Ik verlang naar U, Heere Jezus

Ik ontving twee bijzondere berichten. Deze twee mensen hadden hetzelfde verlangen: voor 100 procent gericht te zijn op de Heere Jezus, met het diepe verlangen Hem meer en beter te leren kennen. Ze hadden besloten een aantal ingrijpende maatregelen te nemen, om zo min mogelijk afgeleid te worden van het doel.

Wat een prachtig verlangen is dit. Er is zoveel wat ons afleidt van de Heere Jezus. Dat kan de stortvloed aan e-mails zijn die je binnenkrijgt, dat kan de stapel tijdschriften en kranten zijn, dat kan de tv zijn, het internet, de social media, je hobby. Op zich goede dingen misschien, maar het kan je afleiden van de Heere Jezus.

In de Bijbel kom je dit verlangen om de Heere Jezus meer en beter te leren kennen, ook verscheidene keren tegen. In Filippenzen 3:8-14 schrijft Paulus:

8 Ja, beslist, ik beschouw ook alles als schade vanwege de voortreffelijkheid van de kennis van Christus Jezus, mijn Heere, om Wie ik dat alles als schade ervaren heb. En ik beschouw het als vuiligheid, opdat ik Christus mag winnen,
9 en in Hem gevonden word, niet met mijn rechtvaardigheid, die uit de wet is, maar die door het geloof in Christus is, namelijk de rechtvaardigheid uit God door middel van het geloof;
10 opdat ik Hem mag kennen, en de kracht van Zijn opstanding en de gemeenschap met Zijn lijden, doordat ik aan Zijn dood gelijkvormig word,
11 om hoe dan ook te komen tot de opstanding van de doden.
12 Niet dat ik het al verkregen heb of al volmaakt ben, maar ik jaag ernaar om het ook te grijpen. Daartoe ben ik ook door Christus Jezus gegrepen.
13 Broeders, ikzelf denk niet dat ik het gegrepen heb,
14 maar één ding doe ik: vergetend wat achter is, mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.

Lieve mensen, ik vind dit zo mooi. Dit is ook mijn verlangen, om de Heere Jezus nog meer en beter te leren kennen, hoewel ik hierin veel radicaler zou moeten zijn. Ik verspil nog zoveel tijd met dingen die absoluut geen waarde hebben voor de eeuwigheid.

Ook David, de dichter van Psalm 27, kende dit verlangen. In vers 4 lezen we:
Eén ding heb ik van de HEERE verlangd,
dát zal ik zoeken:
dat ik wonen mag in het huis van de HEERE,
al de dagen van mijn leven,
om de lieflijkheid van de HEERE te aanschouwen
en te onderzoeken in Zijn tempel.

Ook Petrus brengt dit mooi onder woorden in zijn brief, 2 Petrus 3:18a:
…groei in de genade en kennis van onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus.

Ik bid dat dit verlangen ons allen zal stempelen. Dat het ons grote, ons allergrootste verlangen zal zijn, om de Heere Jezus beter te leren kennen. Hem, Die we zo lief hebben, Die Zijn leven gegeven heeft aan het kruis om ons te redden.

Wat een wonder van genade. Wij zullen ernaar jagen de HEERE te kennen, zegt Hosea 6:3. Dan ga je niet met je armen over elkaar zitten wachten tot het zover is. Nee, dan zal het niet gebeuren. Maar dan zeg je met Paulus: ‘…mij uitstrekkend naar wat voor is, jaag ik naar het doel: de prijs van de roeping van God, die van boven is, in Christus Jezus.’

We verspillen zo onnoemelijk veel tijd met dingen die je nooit mee kunt nemen de eeuwigheid in. En ik weet het, we hebben onze taak en onze roeping op aarde. Niet alleen voor onszelf, maar ook voor allen die ons lief zijn of voor wie we verantwoordelijkheid dragen of kunnen dragen. En laten we dat zo goed mogelijk doen, ook in het in praktijk brengen van ons christen-zijn.

Begrijp me goed: ik leg de zweep er niet overheen en zeg niet: je mag je niet meer ontspannen en je moet altijd met de dingen van de Heere bezig zijn. Nee, dat zal geen zegen voortbrengen. Dan wordt het wettisch, als de nadruk op ‘moeten’ ligt.

Wel hoop en bid ik dat de Heere door Zijn Geest een diep verlangen in ons aanwakkert om Hem te kennen, Hem beter te leren kennen. Dan is het niet zo dat je daarmee bezig moet zijn, nee, dan wordt het een voorrecht dat je er mag zijn voor Hem. Dat je met Hem mag leren wandelen, mag leven.
Dan is één dag met de Heere Jezus je oneindig veel meer waard dan duizend dagen zonder Hem. Omdat je Hem liefheft en er wilt zijn voor Hem. Dan gaat het je erom Hem te kennen en de kracht van Zijn opstanding.

Dan vraag je misschien wel met Mozes: HEERE, toon mij Uw heerlijkheid (Exodus 33:18). Zo verlang je naar Hem, je Heiland en Heere. Je wilt bij Hem zijn, Zijn aanwezigheid ervaren, Zijn stem horen.
Nu klinkt vanuit de Hebreeënbrief de uitnodiging om in te gaan in het heiligdom. Wat een heerlijkheid, wat een voorrecht. O, laten we die weg gaan, laten we het hemelse heiligdom ingaan.

19 Omdat wij nu, broeders, vrijmoedigheid hebben om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
20 langs een nieuwe en levende weg, die Hij voor ons heeft ingewijd door het voorhangsel, dat is door Zijn vlees,
21 en omdat wij een grote Priester hebben over het huis van God,
22 laten wij tot Hem naderen met een waarachtig hart, in volle zekerheid van het geloof, nu ons hart gereinigd is van een slecht geweten en ons lichaam gewassen is met rein water
 (Hebreeën 10:19-22).

‘Heere, hier is mijn leven, het is voor U, voor U alleen. Met alles wat ik heb, wat ik ben. Ontsteek in mij, door Uw Heilige Geest, een diep verlangen naar U.’

Dirk van Genderen