij gaf Zijn leven op Golgotha, stortte Zijn bloed, dat ons reinigt van alle zonde (1 Johannes 1:7). Hij stond op uit de dood, Hij leeft, en Zijn wederkomst vanuit de hemel naar deze aarde is aanstaande, voor de herstelling van alle dingen (Handelingen 3:21).
Kerstfeest vieren wij op 25 en 26 december. Is het verkeerd om dan de geboorte van de Heere Jezus te vieren? Is het verkeerd een kerstboom, een kerststukje of kaarsen in huis te hebben? Verbiedt de Bijbel dit?
Er is geen bewijs dat de eerste christenen de geboorde van de Heere Jezus al hebben gevierd. En het is tamelijk zeker dat de Heere Jezus inderdaad niet op 25 of 26 december is geboren. Het is aannemelijker dat Hij in september of oktober is geboren, wellicht tijdens de viering van het Loofhuttenfeest.
Johannes 1:14 zou daarheen kunnen verwijzen met de woorden: ‘Het Woord heeft onder ons gewoond’; letterlijk: getabernakeld. Vandaar ook dat veel Messiasbelijdende Joden de geboorte van de Heere Jezus, die zij Jesjoea noemen, tijdens het Loofhuttenfeest vieren.
We lezen nergens in de Bijbel dat we het kerstfeest moeten vieren. Maar dat hoeft niet te betekenen dat het fout is om het wel te doen. De komst van de Heere Jezus is immers een uiterst belangrijke gebeurtenis. Diverse gedeelten in de Bijbel zijn eraan gewijd. Belangrijk is wel dat in onze kerstvieringen de Heere Jezus centraal staat.
Het klopt dat 25 december een heidense feestdag was. Maar dat betekent nog niet dat het kerstfeest daarom een heidens feest is.
De bekende en enige tijd geleden overleden theoloog R.C. Sproul merkte eens op: ‘Op 25 december was er in het Romeinse rijk een heidense feestdag, die was verbonden met de mysteriegodsdiensten. De christenen wilden niet aan die heidense feestdag deelnemen en zeiden: ‘Als alle anderen dit heidense feest vieren, laten wij dan onze eigen feestdag gaan vieren op deze datum. We gaan het allerbelangrijkste in ons leven vieren, de menswording van God, de geboorte van Jezus Christus. Zo werd dit de tijd van vreugdevolle bijeenkomsten, van viering en van aanbidding van onze God en Koning.’
En de kerstboom dan? En de kaarsen en de lichtjes? Heeft dat wel iets met de geboorte van de Heere Jezus te maken? Toch zit er ook wel een mooie gedachte in, van licht dat schijnt in de duisternis. De Heere Jezus is immers het Licht. Hij brengt licht in de duisternis, ook in ons leven als we Hem mogen kennen, ‘opdat u onberispelijk en oprecht zult zijn, kinderen van God, smetteloos te midden van een verkeerd en ontaard geslacht, waaronder u schijnt als lichten in de wereld’ (Filippenzen 2:15).
En Jeremia 10:3 en 4 dan, vraagt iemand misschien, waar staat: ‘Want de gebruiken van die volken zijn onzinnig: het is immers een stuk hout, iemand heeft het uit het bos gekapt, vakwerk met de bijl. Met zilver en goud maken ze het mooi, met spijkers en met hamers zetten ze het vast, zodat het niet kan wiebelen.’
Wellicht zijn deze verzen van toepassing op de verering van de eik tijdens de midwinterfeesten door de oude Germanen, een gebruik wat trouwens ook al eeuwen eerder in andere volken plaatsvond.
Maar ik geloof niet dat je deze Bijbelverzen kunt gebruiken om de kerstboom mee te veroordelen, simpelweg omdat de kerstboom niet wordt vereerd als een afgod. Laat ieder voor zichzelf en voor Gods aangezicht beslissen wat hij doet en leg uw beslissing niet aan anderen op. Let er wel op dat altijd de Heere Jezus centraal zal staan, of we nu wel een kerstboom in huis hebben – wellicht voor de gezelligheid – of als we er geen hebben.
Een kerkelijk verslag vermeldt dat in 1539 in de Kathedraal van Straatsburg een kerstboom werd opgezet. In de daaropvolgende eeuw werden ook in woningen kerstbomen geplaatst.
Wellicht is de kerstboom breder in zwang gekomen in Duitsland aan het eind van de zestiende eeuw, kort na de Reformatie, als versiering in huis, maar zeker niet als boom om te vereren. In de negentiende eeuw heeft het Réveil een belangrijke rol gespeeld bij de introductie van de kerstboom.
Al zou het zo zijn dat het alleen om de kerstboom gaat, als dat de kern van het kerstfeest zou zijn, dan kan de kerstboom beter het huis uit. Nooit mag er iets anders komen in de plaats van de Heere Jezus.
Elke dag is een dag die de Heere ons geeft. Wat kan er dan op tegen zijn om op 25 december de komst van de Heere Jezus te vieren? En juist omdat deze dag wereldwijd bekend is, kan er optimaal gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid om juist rond de kerstdagen het Evangelie te verkondigen aan al die mensen die er juist dan voor open staan. Die wellicht alleen rond de kerstdagen een kerstsamenkomst of een kerstdienst bezoeken. Ik heb in mijn leven al zoveel verhalen gehoord van mensen die juist in deze tijd van het jaar tot geloof in de Heere Jezus zijn gekomen.
Ik denk aan de Engelse zendeling/evangelist Rees Howells. Hij wist dat de Heere hem riep om voorbede te doen voor de meest zondige mens in het dorp waar hij leefde. Dat was in het voorjaar. Howells had de overtuiging dat die persoon voor de Kerst nog tot geloof zou komen.
Hij begon voor hem te bidden, één dag, de volgende dag, aanhoudend en intensief. Tot de dag kwam dat hij ervan overtuigd was dat de Heere zijn gebeden had verhoord.
Ondertussen was het bijna Kerst. Niets wees er nog op dat degene voor wie hij zo intens had gebeden, al tot geloof was gekomen. Op de avond voor Kerst was er een kerkdienst in de dorpskerk. Ook Howells was daar. En enkele minuten voor de samenkomst begon, kwam hij binnen. En halverwege de dienst stond hij op, kwam naar voren, beleed in het openbaar zijn zonden en kwam tot geloof in de Heere Jezus. Wat een wonder tijdens Kerst!
Tegelijk geldt dat als leven helemaal gericht is op de Heere Jezus, wanneer Hij centraal staat in ons leven, wanneer Hij alles is voor ons, dat we Hem dan alle dagen van het jaar dankbaar mogen zijn voor Zijn komst naar deze aarde, Zijn tijd hier op aarde, Zijn onderwijs, Zijn lijden en Zijn sterven, Zijn opstanding en Zijn hemelvaart. En vol verwachting zien we uit naar Zijn tweede komst, ‘om voor altijd bij de Heere te zijn’ (1 Thessalonicenzen 4:17).
Dirk van Genderen